Gisteren werd de lekkerste rookworst gekozen. Kok Wind was uitgenodigd om een lekkere niet-worst te maken en Natuur & Milieu adviseerde de Nederlandse worstenmakers worst beter te neppen, want de huidige vleesvervangende 'rookworsten' waren nog geen prijsje waard. Het valt hier allemaal na te lezen.

Ik schreef een paar dagen geleden een kritisch stukje over zo'n duurzame rookworstenverkiezing. Hoezo een restproduct nog duurzamer maken? Een restproduct goed verwerken, niks weggooien dus, that's all. Of het helemaal niet maken omdat het basisproduct maar beter niet gemaakt kan worden. Da's ook duurzaam. Zo moest ik het niet zien. Ik kreeg meteen op m'n kop van Natuur & Milieu. Volgens hun adviseur Sijas Akkerman moest ik maar even afwachten.

Dat deed ik en ik luisterde goed. Akkerman zei gisteren iets dat me buitengewoon intrigeerde omdat we kennelijk de worst moeten gaan neppen: 'Stop meer plantaardige ingrediënten in rookworst, maak meer gebruik van kip'. Nou hoort rookworst niet van kip te zijn, maar daar zal ik niet over zeuren. Rookworst is namelijk van vlees en dat is kip ook. Maar nu moet er dus plant in.

Dat betekent toch dat je als consument belazerd moet willen worden. Je denkt nl. dat je lekker aan de eiwitten gaat - 'worst' - maar je gaat aan de 'plant' en dan is je worst opeens duurzaam. Je verwacht eiwitten, maar weet niet meer wat je binnenkrijgt; neem je bijvoorbeeld vleesvervangers gemaakt van tarwe dan heb je niet veel eiwit. Vleesvervangers lijken op "truffelolie", dat goedje dat niets te maken heeft met truffels.

We bekritiseerden het Voedingscentrum kortgeleden vanwege de hoofdprijs die het gaf aan met 'vleesvervanger' verdund gehakt. Dat werd extra mager genoemd door AH, maar het gehakt was helemaal niet magerder. Misschien was het zelfs wel vetter. Omdat er minder vlees in zat en het dus geen gehakt meer was, werd het magerder. Maar niet vanwege het vlees dus.

Vandaar dit prangende onderwerp: weet je nog wel wat je eet als je duurzaam genept vlees eet? Vlees eet je onder meer vanwege de ons voedingstechnisch zo goed passende eiwitten die daarin zitten. Daarom wist mevrouw volgens de slager vroeger wel waarom ze vlees moest hebben. Hoeveel eiwitten hebben we eigenlijk nodig? Het antwoord op die vraag is niet onbelangrijk. Als je denkt dat je een vleesequivalent koopt, moet je er ook van uit kunnen gaan dat dat verdunde vlees ook echt 'als vlees' is.Voor het Voedingscentrum en Akkerman is dat zo. Maar dat klopt niet. Er zijn vleesvervangers met heel weinig eiwit en er zijn er met heel veel. En dan hebben we het nog niet eens over de vraag hoe die eiwitten zijn samengesteld, want jazeker, ook daar zit het nodige verschil in. Plantaardig eiwit is in de regel heel anders samengesteld dan dierlijk.

Is duurzame worst dus wel een vleesequivalent? Om het nog anders te zeggen: vervangt de vervanger wel wat hij zegt te vervangen of vergelijken we gewoon appels en peren om lekker duurzaam te doen?

Dat weet niemand en daarom mag daar wel eens een uitspraak over komen. Dat vertelde Jos Hugense van Meatless in Goes Co Scholten en ondergetekende vorig jaar. Jos maakt het soort plantaardige vleesverdunners dat in het prijswinnende AH gehakt van het Voedingscentrum gaat. Hij is een volstrekt eerbaar mens en wil daarom weten of hij iets als een volwaardig substituut of als eiwitbedrog verkoopt.

De tijd is nu eindelijk rijp voor de video van het gesprek met Jos Hugense (zie hieronder) die daarin een oproep doet aan de Gezondheidsraad om met een uitspraak te komen.
Het grote neppen blijkt nl. begonnen. Plantaardig spul is niet zomaar namaakvlees. Duurzaam namaakvlees zou weleens nep kunnen wezen.
Klinkt het ingewikkeld?

Tis heel makkelijk. De vraag is gewoon of 100 gram echte rookworst niet eigenlijk precies hetzelfde is als 150 gram duurzame, nl. 100 echte en 50 plant. Daar schiet je dus niks mee, behalve dan dat je er teveel van moet eten. Daarom moet je mogen weten hoe het zit.




Een kijkje in de Meatless keuken from Co Scholten on Vimeo.

Dit artikel afdrukken