We bewegen te weinig en dat is niet goed voor onze gezondheid. In een tweejarig onderzoek probeerden het VUmc, RIVM, GGD en de gemeente Amsterdam er achter te komen wat er moet gebeuren om mensen wél in beweging te krijgen.

Het Parool berichtte vorige week over het resultaat: leuk de buurt op, dan gaan mensen wél lopen en fietsen.

De Nederlandse norm voor gezond bewegen is 5 dagen per week minstens 30 minuten matig intensief bewegen. Dit haalt bij lange na niet iedereen; 40 procent van de Nederlanders beweegt te weinig. In het onderzoek Park of Perk brachten de onderzoekers in kaart hoeveel jongeren, volwassenen én ouderen écht bewegen.

In vier Amsterdamse buurten werden steeds 30 proefpersonen gedurende een week uitgerust met GPS-trackers om vast te stellen hoeveel zij bewogen en wat de invloed van de inrichting van hun buurt op hun beweeggedrag was. Na afloop van de week vroegen de onderzoekers waarom bepaalde vervoerskeuzes waren gemaakt. "Nu we weten hoe mensen keuzes maken, hebben we aanknopingspunten om het gedrag te veranderen", stelt Jolanda Maas, senior onderzoeker Omgeving en Gezondheid bij VU en VUmc in Het Parool.

Groene route
Het onderzoek maakte duidelijk dat afstand en tijd de belangrijkste factoren zijn bij de keuze van vervoersmiddel en route. Op weg naar werk op school kiezen mensen voor de snelste, kortste en efficiëntste wandel- of fietsroute. In hun vrije tijd geven ze de voorkeur aan een mooie, groene route. Een interessante bestemming helpt sowieso om mensen in beweging te krijgen.

Winkelaanbod
Voor een interessante bestemming hoef je niet ver te zoeken. Naast een goede mix van winkels en supermarkten zijn voldoende bankjes, groene routes en parken met verschillende faciliteiten (zoals een kinderboerderij, speeltuin en koffietent) belangrijk voor ons beweeggedrag. Jolanda Maas merkt op dat "mensen graag een doel hebben als ze een wandeling maken. Winkelvoorzieningen, pleinen, groene routes en parken worden als interessante bestemmingen beschouwd. Een goede mix van winkels en supermarkten stimuleert het beweeggedrag. Als mensen ontevreden zijn over het winkelaanbod, nemen ze vaker de auto naar een andere wijk om boodschappen te doen. Bijvoorbeeld als er alleen een Albert Heijn in de buurt is, terwijl ze liever naar de Aldi, Lidl of Dirk van den Broek gaan."

Gemeentes kunnen dus veel doen qua buurt inrichting om mensen te stimuleren tot meer bewegen. Maas beveelt de betrokken gemeenteambtenaren dan ook aan om in hun buurten aan de slag te gaan.

Fotocredits: ‘Ladies at the park', Tanel Teemusk
Dit artikel afdrukken