Wetenschappers van het University College London onderzochten hoe de groepssamenstelling van 'moderne' jager-verzamelaarsstammen tot stand komt. Ze verzamelden stamboomgegevens van twee volken die nog altijd als jager-verzamelaar leven, de Agta in de Filipijnen en de Mbendjele BaYaka in Congo. Ook ondervroegen ze honderden groepsleden over onderlinge verwantschappen, verhuizingen binnen kampementen en wie met wie samenleefden.

De onderzochte groepen leven in groepen van zo'n 20 personen, die zich om de 10 dagen naar een volgende plek verplaatsen en leven van hun jachtbuit en visvangst, aangevuld met verzamelde groenten, fruit en honing. Beide seksen brengen evenveel calorieën voor de groep binnen; ook de zorg voor de kinderen blijken ze gelijkwaardig te verdelen.

Verkeerd beeld: de macho-oerman
Onderzoeksleider Mark Dyble zegt in The Guardian: "We denken nog altijd dat jager-verzamelaars een door mannen gedomineerde samenlevingsvorm met veel macho's vormden. Wij denken daarentegen dat pas met de opkomst van de landbouw, toen mensen meer voorraden konden aanleggen, ongelijkheid tussen de seksen een grotere rol ging spelen."

Als alleen mannen invloed hebben op met wie ze samenleven, wordt de kern van een gemeenschap een dicht netwerk van nauw-verwante mannen en verschuiven hun echtgenotes naar de rand
Schijnbare paradox
De wetenschappers stelden een computermodel voor groepssamenstellingen op. Ze gingen bewust uit van de veronderstelling dat jager-verzamelaars een voorkeur hebben voor een leven in familieverband, terwijl in de praktijk hun leefgroepen slechts een paar nauwe verwanten bevatten.

Als alleen mannen zeggenschap zouden hebben over de groepssamenstelling, bleken er nauw-verwante familiekernen te ontstaan. Hadden beide seksen een gelijkwaardige stem, dan lag het gemiddeld aantal nauw-verwante individuen in een groep veel lager. Dat bleek bij de onderzochte jager-verzamelaarsstammen juist de meest voorkomende situatie te zijn. "Als alleen mannen invloed hebben op met wie ze samenleven, wordt de kern van een gemeenschap een dicht netwerk van nauw-verwante mannen en verschuiven hun echtgenotes naar de rand. Als mannen en vrouwen samen besluiten, gebeurt het gewoon niet dat vier of vijf broers samen leven."

Die grotere spreiding lijkt een evolutionair voordeel met zich mee te brengen
Evolutionair voordeel door grotere en lossere netwerken
Die grotere spreiding lijkt een evolutionair voordeel met zich mee te brengen. De rondtrekkende groepen bouwden zo immers wijdere sociale netwerken op en maakten nauwe samenwerking tussen niet-verwante individuen mogelijk. "Het levert een veel wijdvertakter sociaal netwerk op met een grotere keus aan partners, dus er is minder gevaar van inteelt. Bovendien komen mensen met meer anderen in contact waardoor ze innovaties kunnen delen, iets wat mensen bij uitstek kunnen", zegt Dyble.

Landbouw verstoorde gelijkwaardigheid
De spreiding over in een netwerk samenhangende groepen en de gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen bij de jager-verzamelaars veranderden toen landbouw een belangrijkere rol ging spelen. Daardoor konden mensen bezittingen opbouwen en raakte het open systeem uit evenwicht. "Mannen kunnen er meerdere vrouwen op na houden en ook meer kinderen krijgen dan vrouwen", stelt Dyble. "Het levert mannen meer op om voorraden en bezittingen op te bouwen en het wordt gunstiger om allianties aan te gaan met mannelijke verwanten."

Fotocredits: 'In the canoe', Hans Splinter
Dit artikel afdrukken