Tegenlicht maakt een verkenningstocht naar het eten van morgen. Onze voedselproductie nu is nog altijd voor een groot deel afhankelijk van fossiele brandstoffen. Die raken echter op en gaan ons dus niet helpen om in 2050 9 miljard mensen te voeden. In Nederland, België en Silicon Valley werken inmiddels talloze start-ups aan manieren om hier met slimme technologie, big data en nieuwe distributiesystemen oplossingen voor te realiseren.

Het eten van morgen moet naast duurzaam, lekker en biologisch, vooral ook voedzaam en in voldoende mate beschikbaar zijn. Gaat het deze nieuwe generatie voedselbedrijven lukken om ons van voldoende en goed eten te voorzien?

De steenbolk
Tegenlicht spreekt in 'Digitaal voedsel' met Michael Pollan, topkok Dan Barber en filosoof Julian Baggini.
Verder komen langs: food scanners, gewasrotatie voor boeren aangevuld met data, superefficiënte slateelt met LED-licht en de herintroductie van vergeten voedsel. En niet te vergeten: 'een Belgische website heeft al ons eten tot op moleculair niveau in een databank gestopt. Hiermee kan de steenbolk, van onbetekenend visje tot culinaire delicatesse worden omgetoverd', meldt Tegenlicht alvast.

Silicon Valley
In The Economist verscheen vorige week een compacte analyse van een aantal Silicon Valley initiatieven.
vertrouwt de doorsnee consument deze nieuwe high tech producten waarvan een niet gering aantal uit grote plantenfabrieken zal komen?
Zij kijken met totaal andere ogen naar voedselproductie dan de traditionele voedselfabrikanten. De huidige manier om eten te maken is 'inefficiënt, niet diervriendelijk en moet hoognodig op de schop'. Silicon Valley start-ups denken dat zij over de juiste instelling en capaciteiten beschikken om zo'n drastische ommezwaai te bereiken.

Net zo lekker maar gezonder en goedkoper
De grote gemene deler van alle start-ups is dat zij streven naar eten op plantaardige basis, dat gezonder, biologisch, vrij van pesticiden en goedkoper maar net zo lekker en verzadigend zal zijn als dierlijke producten. Maar met een veel lagere impact op grondstoffen en milieu. Daarmee kiezen ze dus voor een andere aanpak dan bijvoorbeeld Soylent, dat alleen voor de benodigde nutriënten gaat en smaak en textuur buiten spel zet. Deze start-ups investeren ze in complete wetenschappelijke teams die tot op molecuulbasis op zoek gaan naar stofjes die de smaak en textuur van dierlijke producten kunnen imiteren. Sommige bedrijven hebben hun producten al in de winkel liggen. Dat kan zelfs tot verrassingen leiden: recent kwam aan het licht dat supermarktketen per ongeluk een salade met 'kip' van Beyond Meat had verkocht als echte kip. Als een medewerker er niet achter was gekomen, zou niemand het opgemerkt hebben, laat staan zijn beklag gedaan.

Juist niet voor vegetariërs
Andere bedrijven zitten nog midden in de onderzoeksfase. Het is voor iedereen duidelijk dat ze bezig zijn met een revolutie. Ze mikken niet alleen op de vegetarische of veganistische markt, maar juist op iedereen die van vlees, melk, eieren of kaas houdt. Dus ligt de nadruk op het repliceren van de vlees-, kaas- en roomsmaak en textuur waar zo veel mensen dol op zijn. "We willen een product leveren waarvan een burgerliefhebber zegt dat het lekkerder is dan welke burger dan ook", zegt dr. Patrick Brown, oprichter van Impossible Foods.



Investeerders
De 'digital food' start-ups hebben niet te klagen over belangstelling - en geld - van de kant van investeerders, waaronder Google Ventures en Bill Gates. "Als wij [plantaardig] voedsel kunnen leveren dat gezonder, even smakelijk of lekkerder en tegelijk goedkoper is, zitten we gebeiteld", zegt Samir Kaul van investeerder Khosla Ventures. Alleen de rundvleesmarkt in de VS is al $ 88 miljard waard. En de sauzenmarkt, waar Just Mayo grote stappen maakt, genereert jaarlijks $ 2 miljard.

De grote vraag is en blijft echter: vertrouwt de doorsnee consument deze nieuwe high tech producten waarvan een niet gering aantal uit grote plantenfabrieken zal komen?

Fotocredits: plantaardige cheeseburger, Impossible Foods
Dit artikel afdrukken