Er is de afgelopen week het nodige getwitterd over vitamine D. Dr. Jos Wielders, verbonden aan het Meander Medisch Centrum te Amersfoortse, redigeerde onlangs voor foodlog.nl een artikel dat eerder verscheen in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Jos is een voorstander van een hoge dosering vitamine D supplement voor jong en oud. Gelfuisterd wordt - ook door Jos - dat hoge waarden vitamine D in ons bloed een wijde range aandoeningen kan voorkomen tegen lage kosten. Wat hij daarover zegt, is te beluisteren via een podcast die ook te vinden is via de link onderaan deze tekst.

De laatste decennia is de kennis over de rol van vitamine D in het menselijke lichaam sterk toegenomen. Vitamine D is nodig voor opname van calcium en de vorming van sterke botten. Gebrek aan vitamine D leidt tot engelse ziekte en botontkalking. Maar vitamine D tekort leidt ook tot spierklachten en spierzwakte. Internationale onderzoeken wijzen op een relatie tussen vitamine D tekort en verminderde afweer tegen infectieziekten, verhoogde kans op auto-immuun ziekten en zelfs een verhoogd risico op kanker.
Vitamine D is feitelijk geen vitamine maar een prohormoon dat we zelf aanmaken. Voor het vaststellen van de vitamine D status volstaat de meting van 25(OH) vitamine D3 in serum, terwijl op cellulair niveau 1,25(OH)2 vitamine D3 de actieve component is. De belangrijkste bron van vitamine D is de aanmaak in de huid onder invloed van zonlicht. Daarnaast kan vitamine D uit voeding gehaald worden, vooral uit vette vis en in geringe mate uit met vitamine D verrijkte vetten zoals margarine en braadproducten. Er zullen echter maar weinig Nederlanders, zijn die elke week twee of meer flinke porties vette vis verorberen. In Nederland wordt zonodig vooral met vitamine D3 gesuppleerd, dat is bereid uit wolvet. Buiten Nederland wordt soms gesuppleerd met vitamine D2 (van plantaardige oorsprong). In Amerika is suppletie van melk en sinaasappelsap met vitamine D heel gewoon, het kan zelfs aan brood toegevoegd worden. De discussie over de mogelijkheden en noodzaak tot suppletie in Nederland is nog gaande.

Risicogroepen en verschijnselen
Belangrijke risicogroepen zijn bejaarden (vooral in bejaarde- en verpleeghuizen), langdurig zieken, allochtonen, zwangeren en patiënten met ernstige obesitas. Kinderen < 4 jaar krijgen preventief vitamine A en D. Tweederde tot driekwart van de allochtonen haalt 30 nmol /l niet volgens de Gezondheidsraad en bij bejaarden bedraagt de prevalentie van 25(OH) vitamine D3 gebrek ongeveer viervijfde (bij 50 nmol/l grens). Deels komt dat in beide groepen door te weinig zonexpositie, deels zijn er andere oorzaken. Zo maakt een oudere huid of een donkere huid beduidend minder efficiënt vitamine D aan dan een jonge lichte huid.
Voor bejaarden is vitamine D plus voldoende calcium noodzakelijk ter beperking van osteoporose en ter behoud van spierkracht. Aangetoond is dat de zowel de verminderde spierkracht als de botontkalking leiden tot een verhoogd fractuur risico. Bij zwangeren is vitamine D onder meer van belang voor goede calcium opname uit voedsel, voor de groei van de foetus en de ontwikkeling van het foetale skelet. Baby’s van deficiënte moeders zijn ook deficiënt en borstvoeding bevat bijna geen vitamine D, tenzij moeder zelf hoognormale waarden heeft.
Niet-westerse allochtonen, zowel vrouwen als mannen, zijn een risicogroep door een relatief calciumarme voeding, door gebruik van bedekkende kleding bij een donkere huid en door zonvermijdend gedrag.Vage moeheid en spierklachten klachten verdwijnen soms als sneeuw voor de zon bij vakanties in het geboorteland waar een betere zon expositie plaatsvindt. Relatief onbekend is dat bij obesitas een belangrijk deel van de aangemaakte vitamine D verdwijnt in de vetmassa en niet meer beschikbaar is, daarom is prevalentie van vitamine D gebrek in deze groep verhoogd. Combinaties van bovengenoemde risico’s kunnen de situatie verergeren. In de praktijk blijkt spierzwakte en spierpijn vaak het eerste symptoom te zijn van vitamine D deficiëntie. Door de aspecifieke presentatie wordt het meestal niet herkend. De spierzwakte kan zich uiten in het moeilijk overeind kunnen komen uit een stoel of moeite hebben met traplopen. De lokalisatie van spierpijn is vaak (maar niet uitsluitend) in bovenarmen, schouders en bovenbenen.

Wat is normaal en wat is nodig bij een tekort?
De Gezondheidsraad (GR) noemt in haar advies “Naar een toereikende inname van vitamine D” van 2008 verstandig zonnen als belangrijkste bron voor vitamine D, dwz minstens een kwartier midden op de dag van april tot en met oktober blootstellen van hoofd en onderarmen / handen. Voor blanke mannen ouder dan 70 jaar en voor vrouwen ouder dan 50 jaar wordt een extra inname van vitamine D van 10 ug/dag (400 iU/dag) geadviseerd. Evenzo voor donkere huid, weinig buitenkomen en voor zwangeren. Bij osteoporose en voor enkele speciale groepen wordt een suppletie van 20 ug/dag (800iU/dag) aanbevolen. De GR adviseert een minimale concentratie van 50 nmol/l voor ouderen. Volgens andere experts zou die ondergrens van 50 nmol/l niet alleen voor ouderen maar voor alle bevolkingsgroepen moeten gelden. Als optimale waarde op basis van andere parameters dan botstofwisseling, wordt gepleit door internationale experts gepleit voor minimaal 75 nmol/l.
Als samenvatting van een plenaire discussie tussen conservatieve en progressieve wetenschappers op een congres in Brugge over vitamine D (oktober 2009) is vastgesteld dat de minimale concentratie 50 nmol/l bedraagt. Dezelfde grens wordt genoemd door de EFSA (Europese Voeding Veiligheid Autoriteit) en zeer recent door het gezaghebbende Amerikaanse Institute of Medicin (30 november 2010). De Amerikanen stellen nu ook een maximale inname voor van 4000 iE per dag, een verdubbeling ten opzichte van hun oude advies en het GR advies van 2008.

Aanbeveling
Voor eerste lijn zorgverleners als huisartsen, verloskundigen, verpleeghuisartsen enzovoort is het vooral van belang om de risicogroepen en de klachten te herkennen. Bij onbegrepen klachten van spierzwakte en spierpijn (al dan niet bij de genoemde risicogroepen) moet tevens gedacht worden aan een mogelijk vitamine D gebrek. Diepe deficiënties (met waarden < ca 25 nmol/l) kunnen het beste met een stootkuur behandeld worden.

Zie ook http://www.ntvg.nl/publicatie/Nieuw-licht-op-vitamine-D (met discussies over deze tekst)
Dit artikel afdrukken