Tweehonderd actievoerende Urker vissers hebben de vismijn gesloten. Ze doen een beroep op hun collega's in Scheveningen en op Texel om hun voorbeeld te volgen. Met z'n allen brengen ze bergen puike platvis (tong, schol en tarbot) naar de wal. Zoveel dat ze niets meer waard zijn. Ook de Belgen en Fransen landen scheepsruimen vol vis aan en bederven daarmee hun markt.

Teveel vers = dom
In de krant staat het als een berichtje over stakers die als zielige vissers niets verdienen. Wie er echter even over nadenkt, schudt zijn hoofd. Hoe is het mogelijk dat mensen zo stom zijn dat ze allemaal zoveel mogelijk uit zee trekken om dan aan land te ontdekken wat iedereen weet: je moet nooit teveel vers spul ineens op de markt brengen. Dan kraaien de klanten victorie en willen ze het alleen voor niets hebben. Jij moet er immers van af.

Absurd
Hoe kan het toch dat niemand bedenkt dat je gewoon even afspraken moet maken over de hoeveelheid? Nou ja, bedenken zal iemand het wel. De echte vraag is dus waarom niemand het organiseert. We moesten toch zuinig zijn op de zee en de vis daarin?

Ik kan niet ontkennen dat ik er blij mee ben. Nog nooit belandden hier in korte tijd zoveel zalige tarbotten en grieten in de pan. Iemand moet zich tenslotte opofferen om die verse vangst weg te werken. Maar het knaagt, want het is absurd. Tarbotten en grieten zijn zo lekker dat ze de hoofdprijs verdienen!

Fotocredits: Pet Turbot, uitsnede, Mark Robinson
Dit artikel afdrukken