image

Vrijdag lag er in het restaurant waar ik dineerde weer een rond papiertje op de boter. Een "boterpapiertje" zal zoiets wel heten. Thuigekomen ging direct de computer aan en ik leerde het volgende :

Blaarkoppen zijn sober, sterk en uiterst efficiënt; ze zijn uitermate geschikt om onder zwaardere omstandigheden toch goed te produceren. Tevens zijn zij een sieraad voor het landschap. De licht gezouten boeren roomboter is een kwalitatief hoogwaardig produkt zonder kleur-, geur- en smaakstoffen, dat zich onderscheid door zijn volle en zuivere smaak.

Maar dit terzijde. Hoewel, wist je dat Leidse kaas in vroeger jaren uitermate geschikt bleek om mee te nemen op de zeereizen die VOC-schepen maakten, daar 30+ magere kaas –in tegenstelling tot volvette Goudse kaas- bij hogere temperaturen rond de evenaar niet smolt? Door het boterpapiertje realiseerde ik me opeens hoe weinig restaurants over hun producten communiceren. Er staat verder nog weleens een foldertje bij het peper- en zoutstelletje over een nieuw drankje dat je gedronken moet hebben, maar dan houdt het snel op. Pas in het middensegment staat er wagyu en blauwvin op het menu als extra kwaliteitsaanduiding. ja, Ras-patat en San Daniele-ham zie je overal.

Mijn analyse van de situatie:
1. De consument is geïnteresseerd in meer informatie over producten.
2. De consument heeft een hogere kwaliteitsperceptie bij producten die bij naam genoemd worden.
3. Een restaurant kan een beter product aanbieden, tegen een hogere prijs (of neppen natuurlijk)

Nu sputtert de broodjesverkoper tegen: "Dan moet ik zeker mijn broodjes gezond met zelfgebakken brood, ambachtelijke boerenham, dito kaas, handgeraapte eko-eieren, sla uit eigen tuin, siciliaanse tomaten, zoeterwoudse boter en vers geklopte mayonaise maken?"

Nee, dat hoeft niet. Doe één of twee van die dingen. Benoem per menukaart een handvol ingrediënten, koop daar een hogere kwaliteit van in en vertel daarover. Koop sowieso biokip of vergelijkbaar in, want industriekip is dieronvriendelijk. En vertel daarover. En zet geen blauwvintonijn op het menu want dat is een bedreigde diersoort. Vertel daar ook over. Vertel.

Nu kent iedereen de mop over de "Oost-Sleeswijk-Holsteiner wilde eend" die een restaurant op de kaart had staan. Een gast had daar zijn twijfels over maar bestelde hem. Toen de eend geserveerd werd stak de gast zijn vinger in de holte van de eend, proefde en zei: "Ober, dit is geen wilde eend." Zonder protest ging de eend terug en een tijdje later werde een nieuwe opgediend. Weer ging de vinger erin en proefde de man met aandacht: "Hmmmmm, dat is een wilde eend, lekker. Maarrrr, dit is zeker geen Oost-Sleeswijk-Holsteiner wilde eend!" Weer terug met het beest. Weer een poos later werd de derde eend gekeurd met de vinger: "Ahaaa!, maar neeeee, nee, nee, dit arme dier is misschien over de grens gevlogen, maar dit is zeker geen echte Oost-Sleeswijk-Holsteiner wilde eend." De ober moest weer terug naar de keuken. De eend die daarop volgde toverde een glimlach op het gezicht van de gast: "Ja, ober, eindelijk, dit is een Sleeswijk-Holsteiner wilde eend. Maar helaas geen OOST-Sleeswijk-Holsteiner wilde eend, zoals waar ik om gevraagd had. Inmiddels de uiterste wanhoop uitstralend kwam de ober nog weer een tijd later opnieuw terug met een eend. Weer ging de vinger in de holte van de eend, de gast proefde en begon te stralen: "Echte Oost-Sleeswijk-Holsteiner wilde eend! En wat is deze prachtig bereid.! Breng mij de chef zodat ik hem kan bedanken!!!" De chef (duidelijk niet aL te blij) verscheen even later. De enthousiaste gast overlaadde hem met complimenten en zei dat het hem verbaasde dat hij zo'n uitzonderlijke chef nog niet kende. "Waar komt u vandaan?" Daarop liet de chef zijn broek zakken en toonde de gast zijn holte.

Met andere woorden, je moet ook niet overdrijven.
Dit artikel afdrukken