De geur van lekker eten aan zee, dat is de mooiste herinnering van Ursula Ferrigno, een half-Italiaanse die geboren werd in de Zuid-Italiaanse regio Campanië maar alweer jaren in London woont en werkt. Ze is een succesvolle kok en culinair auteur met een aangeboren liefde voor de Zuid-Italiaanse keuken die ze koestert. Ze leerde als kind van haar grootmoeder koken en ze kan derhalve putten uit de beste bron voor authentieke huiselijke Zuid-Italiaanse gerechten. Geen wonder dat het vrijkomend aroma van bereidde visgerechten - die Italianen in huiselijke kring altijd op terras of balcon bereiden (om geen luchtjes in de ‘mooie’ keuken te hebben!) - vermengd met de frisse zeelucht die langs de wereldberoemde kuststrook van deze regio waart.

De geur van verse mediterrane vis op de gril samen met geurige citroen, rozemarijn en vers laurierblad (een oer-combinatie in de kuststreek van Campanië), dat is wat Ferrigno als het ware ‘ruikt’ als ze haar ogen sluit en aan haar kinderjaren bij Oma in de keuken denkt. Tegenwoordig verdeelt ze haar tijd over het schrijven van kookboeken en het geven van kookworkshops. Voor ons Noorderlingen en praktisch gemak heeft ze de kraakverse Mediterrane vis op de gril getransformeerd naar meer hanteerbare scallops (de ‘nootjes’ van ontschelpte sint-jakobsmosselen die ook wel coquilles worden genoemd) die in Nederland goed verkrijgbaar zijn bij goed gesorteerde visverkopers. Ze rijgt de blanke, malse sint-jakobsmosselen aan spiesjes, om en om met schijfjes citroen en blaadjes laurier en schuift ze in de oven. Voor extra smaakbeleving en visuele streling, rijgt ze de boterzachte sint-jakobsmosselen aan afgeriste houterige takjes van een rozemarijnstruik en gaart de spiesjes in een goed warme oven. Spekkie voor ons bekkie!

Spiedini di Capesante, voor 4 personen
Ingrediënten:

- 4 of 6 sint-jakobsmosselen per persoon
- 4 of 6 houterige takjes verse rozemarijn
- 2 onbespoten citroenen
- circa 24 verse laurierblaadjes
- olijfolie extra vergine
- fijn zeezout

Bereiding: Ris de naaldjes van de takjes rozemarijn af maar laat de top zitten als decoratief toefje. Hak 4 eetlepels van de rozemarijnnaaldjes zeer fijn met een mezzaluna (boogvormig hakmes). Giet enkele eetlepels olie in een kom en meng er de fijngehakte rozemarijnnaaldjes door; laat dit een uurtje macereren zodat de olie verrijkt wordt met de vrijkomende rozemarijn-oliën. Laat de sint-jakobsmosselen intussen op kamertemperatuur komen. Snijd de citroenen in niet al te dunne plakjes en halveer ze.

Verwarm de oven voor op 180 °C. Dep de sint-jakobsmosselen eerst goed droog, wentel ze royaal door de ‘rozemarijn-olie’ en rijg ze vervolgens vanaf de kale kant aan de takjes rozemarijn tot aan de top met de toefjes rozemarijnnaaldjes. Zorg dat tussen ieder ‘nootje’ eerst een half plakje citroen en dan een blaadje laurier wordt geregen; eindig met citroen en laurier, kort de spiesjes dan in door het ongebruikte stuk van de takjes deels af te knippen.
Leg de spiesjes naast elkaar op een bakblik, sprenkel nog wat van de rozemarijn-olie over de spiesjes en strooi er nu een weinig zout over. Schuif de bakplaat in het midden van de voorverwarmde oven en laat de nootjes 15-20 minuten garen. Serveer de spiesjes op voorverwarmde borden en giet de vrijgekomen sappen vanaf de bakplaat over de spiesjes. Snuif eerst die heerlijke vrijkomende geuren op alvorens aan te vallen. Geef er wat stokbrood bij voor het opdeppen van die heerlijke sappen.

Je likt er je vingers bij af.

dat was lekker die capesante


Fotocredits: Florine Boucher
Dit artikel afdrukken