Allereerst: echt undercover was ik niet hoor. De lezing was openbaar aangekondigd en gecommuniceerd, en iedereen was welkom. Ik hoefde niet aan te geven welke rol ik vervul in het dagelijks leven – al gaf een aanwezige concullegaredacteur van vakblad Boerderij netjes aan dat zij van de boerenvakmedia was – en hoefde daar dus ook niet over te liegen. Of tenminste: don’t ask, don’t tell.

Maar ik voelde me niet op m’n gemak. Ik werd weliswaar vriendelijk ontvangen door een jongedame in de herkenbare zwarte hoodie met in witte letters ‘ANIMAL RIGHTS’ erop. Ik bestelde een cappuccino, de barman vroeg of ik die met havermelk of koemelk wilde en kreeg een afkeurende blik toen ik koos voor het laatste. Prima, had ik kunnen verwachten, hoort erbij. Maar ik maakte me in aanloop naar de avond stiekem toch wel zorgen. Ik had er een wat sektarisch beeld bij van tevoren, wat ook regelmatig werd bevestigd. Maar ik wilde ervaren welke sfeer er heerst in zo’n groep. Proberen te begrijpen wat deze mensen verbindt en beweegt om bewust de wet te overtreden voor hun eigen morele waarden.

Ondermijning van de wet ten behoeve van het moraal van een kleine groep
De lezing ging over undercoveracties van Animal Rights. Oftewel, dierenactivisten die ’s nachts stallen binnengaan, filmen wat ze daar zien en wat vervolgens op Hart van Nederland en bij RTL Nieuws wordt getoond. Of ze solliciteren bij een kippenvangploeg en filmen met verborgen camera hoe zijzelf en anderen kippen hardhandig in kratten proppen en zwakke dieren de nek omdraaien. De video’s werden ook die avond getoond en ik vond ze schokkend om te zien. Smerige en stoffige stallen, gedrag en omgangsvormen met dieren waarvan je denkt: dit kan niet de bedoeling zijn.


Maar wat ik nog veel schokkender vond was de actieve aansporing om de wet te overtreden. Te ondermijnen zelfs. Het is wettelijk verboden om zonder toestemming een bedrijfsterrein of boerenerf te betreden, maar Animal Rights vindt de wet ondergeschikt aan de – wat zij noemen – morele plicht om beelden te maken in stallen en de maatschappij te laten zien wat er in die stallen gebeurt. Als een soort militie. Slides komen voorbij met “De wet is een constructie gebonden aan plaats en tijd en is dus niet universeel waar rationele ethische verplichtingen dat wel zijn. Wetten dienen vaak niet zozeer de rechtvaardigheid, maar de bescherming van de gevestigde belangen, zoals die van de vee-industrie.” Het jaagt mij als mens de stuipen op het lijf, als de afwijkende moraal van een kleine groep mensen wordt opgelegd als universeel en superieur aan de wet.


Animal Rights vindt de wet ondergeschikt aan de – wat zij noemen – morele plicht om beelden te maken in stallen en de maatschappij te laten zien wat er in die stallen gebeurt.
Dat een campagneleider van een activistische organisatie dat stelt, is tot daar aan toe. Maar waar gaat het heen als aan het eind van de lezing Esther Ouwehand, nota bene een zittend Tweede Kamerlid van de Partij voor de Dieren, het podium opkomt en allereerst vraagt om een applaus voor “al die helden die zo moedig zijn om deze beelden te maken en te delen”. En inderdaad, er volgt een applaus van bijna een minuut lang, gemengd door opzwepend gejoel. Ken je dat? Dat een publiek applaudisseert, maar ook ver nadat je verwacht dat het applaus wel een keer ophoudt, maar toch doorgaat? Ook dat jaagde mij angst aan, als broer van de volgende generatie melkveehouder in mijn familie. Het merkwaardige is dat een zittend Tweede Kamerlid mensen oproept tot burgerlijke ongehoorzaamheid, om de wet te overtreden in het algemeen belang, terwijl zij de volgende dag in een debat over dieren in de veehouderij spreekt over boeren die zich niet houden aan de wet.

Vergelijkingen begrijpen
En tóch begin ik dieractivisten steeds meer te begrijpen. Door de avond bij Animal Rights heb ik me een voorstelling kunnen maken van wat mensen drijft die het als hun morele plicht zien om de wet te ondermijnen, met als doel om de wet naar eigen goeddunken te verbreden. Zelf noemen ze het ‘een uitbreiding van de democratische rechtsorde’, maar mij klinkt het meer in de oren als anarchie; het doel heiligt alle middelen. Geen goed idee en een glijdende schaal als we dit steeds meer gaan goedkeuren en op andere thema’s toepassen. Als we ’s nachts vliegtuigen onklaar gaan maken uit morele afkeer voor het vele vliegverkeer. Als we de diesel de sloot in laten stromen uit morele afkeer voor het gebruik van fossiele brandstoffen. Als we kogels van agenten verstoppen uit morele afkeer voor politiegeweld. De scheidslijn tussen burgerlijke ongehoorzaamheid en anarchie als uiting van morele bezwaren van een kleine groep mensen is al erg dun, maar lijkt ook steeds vager te worden.
Als je er niet vies van bent om een directe vergelijking te maken tussen veehouderij en de holocaust, dan ís er ook weinig fantasie voor nodig om jezelf in te beelden als de verzetsstrijder tegen ‘het grootste onrecht van deze tijd’

Ik begin het steeds meer te begrijpen. Als je er niet vies van bent om een directe vergelijking te maken tussen veehouderij en de holocaust, dan ís er ook weinig fantasie voor nodig om jezelf in te beelden als de verzetsstrijder tegen ‘het grootste onrecht van deze tijd’. Hoe kan het dan niet eervol zijn als je door een PvdD-kamerlid, je idool en baken in het 'incapabele en corrupte politieke bestel', tot held wordt benoemd en wordt geprezen om je moed, een applaus ontvangt dat de ongemakkelijkheidsgrens verbreekt en verandert in een ovatie. Hoe kan je daar niet gevoelig voor zijn als je er zó in gelooft dat je een betere wereld creëert?

Ook kan ik begrijpen dat er voor deze mensen weinig fantasie nodig is om de strijd tegen consumptie van dieren te vergelijken met de strijd tegen slavernij en vrouwenonderdrukking. Die vergelijking is best logisch, zeker als je het uiteindelijke doel eraan vastknoopt. Want ooit was slavernij inderdaad de normaalste zaak van de wereld. Slaven werden niet beschouwd als mensen en zouden geen gevoel hebben. Een kleine groep mensen van buitenaf kwam op een gegeven moment in opstand en die groep werd groter totdat er een kritische massa was, precies groot genoeg om de politiek ervan te overtuigen dat slavernij afgelopen moest zijn.

En zo geschiedde, en gelukkig maar. Nu kijken we terug op slavernij als één van de grootste schandalen die de mensheid heeft gekend. Op diezelfde manier hoor ik dierenactivisten spreken over de afschaffing van veehouderij en eerlijk gezegd kan ik ze daar nog best in volgen als je jezelf voorstelt dat dat een juiste vergelijking is.

Mens en dier als gelijkwaardig onderdeel van de maatschappij. Hoe dan?
Maar dan begint de gedachtenmolen te horten en te stoten. Wat ik daarentegen niet kan volgen is hoe een wereld met gelijke rechten voor mensen en dieren er dan uit zou zien. Het lijkt me de enige nauwkeurige uitwerking van het ‘humaan behandelen van dieren’, wat letterlijk genomen betekent dat we dieren behandelen als mensen, dat we dieren beschouwen als mensen en dezelfde waarden aan hen toekennen. Of vice versa, maar waarschijnlijk niet. Los van dat ik me sterk afvraag of dieren gebaat zijn bij gelijkheid aan mensen – en of het de dieren überhaupt interesseert – zie ik het gewoon niet visueel voor me.

Worden dieren dan een gelijkwaardig onderdeel van de maatschappij? Kijk, dat dieren bepaalde rechten krijgen, daar kan ik me een voorstelling bij maken. Maar hoe zit dat dan met humane (lees: menselijke) plichten die daarbij horen? Want als dieren in deze maatschappij gelijkwaardig zijn aan mensen, dan zijn ook zij onderworpen aan het rechtssysteem van mensen en horen zij ook te voldoen aan de plichten die mensen hebben, toch? Zoals werken, leren, niet op straat schijten. Al las ik vorige week dat een wethouder in Alphen voorstelt om paarden met een luier over straat te laten gaan. Is dat the way to go? Het is misschien flauw, maar het zijn wel de vragen die in me opkomen.
Dat dieren bepaalde rechten krijgen, daar kan ik me een voorstelling bij maken. Maar hoe zit dat dan met plichten die daarbij horen?

Een vraag die ook in me opkomt is wat er nou eigenlijk wordt bedoeld met de ‘intrinsieke waarde van het dier’. Het staat bovenaan op het lijstje van dierenrechten, maar ik kan nog niet eens uitdrukken wat de intrinsieke waarde is van de mens. Ik legde mijn vraag voor aan de campagneleider van Animal Rights, die het grootste deel van de lezing aan het woord was, maar het verbaasde me dat het hem ook zo aan het denken zette, waar ik eerder een klip en klaar antwoord had verwacht. Soms krijg ik het idee dat deze mensen er stiekem zelf ook nog niet 100% van overtuigd zijn dat mensen en dieren gelijk zijn aan elkaar. Waarom hoor je in heel de zaal 'Ohh! [wat errûg]' als er op het scherm een zieke en kreupele kip verschijnt met minder veren dan normaal, en hoor je 'Ahh! [wat schattûg]' als één van de kreupele, blinde, aangekloven honden op het scherm verschijnt. Aan een hondenlijn welteverstaan, met je dierhouderij.

Dezelfde soort discussie had ik met een andere Animal Rights-activist die vertelde dat ze veganist werd, maar wel een boerderij heeft en zelfs lid is van LTO. En inderdaad, ze bleek een paard te hebben. En dat vind ik bijzonder, want op welk moment in de geschiedenis zagen we een paard en leek het ons een goed idee die een bit in de mond te steken, erop te gaan zitten en in de zij te porren als 't ons niet rap genoeg ging. Is dat dan dierenliefde? Ik vroeg het haar en ze gaf aan dat ze de eerste zou zijn die haar paard zou wegdoen als inderdaad bleek dat paarden daar niet bij gebaat zijn. 'Maar dat is ook mijn ontdekkingsreis.'

Elk argument voor een betere veehouderij is volstrekt irrelevant als je tegen veehouderij in het algemeen bent
Deze avond heeft me ook doen inzien waarom alle door boeren gebruikte argumenten voor het behoud van de veehouderij in Nederland volstrekt irrelevant en compleet ineffectief zijn. ‘Nergens hebben dieren het zo goed als in Nederland.’ ‘Ga eens kijken naar varkenshouderij in China, waar ze zieke varkens levend begraven.’ ‘Als het vlees niet in Nederland wordt gemaakt dan komt het uit het buitenland waar het er veel slechter aan toe gaat.’ Ja het klopt allemaal wel, maar deze mensen eten geen vlees of zuivel en hebben zich zodoende (vrijwel) volledig onafhankelijk gemaakt van de veehouderij. Blijkbaar, want er liepen mensen rond die al tientallen jaren geen dierlijke producten eten. Ze vielen niet bij bosjes neer. Voor veel mensen klinkt dat een beetje als ‘mijn vader rookte vanaf zijn zestiende en is ook mooi tachtig geworden’, maar dat terzijde.

Als je niet afhankelijk bent van dierlijke producten, dan blijft alleen een moreel bezwaar over.
Dus als je niet afhankelijk bent van dierlijke producten, dan blijft alleen een moreel bezwaar over. En dan snap ik ergens wel dat je dan maar vindt dat de veehouderij, in welke vorm dan ook, gewoon weg moet. Dat veehouders dan maar moeten overschakelen naar plantaardige voeding, want ‘de voeding van de toekomst, die is vegan’. En dat scenario vind ik niet eens meer onrealistisch. Niet wenselijk, maar ook niet ondenkbaar, afhankelijk van hoe ver je de vergelijking met bijvoorbeeld de afschaffing van de slavernij wil trekken. Je hoeft maar net de juiste mensen op de juiste plek te hebben, of 'verkeerde mensen' afhankelijk van aan welke kant je staat. En naar mate steeds meer invloedrijke mensen - beter bekend als infuencers, voor de jeugdigen onder ons - op social media aangeven dat ze veganist worden, dan werkt dat wel effectief die kant op.

We moeten ons geen zorgen maken om activisten, maar de groep daar omheen
Om Animal Rights maak ik me eigenlijk niet eens zo zorgen. Dat is een vrij kleine groep mensen. Weliswaar met een akelige handelswijze en stevige boodschap, die ze volgens mij ook zelf wel aardig opvolgen, maar het is een kleine radicale groep mensen die niet openstaat voor informatie of meningen die hun eigen mening doorkruist.

Het lijkt er sterk op dat ‘de gewone mens’ van ons wegdrijft en zich meer thuis voelt bij ‘dat andere verhaal’ dan bij de verhalen van het boerenleven
Waar ik me wél zorgen om maak is de groep mensen daar omheen. Mensen die niet per sé vegetariër of veganist zijn, maar die de beelden van Animal Rights zien en zichzelf achter de oren gaan krabben. De mensen die denken ‘hm, dit voelt niet goed’. Die mensen zijn vatbaar voor de video’s en de boodschap van partijen als Animal Rights. Ik merk dat die groep groeit, ook in mijn eigen omgeving. Vrienden, gewoon heel normale en verstandige, haast ‘gemiddelde mensen’, die me niet meer serieus nemen als ik praat over de agrarische sector. Die me zelfs wantrouwen als ik hun feitelijk onjuiste denkbeelden over voedselproductie als een ui afpel. Ik merk het in mijn team als ik in de kantine twee teamgenoten hoor praten over antibiotica in koemelk. Als ik zeg dat er geen antibiotica zit in de melk die je koopt, dan ben ík zogenaamd degene die mijn kop in het zand steek.

Dát baart me zorgen. Soms lijkt het erop dat de agrarische sector – boeren, voedselproducenten – geen aansluiting meer voelt met de maatschappij. Dat ‘de gewone mens’ van ons wegdrijft en zich meer thuis voelt bij ‘dat andere verhaal’ dan bij de verhalen van het boerenleven en de verantwoordelijkheid voor voedselproductie. Terwijl ik me geen thema kan voorstellen dat zó verweven is met het dagelijks leven van álle mensen in de maatschappij als voedsel. Het kunnen voeden van je bevolking is het fundament van elke samenleving. Als je erover nadenkt is het bizar dat we er nu überhaupt actief over moeten nadenken hoe we de positie van boeren in de maatschappij kunnen herstellen, terwijl die positie zo voor de hand ligt.

Voedselproductie is onmisbaar in een maatschappij, maar niet onaantastbaar
Ik zie dat boeren buiten de maatschappij worden geplaatst door ze weg te zetten als dierenmishandelaars, milieuvervuilers, geldgraaiers en subsidieslupers die geen toegevoegde waarde hebben voor een land als Nederland, wat al veel te vol is voor boeren en hun moreel onaanvaardbare business.

Maar ook zie ik dat te veel boeren zichzelf, en daarmee de agrarische sector in het algemeen, zélf buiten de maatschappij plaatsen. Door niet genoeg én niet eerlijk genoeg te kijken naar hoe de maatschappij zich (ver)vormt en beweegt. Door maar in hun eigen bubbel te blijven zitten en zich niks aan te trekken van de wereld om zich heen, ‘want zo hebben mijn ouders dat ook altijd gedaan’ en ‘hun snappen niks van het vak en moeten zich er dus gewoon niet mee bemoeien’. Die tijd is voorbij. Misschien moeten we als boeren toch nog een keer héél goed gaan nadenken over die grote dichte damwand dierenschuren, die stiekem wel degelijk industrieel ogende buizenconstructies waar de dieren tussen liggen, de puinhopen die je af en toe nog tegen komt op boerenerven waar alleen Rob Geus van zou smullen. Het platteland, de boerderijen, het biedt zo'n mooi canvas dat het verdient om er een meesterwerk van te maken.

Er is ons veel aan gelegen om mee te gaan en mee te denken met de maatschappij, om onderdeel te blijven van de maatschappij
Het lijkt misschien niet altijd meer zo, maar zolang mensen voeding nodig hebben om te leven speelt voedsel en de productie ervan altijd een onmisbare rol in een maatschappij. Juist omdat we zo’n belangrijke maatschappelijke functie hebben is het belangrijk dat we de maatschappij niet de rug toekeren en rücksichtslos ons ding blijven doen, maar leren begrijpen. En dan ook écht begrijpen. Zonder dat we overal per se begrip voor moeten hebben. Dat we openstaan voor ontwikkelingen in de samenleving en daar op de juiste manier op inspelen. Misschien zelfs bepaalde ontwikkelingen voor zijn. We moeten onze eigen goede ideeën blijven ontwikkelen maar ook openstaan voor radicale ideeën van buitenaf, juist ook van mensen die nog nooit een hooivork in de handen hebben gehad en denken dat een koe melk plast en dat een varken een snavel heeft. Er is ons veel aan gelegen om mee te gaan en mee te denken met de maatschappij, om onderdeel te blijven van de maatschappij. Dát gaat onze toekomst, en de zin daarin, bepalen.

Update 17:30 uur: op FL's Facebookpagina wordt verhit over dit artikel gediscussieerd. De een vindt het schandalig dat we dit stuk plaatsen. De ander vindt het juist genuanceerd.

Robert ten Kate is bestuurslid van Brabants Agrarisch Jongeren Kontakt (BAJK) in Den Bosch. Onder de titel 'Komt een boerenzoon bij de activisten...' publiceerde Ten Kate bovenstaande tekst gisteren op zijn LinkedIn-pagina. Een korte versie verscheen als opinie in het Brabants Dagblad. Ten Kate bood ons de tekst aan omdat hij zijn zorg graag met commentatoren op Foodlog wil bespreken.

Update: 4 februari 2019, 9:30 uur

Dit artikel afdrukken