Albanië
Vijf keer in mij leven liep ik een zware voedselvergiftiging danwel -infectie op. De buikloop in het smerige Albanese buschauffeurshotel vol kakkerlakken in hartje Tirana zal ik niet licht vergeten; kruipend begaven ik en mijn vriendin Annelies ons van bed naar toilet; soms ging het halverwege die korte rit al mis. Het was onnodig dat we zo ziek waren geraakt. Want ik wist heus wel dat we die klonterige huisyoghurt op basis van rauwe, half verwarmde melk hadden moeten weigeren, hoe lief en aardig ook van ons gastgezin in die erbarmelijk verarmde, vieze havenstad Vlora. Maar ja, wie A Den Doolaards ‘Het land achter Gods rug’ heeft gelezen, die weet: gastvrijheid op de Balkan is een heilig goed. Die sla je niet af. Er zijn er voor minder vermoord.

Marokko
In de pre-middeleeuwse Marokkaanse stad Fez waren we al even dom bezig. Yassine, onze vriend, reisgenoot en Marokkaans-Nederlandse kok, had nog zo gewaarschuwd: het is nu geen seizoen voor meloen. En ik zag strontvliegen rondjes maken over ons voorgesneden fruitdessert, dat hadden ze al die uren in de keuken vast ook gedaan. Yassine en mijn zoontje Luuk lieten de meloen staan; ik, mijn vrouw en onze dochter Annaïda namen een paar hapjes. De nacht en dag erop waren we flink aan de beurt. Met moeite wist ik mijn huurauto te besturen. Bij aankomst kon het idyllische Chefchaouen me gestolen worden. Ik verkoos het bekende hoteltraject van bed naar toilet.

Mexico en Nederland
In Mexico had ik geluk. Door tijdig over te geven, een hele mik darmstoppers te slikken en vervolgens de 18-urige busrit van Oaxaca naar Chiapas stoïcijns te mediteren, bleef de schade binnen de perken. In Nederland was het een keer raak na het eten van slakken in een Italiaans restaurant. Ik zie de restaurateur nog kijken hoe ik mij plots gezwind van de tafel in de richting van zijn WC begaf. Tussen eerste gang en dessert zat pakweg anderhalf uur, soms is de incubatietijd van virulente bacteriën verrekte kort. De treinreis van Deventer naar Oosterbeek duurde een eeuwigheid. De goden zij geprezen dat stoptreinen in die tijd nog voorzien waren van, hoe vies ook, een wc-pot.

De Dominicaanse Republiek
De eerste prijs, de nummer één van mijn top vijf, gaat naar de Dominicaanse Republiek. Ik was bijna dood. Oorzaak: street food. De hotelkamer was broeierig en klam, terwijl er buiten een lawaaierige generator dieselwalmen stond uit te dampen, de godganse dag, af en toe in stank en geluid overtroffen door voorbij scheurende brommers. Ik heb me verwonderd over de ongekend synchroniciteit van buik- en slokdarmloop toen ik nog vaag bij bewustzijn was op de vloer van de badkamer. Het liedje van voor naar achter van links naar rechts, kreeg een andere dimensie. Daarna duizelde ik weg in bed, met over de veertig graden koorts en waanzinnige hallucinaties. Mijn vriendin en huidige echtgenote deed, ondanks de toenmalige relatieperikelen, vergeefse pogingen om mij wakker te krijgen – de Sheltering Sky sterfscène van Bernardo Bertolucci was er bijna niks bij.

Later, eenmaal terug in Nederland, moet er een microbioloog zijn geweest die een vreugdesprongetje zal hebben gemaakt. Op verzoek van mijn huisarts was mijn post-Dominicaanse poep onder de loep genomen. Wat bleek: in mijn ontlasting zat de Shigella flex neri bacterie. Heel bijzonder, want niet eerder in dat lab vertoond. De Utrechtse GGD adviseerde dringend om niet op een openbare noch op mijn redactie-WC plaats te nemen, dan wel de zaak intens goed te ontsmetten na gebruik. In die tijd deelde ik trouwens een studentenhuistoilet met een zwangere vrouw. Wie weet heeft het GGD-advies levens gered. Want dezelfde bacterie, leerde ik later, was verantwoordelijk voor de dood van drie gorilla’s in het Rotterdamse Diergaarde Blijdorp.

Octopussen
Gelukkig was er ook een mooi moment tijdens onze ruwe trip door de Dominicaanse Republiek. Tijdens het snorkelen ontmoette ik drie schattige, hoog-intelligente octopussen. Ze keken me aan. Haast roerloos. Ik besloot een vinger op te steken. En verdomd: ze deden me na! Ik dacht: wat als ik vier vingers op steek? En ja hoor, zij staken alle drie eveneens precies vier van hun tentakels omhoog! Ik probeerde het Annelies te vertellen. Maar die lachte me op dat palmenstrand vierkant uit. Dat deed ze vele jaren later nog, liefst aan tafel met vrienden. Totdat Martin Gaus een octopus op TV liet zien die heel bewust en geconcentreerd een opgesloten visje wist te redden door kundig met zijn tentakels de dop van de afgesloten jampot te draaien. Annelies was, terecht, met stomheid geslagen.

Weer vele jaren later troffen ik en mijn kinderen een levende Octopus tussen de kribben van het betoverend mooie strand bij Sidi Ifni in het diepe zuiden van magisch Marokko. Ik heb het zwierig zwemmende beest moeten beschermen tegen Yassine. Onze kok had hem graag gevangen en in de pan gesmoord. Wat op zich geen slecht idee was. Octopus is nota bene één van mijn lievelingsgerechten waar ik ook nooit ziek van ben geworden. Ofwel: hier de voedselveilige Octopus met saffraanrisottorijst. A la marocaine dus. Eet smakelijk!

strand Marokka Marcel Silfhout


Recept
- 1 kilo octopus (pulpo)
- 2 el zonnebloemolie
- 2 teentjes knoflook, fijngehakt
- 2 vleestomaten geraspt tot puree
- 2 el bladpeterselie, gehakt
- 2 el koriander, gehakt
- 1 laurierblaadje
- 1/2 tl kurkuma
- 1/2 tl zout
- peper, uit de molen

Saffraanrijst
- 1 teentje knoflook
- 1 sjalotje, fijngesneden
- 2 el zonnebloemolie
- 250 gram risottorijs
- sap van 1/2 citroen
- ongeveer 1/2 liter heet water
- 10 draadjes saffraan, geweekt in een klein beetje warm water
- peper en zout, olijfolie

Bereiding
Octopus: Doe de octopus in een pan en laat zonder toevoegingen met de deksel op de pan in eigen vocht op laag vuur ongeveer in 45-55 minuten gaarsudderen.
Haal uit de pan, snijd in stukjes en zet apart.

Verhit de zonnebloemolie en bak de knoflook, de versetomatenpuree, het laurierblad, de kurkuma, de bladpeterselie, de koriander en wat peper en zout. Voeg de octopus toe en laat op laag vuur ongeveer 20 minuten sudderen.

Saffraanrijst: Fruit de knoflook en het sjalotje in de zonnebloemolie op laag vuur. Doe de rijst erbij en roer tot de rijst glazig wordt. Gier er geleidelijk aan steeds wat water bij. Blijf net zo lang vocht toevoegen en roeren tot de rijst smeuïg is maar de korrel nog heel. Voeg in de laatste 5 minuten de geweekte saffraandraadjes toe. Breng de rijst op smaak met citroensap, olijfolie en peper en zout.

Serveer de octopus met de rijst.

Het recept is afkomstig uit Kookkaravaantje.
Fotocredits: zee en rotsen in Marokko, Marcel van Silfhout
Dit artikel afdrukken