Mark Bittman schrijft 'on food and all things related' en dit keer is dat letterlijk van toepassing. Hij merkt dat er meer en meer aandacht komt voor de ingrediënten van ons eten en minder voor de kokskunsten. De afgelopen tien à vijftien jaar zijn koks al 'de boer op gegaan', op zoek naar de lekkerste en meest verse ingrediënten. In deze nazomertijd, waarin er veel, divers en overvloedig vers eten beschikbaar is, ligt lekker vers voor vrijwel iedereen onder handbereik, al dan niet omdat lokale supermarkten directe lijntjes hebben met boeren in de buurt.

Bittman hoort zijn critici al roepen: vers fruit en groenten zijn te duur voor veel mensen! Daarom komt hij met een breed actieplan met drie punten opgesteld waarmee het voor meer mensen mogelijk moet worden echt eten te kopen. Zijn punten:

1. We moeten werkloosheid terugdringen en het minimumloon verhogen (ook dat voor arbeiders in de landbouw en restaurantpersoneel). Dit gaat (uiteraard) verder dan alleen voedselproductie, maar het is essentieel voor het verbeteren van de kwaliteit van leven voor veel, zo niet de meeste Amerikanen.

2. We moeten de steun die we geven aan degenen die 'food stamps' (voedselcoupons) krijgen niet terugdringen, maar uitbreiden. Een goed voorbeeld is het Health Bucks programma van New York City, waar food stamps meer waard zijn in boerenmarkten (die, over het algemeen, geen met suiker gezoete dranken verkopen!)

3. We moeten niet alleen het onzinnige en verspillende systeem aanpakken dat mais en soja subsidieert om er junk food en biofuel van te maken, maar lokale en nationale wetgeving steunen die het ontstaan van nieuwe kleine en middelgrote boerderijen stimuleert. We moeten zowel nieuwe als bestaande boerderijen aanmoedigen een breed scala aan groenten en fruit te kweken, dieren op verantwoorde wijze te houden en goed te behandelen met een combinatie van moderne en bewezen technieken, en hun producten verstandig gebruiken.

Kortom, we hebben meer boeren nodig in plaats van zakenlieden die op combines van een half miljoen dollar rondrijden. En als je nog geen echte boer hebt gezien, ga dan eens kijken bij een kleine teler: het is verbijsterend hoeveel er op een relatief klein stukje grond kan groeien. Stel je dan duizenden kleine en middelgrote boerderijen voor die op dezelfde manier beplant zijn: de groenten regionaal verkocht, de varkens gevoerd met afval, compost om de grond te bemesten, koeien in de wei, melk voor kaas..."

Bittman merkt vervolgens koeltjes op: "De tegenstanders zullen roepen: 'deze manier van boeren zal niet genoeg mais en soja opleveren voor onze junk food en cheeseburgers!' en daar gaat het nu precies om. Het zou genoeg voedsel opleveren om ons allemaal goed te laten eten. Het zou genoeg voedsel opleveren om de hysterie over het niet kunnen voeden van de verwachte 9 miljard aardbewoners af te remmen. We doen het immers al niet zo geweldig met het te eten geven van de huidige 7 miljard. Waarom? Vooral omdat er teveel grondstoffen gebruikt worden voor het produceren van junk food en dierlijke producten."

Volgens Bittman hoeft het niet zo moeilijk te zijn echte boeren weer in ere te herstellen. Nog niet zolang geleden voorzag het Noord-Oosten van de Verenigde Staten vrij eenvoudig in z'n eigen voedselbehoeften. Een grote variëteit aan boerderijen leverde dagelijks producten, die per trein naar New York werden vervoerd en daar de volgende dag vers werden verkocht. Lokaal produceren en dat in de regio verkopen is volgens Bittman niet alleen praktisch uitvoerbaar, maar brengt ook de trots van de boer en de waardering voor de echte seizoenssmaken weer op het niveau waar ze horen.

Bittman besluit: "Maar voor deze prachtige groentjes hebben we echte boeren nodig die echt eten maken, en de wil om een kapot voedselsysteem te hervormen. Voor dat laatste moeten we niet alleen de boer in ere herstellen, maar ook voor hem opkomen."

Fotocredits: Carly & Art
Dit artikel afdrukken