De reacties van Richard Verheesen waarderen wij ook zeer.
In het meest recente stukje van Richard Verheesen zal ik eerst ingaan op de twee zaken waarover hij struikelt.

Macronutriënten
Het spreekt voor zich dat nutriënten niet vergelijkbaar met elkaar zijn. Dat hebben wij ook nooit beweerd en dit vinden wij ook niet. Richard Verheesen daarentegen impliceert dat nu juist wel.
In zijn eerste column krijgt nog alleen suiker de zwarte piet toegespeeld: “De oplossing is simpel, geen suiker meer”. In zijn nieuwe reactie gaat hij zelfs een stap verder door te zeggen dat koolhydraten an sich de “goedkoopste en meest loze bron van voeding zijn”. Dit suggereert dus dat eiwitten beter zijn dan koolhydraten. Echter, er is hier geen sprake van beter of slechter, alle drie de macronutriënten zijn namelijk functioneel in het lichaam.

De Gezondheidsraad raadt ons in de Richtlijnen goede voeding 2006 aan om minimaal 40EN% uit koolhydraten (mono-, di- of polysachariden) te halen. Glucose is essentieel voor de hersenen, het immuunsysteem en de rode bloedcellen. Het lichaam kan uiteraard uit eiwitten en glycerol glucose aanmaken, maar desondanks kent een laag koolhydraten dieet beperkingen (hoofdpijn, spierkramp, ketose, verhoging LDL etc.) en is daarom niet wenselijk (Astrup et al., 2004; Barret, 2010; Westman et al., 2002). Niet voor niets zegt ook de EFSA (in deze scientific opinion) dat voor zowel kinderen als volwassenen 130 gram glucose nodig is voor de hersenen.
Het uitsluiten van het één leidt uiteraard tot een toename van het ander (waaronder ook verzadigd vet en zout) en juist daarom is de balans zo belangrijk, evenals het genuanceerd denken en niet in termen als “goed-fout”.

Tijdspanne
Richard Verheesen beweert dat de tijdspanne van 25 jaar voor het bestuderen van de effecten van suikerinname op overgewicht en obesitas incorrect is. Hij vergelijkt de tijdspanne van het ontstaan van obesitas met die van longkanker en hart- en vaatziekten. Deze vergelijking is incorrect; een positieve energiebalans heeft namelijk een veel directer effect op het ontstaan van overgewicht en obesitas. Zo zien we ook het percentage kinderen met overgewicht en obesitas stijgen in deze tijdspanne van 25 jaar. Het negatieve gezondheidseffect (= overgewicht en obesitas) is in dit geval dus wel degelijk in een relatief korte tijd herkenbaar (zie tabel 1 en 2).
tabellen 1 en 2 cbs

Bron: TNO

Wie dus denkt dat het ontstaan van longkanker door roken dezelfde tijdspanne heeft als het ontstaan van overgewicht en obesitas doet er goed aan zich te verdiepen in de fysiologie hiervan.

Suikerinname ook onder jongeren stabiel over de jaren
Om te weten te komen of ook onder jongeren de suikerinname over de jaren stabiel is gebleven, heb ik de resultaten van de Voedselconsumptiepeilingen (VCP’s), uitgevoerd door het RIVM en TNO, in een tabel gezet.
De inname betreft de dagelijkse gemiddelde inname aan mono- en disachariden (= van nature aanwezige suikers + toegevoegde suikers). Omdat de leeftijdscategorie-indeling per VCP anders is (ik heb die niet bedacht!), kunnen de gegevens niet direct met elkaar vergeleken worden. Zo zijn in de laatste VCP, 2007-2010, geen gegevens verzameld van mensen jonger dan 7 jaar en zijn de gegevens op een andere manier verzameld.
Het lijkt in ieder geval duidelijk dat de suikerinname over de jaren bij jongeren, net als bij volwassenen, redelijk stabiel is gebleven (zie tabel 3).
tabel 3

Tabel 3. Gemiddelde inname mono- en disachariden. Bron: RIVM

Onderzoek
We zijn het er wel mee eens dat het van belang is dat we in gesprek komen met alle stakeholders in het werkveld. Uiteraard zijn we nieuwsgierig naar de rol van suiker op onze gezondheid. Het KSV doet al 45 jaar onderzoek en dit willen we blijven doen. Er is en wordt onderzoek uitgevoerd door diverse (inter)nationale universiteiten en onderzoeksinstellingen. Alle onderzoeken worden gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften. Hierdoor wordt de objectiviteit gewaarborgd en dat staat bij ons hoog in het vaandel. Vandaar dat onze randvoorwaarden voor onderzoek, en ik neem aan dat een ieder zich hier in kan vinden, zijn:

- De studie moet worden opgezet en uitgevoerd door de reguliere wetenschap;
- Dit getoetst wordt door onafhankelijke deskundigen;
- Het binnen ons budget past.

Uiteraard zijn we altijd participatief en bevraagbaar, maar we moeten ook realistisch zijn. Het KSV is klein (we zijn met z’n drieën) en we hebben het erg druk. Voor elke reactie die ik geef komen er tien terug. Graag nodig ik Richard Verheesen uit om kennis met ons te maken.

Fotocredits: 'Koninginnedag Haarlem 2009', uitsnede, FaceMePLS
Dit artikel afdrukken