We kwamen in februari en vertrokken het jaar daarop in oktober. Toch heeft die ene viering van de geboorte van het Licht een onuitwisbare indruk op me gemaakt. Kerstmis in de Provence is anders dan elders in Frankrijk. De tradities rond de viering gaan terug tot de achttiende eeuw; ze zijn hier een levendig onderdeel van de kerstviering gebleven.

Wat mij zo aansprak daar in het zuiden, was de intimiteit van de viering. Geen vermoeiende, Hollywood-achtige overdaad hier, maar de viering van wat voor mensen die van oudsher dicht bij de aarde leven wezenlijk is: de terugkeer van het zonlicht na de kortste dag op 22 december. De geboorte van Jezus is veel later als het ware geïmplanteerd in deze periode, het rustmoment op de landbouwkalender én het keerpunt in de zonnekalender.
Jezus is in deze versie dan ook niet in Bethlehem geboren, maar ergens in een dorpje in de Haut-Provence. Daar vormen schapenkuddes en herders een prachtige natuurlijke achtergrond voor het verhaal.

Mijn buurvrouw Henriëtte vroeg me ergens begin december: 'Lucette heb je al santons gekocht en je matjes met graan gezaaid?' Ik wist nog van niets en keek haar vast heel glazig aan. Van haar kreeg ik toen het verhaal van de Noël Provençal te horen. Prachtig!
Ik kocht op een plaatselijke markt een aantal santons – 'kleine heiligen' die het verhaal van de geboorte van het kindje Jezus verbeelden. Deze santons zijn volgens de overlevering de eersten die het kindeke zagen: bewoners van het dorp in de buurt waarvan Maria haar kindeke baart. Een dorpeling ontdekt de heilige familie ergens in een olijfgaard en roept al zijn dorpsgenoten om te komen kijken naar dat bijzondere tafereel. De drie koningen met hun goud en wierook– ach die komen later wel. Het Provençaalse kerstverhaal is er een van gewone mensen die heel dicht bij het wonder van de geboorte van het kind mogen zijn.
We vieren dus het Licht, dat groeit daar buiten aan de hemel, waar de lente al weer staat te trappelen in de coulissen, en het Licht dat tussen ons mensen geboren wordt.

Bij zo'n feest hoort bijzonder eten en daar weten ze in de Provence alles van. Want buurvrouw Henriëtte vertelde me niet alleen de verhalen, ze gaf ook recepten die horen bij het repas de Noël, de maaltijd op kerstavond die je na de kerkdienst met elkaar geniet. Het is een veelzijdige maar ingetogen maaltijd met groenten en vis, zonder vlees. Dat wordt bewaard voor de lunch op de 25e.

In contrast tot de overdaad en stress die nu eenmaal bij 'de' kerstmaaltijd op de 25e schijnen te horen, zijn de kerstavond-gerechten bijna kinderlijk eenvoudig. Pure smaken van lokale producten en zó te maken dat het goede gevoel niet verdwijnt dat je hebt na het zien van het traditionele kerstspel in de kerk (de 'Pastorale'), want niet verstoord door kookpunten in de keuken.

knoflook


Aïgo boulido (Gekookt water of Knoflookbouillon, 4 pers.)
- 4 knoflooktenen p.p.
- 1 liter water
- een bosje tijm en salie
- 1 laurierblad
- 1 theelepel zout
- 4 geroosterde boterhammen
- ca. 100 gr. geraspte gruyère
- olijfolie

Plet de knoflooktenen in de vijzel of met een plat mes. Doe ze bij het gezouten water en breng het aan de kook. Laat 10 min. zachtjes pruttelen met de deksel erop. Doe het vuur uit, voeg de kruiden toe en laat, met de deksel erop, alles een kwartiertje trekken.
Rooster de boterhammen, bestrijk ze met olijfolie en strooi er de kaas op. Leg in elk soepbord een kaasboterham en giet er een flinke lepel van de gezeefde knoflookbouillon overheen. Geef nog wat brood en olijfolie erbij.

Bleekselderijsalade met ansjovispasta
- 1 bos bleekselderij, alleen de zachte delen
- 8 ansjovisjes in olie
- 2 dl olijfolie
- grof gemalen peper
- 1 eetlepel witte wijnazijn

Snijd de bleekselderij in fijne reepjes, vooral de binnenste stelen en blaadjes, en doe ze in een ruime kom. Spoel de ansjovissen af en snijd ze in stukjes, doe ze met de olijfolie in een kleine koekenpan. Breng ze zachtjes aan het pruttelen, doe dan de peper en de wijnazijn erbij. Laat dit alles een klein kwartiertje sudderen al roerend met een houten lepel, tot er een grove pasta ontstaat. Meng die dan door de bleekselderijreepjes en roer alles goed door elkaar. Serveer met lekker brood.
Een koel glas goede rosé uit de Provence (bijvoorbeeld Clos Bernarde of de rosé uit Bandol van Château de Pibarnon) smaakt heerlijk bij de diverse gerechten.

De maaltijd sluit men in de Provence af met de legendarische dertien desserts, met een glas zoete wijn erbij: Muscat des Beaumes- de-Venise of Carthagène. Maar dat is een ander verhaal!
Dit artikel afdrukken