Vandaag schuiven vertegenwoordigers van kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en de agrofoodsector aan bij de Vaste Commissie voor Economische Zaken van de Tweede Kamer voor een rondetafelgesprek over het Nederlandse voedselbeleid. Het is de voorbereiding op de parlementaire discussie die volgt naar aanleiding van de kabinetsreactie op het WRR-rapport ‘Naar een voedselbeleid’ dat meer dan een jaar geleden werd gepubliceerd. Het is een goed leesbaar en helder rapport. Jammer dat het zo lang heeft geduurd voor er een gemeenschappelijke reactie van de ministeries is gekomen.

De kern van het rapport is dat we, net als bij energie, bij onze voedselproductie en –consumptie een omslag moeten maken naar verduurzaming. Alleen dan is voedselvoorziening ook op de lange termijn ecologisch en economisch houdbaar, draagt die voldoende bij aan volksgezondheid en ontstaat er een robuust voedselsysteem voor de toekomst. Dit vraagt een integrale aanpak, een voedselbeleid dat met het oog op de toekomst stuurt op een balans tussen economie en biodiversiteit, klimaat, bodemvruchtbaarheid, energiegebruik en volksgezondheid.

Benadruk niet de verschillen maar het gemeenschappelijk doel
In het debat over voedsel en duurzame landbouw wordt in onze optiek veel vanuit scherpe tegenstellingen geredeneerd waardoor vervolgstappen moeilijk te zetten zijn. Of het gaat om de tegenstellingen tussen biologisch versus gangbare landbouw, lokaal versus mondiaal voedsel of plofkippen versus de kip van morgen: deze tegenstellingen zijn onoverbrugbaar als iedereen blijft vasthouden aan eigen belangen en overtuigingen. Hierbij richten de partijen zich teveel op ‘middelen’ in plaats van ‘doelen’. Consumenten en stakeholders onderschrijven over het algemeen wel hetzelfde doel, namelijk voldoende gezond, betaalbaar veilig en duurzaam geproduceerd voedsel voor iedereen voor altijd. Wij pleiten ervoor om met respect voor ieders mening en benadering gezamenlijk de transitie aan te gaan naar dit gemeenschappelijke doel en de synergie tussen de verschillende benaderingen te versterken. Dit vergt echter een bewust beleid op diversiteit in benaderingen, bedrijven, in de keten.

Onze natuurlijke productiemiddelen raken uitgeput en laten dalende meeropbrengsten zien. Daar komt nog bij dat ze extra gevoelig zijn geworden voor weersextremen als overtollige regenval en droogte
Huidige intensieve landbouw en voedselconsumptie niet duurzaam
De opbrengsten in de Nederlandse landbouw zijn door veredeling en selectie, grote inzet van kunstmest en (chemische) bestrijdingsmiddelen alsmaar gestegen. Daar betalen we echter een hoge prijs voor. Onze natuurlijke productiemiddelen raken uitgeput en laten dalende meeropbrengsten zien. Daar komt nog bij dat ze extra gevoelig zijn geworden voor weersextremen als overtollige regenval en droogte. Cruciale functies van de bodem worden soms niet meer vervuld, zoals goede doorwortelbaarheid en waterbergend vermogen. Ook andere effecten zijn verontrustend: verspreiding van en blootstelling aan toxische bestrijdingsmiddelen en antibiotica, een forse afname van biodiversiteit, achteruitgang van de bodemvruchtbaarheid en ecosysteemdiensten zoals schoon grond- en oppervlaktewater.
Op termijn zijn ook deze effecten een bedreiging voor onze voedselvoorziening en voor een economisch en ecologisch veerkrachtige landbouwsector. In de voedselketen blijkt bijna de helft van het voedsel verloren te gaan en niet te worden geconsumeerd. In de EU wordt 80% van de landbouwgrond gebruikt voor de productie van veevoer. De mondiaal groeiende consumptie van vlees en zuivelproducten legt een groot beslag op de productiemiddelen. Ook vanuit gezondheidszorg en –kosten is er alle reden om onze vleesconsumptie terug te dringen. De maatschappelijke kosten van de huidige voedselproductie en –consumptie en daaraan gelieerde gezondheidskosten worden nog steeds niet in voedselprijzen meegenomen.

Verder kan zo’n voedselbeleid bijdragen aan sterke vermindering van de maatschappelijke kosten op het gebied van gezondheid, het milieu, klimaat en biodiversiteit
Voedsel, gezondheid en landbouw onlosmakelijk verbonden
In 2011 concludeerden de experts van de Wetenschappelijke Raad voor Integrale Duurzame Landbouw en Voeding al dat landbouw en voeding momenteel veel te veel ontkoppeld zijn: ‘Onduurzame landbouw en ongezonde voeding zijn voor een belangrijk deel terug te voeren op verstoorde ecologische en sociale samenhangen en relaties.’ Dat leidt tot een situatie waarin interventies in het ene deel van de keten tot problemen in een ander deel van de keten leiden. Zo is bijvoorbeeld het gebruik van antibiotica in de veeteelt inmiddels een probleem geworden voor de humane gezondheid in verband met groeiende antibioticaresistentie in ziekenhuizen. Ook vanuit het Louis Bolk Instituut pleiten wij voor het integraal benaderen van landbouw, voeding en gezondheid: deze zijn namelijk onlosmakelijk met elkaar verbonden en dit moet tot uitdrukking komen in voedselbeleid. Juist in een dergelijke systeemaanpak wordt recht gedaan aan de evenwichtige samenhang binnen de keten, redenerend vanuit gezonde voeding voor iedereen met behoud van productiemiddelen voor altijd. Verder kan zo’n voedselbeleid bijdragen aan sterke vermindering van de maatschappelijke kosten op het gebied van gezondheid, het milieu, klimaat en biodiversiteit.

Verduurzaming vergt inzet op een eiwittransitie
Voor het voeden van een wereldbevolking van op termijn negen miljard mensen is een aanpassing van het consumptiepatroon dus onvermijdelijk. Ook voor milieu, klimaat en gezondheid zou het goed zijn als we in Nederland onze eiwitproductie en -consumptie aanpassen. Meer plantaardige eiwitten, eveneens gepropageerd door EU-beleid, en duurzamere dierlijke producten bieden hiervoor kansen. Een goede strategie voor de eiwittransitie behelst bijvoorbeeld1:
- Voor veel consumenten vermindering van de eiwitconsumptie en verschuiving naar een gezonder eetpatroon
- Meer plantaardige eiwitten, minder dierlijke eiwitten
- Productie van meer duurzame (plantaardige) eiwitten in Nederland
- Ketenoptimalisatie, zoals verbeterde stikstof (nutriënten)- en koolstof-efficiëntie

Het versnellen van de gewenste eiwittransitie vergt verandering van eetpatronen en daarnaast verandering in de agrofood sector en de politiek-bestuurlijke aansturing daarvan. Een eiwitdoelstelling vergelijkbaar met de energiesector ten aanzien van.a.v. het aandeel duurzame energie kan daarbij leidend zijn. Last but not least: een dergelijk voedselbeleid zal de volksgezondheid positief beïnvloeden. Gezien de exponentieel stijgende kosten voor Nederlandse gezondheidszorg is dit een niet te verwaarlozen spin-off.

1. Bergsma et al. 2015 Strategieën voor de eiwittransitie. 2.C01.0\GB, Delft

Toegevoegd (donderdag 4 februari): de gehele twitter timeline #rtvoedsel over de Ronde Tafel





Fotocredits: Hofvijver, Den Haag, Rene Mensen
Dit artikel afdrukken