Een studie onder meer dan 5.600 Britse vrouwen tussen 40 en 50 jaar, bracht aan het licht dat 3,6% een eetstoornis zou hebben. De meesten daarvan verbergen hun eetprobleem voor hun omgeving.

Onderzoeker Nadia Micali: “Veel vrouwen die meededen aan de studie vertelden ons dat het pas de eerste keer was dat ze over hun eetprobleem spraken. We moeten leren begrijpen waarom veel vrouwen geen hulp zoeken.”

Schaamte en stigmatisering
Volgens onderzoeker en psycholoog Radha Kothari zouden de cijfers in werkelijkheid nog hoger kunnen liggen. “Mensen met een eetstoornis zoeken vaak geen hulp vanwege gevoelens van schaamte en de angst gestigmatiseerd te worden. Bij oudere volwassenen is dit waarschijnlijk vaker zo dan bij kinderen en adolescenten, omdat ouders en leraren ze aanmoedigen hulp te zoeken.”

Een groot deel van de mensen met een eetstoornis zei dat ervaringen uit hun jeugd aan de basis liggen van hun eetprobleem, zoals een ongelukkige kindertijd of een scheiding van de ouders. Seksueel misbruik in de jeugd was vooral geassocieerd met binge-eating, vreetbuien. Een warme band met de moeder bleek juist beschermend te werken tegen boulimia nervosa.

Hulp zoeken
In totaal zei 15,3% van de vrouwen op enig moment in hun leven een eetstoornis te hebben gehad. Volgens Tom Quinn van B-eat, een stichting die zich inzet voor mensen met eetstoornissen, is het belangrijk dat een eetprobleem ook bij oudere mensen tijdig gesignaleerd wordt. “Volgens het stereotype zijn mensen met een eetstoornis jonge mensen. Dit stigma kan ervoor zorgen dat mensen geen hulp zoeken voor deze ernstige mentale ziekte, terwijl de kans op herstel veel beter is als er snel behandeld wordt.”

Wie een eetstoornis heeft, moet worden aangemoedigd daar over te praten. Uiteraard is dat een even nare als rare conclusie, als je er wat langer over nadenkt: de afwijking lijkt behoorlijk vaak voor te voorkomen en is slechter te behandelen naarmate de leeftijd vordert.
Dit artikel afdrukken