Het artikel is gebaseerd op een uitgebreid onderzoek van Afrikaanse en Nederlandse journalisten. Wat blijkt? Veel boeren zijn in naam fairtrade, maar weten daar zelf niets van. Ze verdienen niet of nauwelijks meer dan een gewone boer. Boeren die het wel weten, klagen ook. De extra fairtrade- premie is een fooi en het is nog een heel gedoe om die fooi te bemachtigen.

Het verbaast mij niets. Toen wij jaren geleden met de Tony’s- reep begonnen, onderwierpen wij die aan een eigen onderzoek in De Keuringsdienst van Waarde. We kwamen dezelfde misstanden tegen: boeren die contributie moesten betalen aan een coöperatie die meer kostte dan het fairtradesysteem opleverde; achterstallige betaling van premies en slechte controle op de herkomst van de bonen.

Alles draait om die coöperaties. Die moeten de fairtradepremies verdelen. In principe is dit goed: doordat boeren samenwerken in een coöperatie, kunnen ze gezamenlijk machines kopen en werken aan een meer efficiënte landbouwmethodes, waardoor hun opbrengst omhoog gaat. Ook kunnen zij afspraken maken over de werkomstandigheden. Veel coöperaties deugen, maar sommige zijn zo groot dat de individuele boer er nauwelijks meer iets in te brengen heeft. Het zijn bedrijven geworden, waar het fairtradegeld blijft hangen in de overhead en bij de baasjes. Uitbuiting met een kus van de eerlijke juffrouw.

Daar is van alles aan te doen: haal je cacao van één plek haalt die je kent, stel scherpe eisen en voer strikte controles uit. Maar als je eenmaal zover bent, waar heb je Max Havelaar dan nog voor nodig? Nergens voor. Maar zonder gaat niet. Max Havelaar is als de maffiabaas die bescherming biedt. Zodra je als bedrijf zegt geen prijs meer te stellen op het keurmerk, trekken alle leveranciers ( van Albert Heijn tot de wereldwinkels) hun bestellingen in. Daar betaal je dus twee cent per reep voor.

Fotocredits: Rienk-Jan Schurer
Dit artikel afdrukken