Felle discussie was er wel, gisteren bij het tweede debat van It's the Food, my Friend in De Rode Hoed, over vluchtelingen, landbouw en voedsel. De strijd ging echter niet over kunstmest en biologische landbouw, zoals misschien te verwachten was, na de discussie op Foodlog. Hoofdspreker Henk Breman legde op gepassioneerde wijze, met een enigszins geaffecteerde tongval en met inzet van 40 jaar praktijkervaring in Afrika uit waarom geïntegreerd beheer van bodemvruchtbaarheid (ISFM) volgens hem keihard nodig is in de Sahel om de voedselproductie te laten groeien. Nu groeit de bevolking al jaren sneller dan de voedselproductie.

Mineralen én koolstof nodig
"Ik ben hier niet om kunstmest te promoten," zei Breman. "Ik wil promoten dat Afrika de mogelijkheid krijgt om productief te zijn. Samen met kunstmest moet de bodemorganische stof verbeterd worden. Naarmate het gehalte organische stof stijgt, verbetert het waterhoudend vermogen, neemt de concurrentie tussen bodemorganismen en het gewas af, en neemt de kunstmestefficiëntie van jaar tot jaar toe. Dat is wat ik propageer." Een vragensteller in de zaal suggereerde nog dat het gebruiken van afvalstromen uit de stad een alternatief voor kunstmest kan zijn. Breman beaamde dat het zinvol is om de reststromen te gebruiken, maar voegde er meteen aan toe: "Het heeft niets met een oplossing te maken". Dieper werd hier niet op ingegaan.

henk breman it's the food my friend


Afrika moet een marktgerichte landbouw kunnen ontwikkelen op basis van gezinslandbouw, maar niet de stap naar industriële landbouw maken. Laat de mensen zichzelf voeden
A.u.b. geen industriële landbouw en irrigatieprojecten
Breman pleit ervoor dat Afrika alsnog de 'Groene Revolutie' krijgt die het in de jaren '70 is misgelopen, maar hij is tegen de gemechaniseerde aanpak die daar in andere landen achteraankwam: "Afrika moet een marktgerichte landbouw kunnen ontwikkelen op basis van gezinslandbouw, maar niet de stap naar industriële landbouw maken. Laat de mensen zichzelf voeden." Daarbij moet het Westen beseffen dat nutriënten het grootste probleem zijn, niet de droogte. "Ze willen nu met de Wereldbank een enorm irrigatieproject van 600.000 hectare aanleggen, een tragedie in de maak. We weten uit langjarige samenwerking met Mali allang dat niet de droogte de bottle neck is, maar de verarmde bodem. Irrigatie gaat de problemen alleen erger maken, want het maakt de semi-nomadische veehouderij kapot. En dat is juist de meest productieve landbouw die de streek kent."

Liberalisering oorzaak instabiliteit Syrië
De felste discussie ging gisteren over wat volgens de Breman de oorzaak is van de vluchtelingenstroom uit Afrika en het Midden-Oosten: liberalisering. Breman vertelde, met een beroep op een artikel van Roger Andrews (Drought, Climate, War, Terrorism, and Syria) dat in Syrië niet de klimaatopwarming en droogte de instabiliteit heeft veroorzaakt, maar de liberalisering van de landbouw door Assad in 2007. "Tot dan toe had Syrië een heel effectieve landbouwpolitiek. Ze hebben bevolkingsgroei van 5 miljoen in 1960 tot 22 miljoen kunnen bijhouden met productiegroei." Maar na de liberalisatie van Assad werd kunstmest heel duur, het gebruik kelderde, en ook de diesel steeg sterk in prijs. De tarweproductie daalde van 250 naar 150 kilo per hoofd van de bevolking, het bestand aan landbouwdieren kelderde, en de voedselprijzen vlogen omhoog. De eerste rebellie volgde in 2011.

De liberalisering moet ver terug, wil de Afrikaanse landbouw een kans maken
Liberalisering moet ver terug, maar hoe?
Ook in het westen van Afrika wordt de ontwikkeling van de landbouw belemmerd door oneerlijke concurrentie uit het Westen, ook Nederland, aldus Breman. Hij concludeerde: "De liberalisering moet ver terug, wil de Afrikaanse landbouw een kans maken."
"Waar moet je dan beginnen om de liberalisatie aan te pakken?", vroeg gespreksleider Felix Rottenberg terecht. Breman gaf aan dat dit niet zijn expertise is. Niek Koning, gepensioneerd Wageninger, had wel een suggestie vanuit de zaal: "We hebben zo een spreker van het ministerie van Buitenlandse Zaken, Bram van Ojik. Dat Ministerie steunt keihard de EU partnerschapsovereenkomsten, die West-Afrika dwingen om markt te openen voor FrieslandCampina."

Van Ojik: "Wij zijn nu de vragende partij"
Bram van Ojik kwam even later aan het woord. Hij haastte zich te verklaren dat Nederland en de EU niet meer zoals vroeger bepalen wat er in Afrika gebeurt. De voormalige fractieleider van Groen Links werkt sinds 2015 als migratiegezant bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken, waar het zijn taak is om met buitenlandse overheden te gaan praten, teneinde het Nederlandse vluchtelingenbeleid uitvoering te geven. Ofwel, te zorgen dat er minder vluchtelingen naar Europa en Nederland komen. Van Ojik legde uit dat de dynamiek van het overleg over handel en samenwerking in de afgelopen tien jaar sterk is veranderd: "Wij hebben niet meer veel mogelijkheden om die landen te dwingen tot wat dan ook. Onderwerpen als migratie en radicalisering, die hier de interne agenda bepalen, zorgen ervoor dat wij nu de vragende partij zijn."

Niek Koning it's the food, my friend
Niek Koning


Afrikaanse boeren niet kapot concurreren
Niek Koning was het hier echter niet mee eens: "Ik ben betrokken bij pogingen van Afrikaanse boeren om zich handelsbedragen van het lijf te houden, bij de West-Afrikaanse Economische en Monetaire Unie. Zij zeggen dat de EU ze akkoorden heeft opgelegd, met als dreigement het intrekken van hun exportmogelijkheden."
Ook Breman heeft vraagtekens bij de woorden van Van Ojik: "Ik ben blij als wereld wordt zoals Van Ojik zei, dat wij minder druk uitoefenen. Maar ik ben bang dat dit een nogal optimistisch beeld is van de werkelijkheid. Ik snap niet dat je contracten kunt afsluiten met landen die hier iets heen mogen exporteren, maar geen afspraken kunt maken om kleine Afrikaanse boeren niet kapot te concurreren."

Naborrel: droogte wel degelijk van belang
In de borrel na afloop heeft Hendrik Kaput, landbouwhistoricus, nog wel een kanttekening bij de oorzaak van de instabiliteit in Syrië.
"We weten namelijk sinds de jaren '80 al dat ontwikkeling van de landbouw niet leidt tot minder emigratie, maar juist meer. Je moet wel in landbouw investeren, maar daarmee ga je niet voorkomen dat mensen uit het platteland naar de stad en naar het buitenland trekken"
"Dat het helemaal niks met droogte te maken heeft, geloof ik niet. Breman haalt een artikel van Andrews aan, maar elders heb ik gelezen dat de opstanden vooral optraden in steden waar droogtevluchtelingen waren. Het Midden-Oosten heeft zijn zoetwaterreservoirs flink zien afnemen in de afgelopen tien jaar. De Syrische boer Mohammad uit Daraa die hier sprak, irrigeerde vanuit een aquifer, dan heb je meer tijd voor je de gevolgen merkt. Syrië heeft wel degelijk een groot droogteprobleem, maar niet in het westen van het land."

Landbouwverbetering leidt juiste tot meer migratie
Henri Jorritsma, gepensioneerd medewerker van Buitenlandse Zaken : "Ik had gehoopt dat de relatie tussen landbouwinvesteringen en migratie wat meer aan bod zou komen. We weten namelijk sinds de jaren '80 al dat ontwikkeling van de landbouw niet leidt tot minder emigratie, maar juist meer. Je moet wel in landbouw investeren, maar daarmee ga je niet voorkomen dat mensen uit het platteland naar de stad en naar het buitenland trekken. Als je migratie wil voorkomen, kun je beter de werkgelegenheid en het inkomen in de regio stimuleren, naast de landbouw. Ik moet denken aan een documentaire over Benin die ik zag, daarin ging het 45 minuten lang over de successen van een landbouwontwikkelingsproject. In de laatste twee minuten kwam een oude boer aan het woord, die deelnam in dat project. Ze vroegen hem naar zijn hoop voor de toekomst. Hij antwoordde met een glimlach: "Dat mijn kinderen naar de stad gaan en een goede baan vinden bij de overheid."

Fotocredits: Henk Breman gisteravond, Michiel Wijnbergh
Dit artikel afdrukken