image

Het Foster Parents Plan ging ooit bijna ten onder toen bleek dat een bestuurder 18.000 euro per maand verdiende. Onlangs kwam bloedbank Sanquin in opspraak toen bekend werd gemaakt dat de drie bestuurders acht ton onderling verdeelden, terwijl de vrijwillige donoren juist hun reiskostenvergoeding waren kwijtgeraakt. Gisteren volgde zoals overal te lezen was Fair Trade, dat volgens medewerkers door geldsmijterij van de bestuurders aan de financiële afgrond zou staan: "Het geld ging met bakken de deur uit. Vergaderingen op de duurste locaties, herinrichting van de directiekamer met op maat gemaakte meubels, het kon allemaal niet op." Nog een sappig citaat:
Terwijl Fair Trade jarenlang had geopereerd met een grote groep vrijwilligers en een bijna krenterig financieel beleid, ging drie jaar geleden met de komst van directeur Wouters het roer volledig om. Tot verbijstering van medewerkers die vaak al tientallen jaren in een 'geitenwollensokkensfeer' hadden meegewerkt aan de opbouw van Fair Trade, moest plotseling alles 'commercieel'. "De nieuwe topman had geen enkele affiniteit met de derde wereld. Hij kende Fair Trade niet eens en vertelde overal dat hij onze koffie en wijn niet om te drinken vond en onze kunstvoorwerpen foeilelijk. Ondertussen liet hij zijn kamer en de ontvangstruimte herinrichten met speciaal op maat gemaakte meubels en prijzige flatscreens. Ook reed hij rond in een dure auto van de zaak, terwijl hij hier gewoon om de hoek woonde", aldus een anonieme werknemer.

De crux is dat organisaties die draaien op vrijwilligers en giften als een bijzonder soort organisatie wordt gezien. Een bestuurder van Fair Trade moet zelf in hoge mate uit idealistisch hout gesneden zijn en genoegen nemen met een zo laag mogelijk loon om zoveel mogelijk aan de arme boeren te kunnen geven. En hij moet bij voorkeur op de fiets naar zijn werk met onder zijn snelbinders een lunchtrommel, gevuld met Tibetaans brood met Tartex. Geen Librije of Inter Scaldes voor haar of hem.

Die gedachte is volkomen begrijpelijk. De FT-campagnes spiegelen je voor dat het extra geld dat je betaalt geheel aan arme boertjes zonder alternatieven ten goede komt. Ze zeggen niet dat er van elk pak Max Havelaar-koffie 1 cent naar Jonnie Boer gaat (niet bedoelde woordgrap). Het merk predikt dat de inkomensongelijkheid op de wereld aangepakt worden. Kwaardaardige tussenhandelaren worden gepasseerd om zoveel mogelijk rendement te leveren. Dan verwacht je niet dat de baas in Nederland een rijke stinkerd is.

Het is allemaal dus de schuld van de reclame. Fair Trade moet dus snel beginnen om zelf eerlijk te zijn. We hebben een verwrongen beeld van Fair Trade gekregen. In ons hoofd is het 100% liefdadigheid met geitenwollen sok, in werkelijkheid is het al lang ook gewoon handel, zij het met ook een idealistiche strategie. Arme boeren structureel helpen vraagt om grootschaligheid en bijbehorende verdiensten. De oplossing is om niet meer zo idealistisch over 'idealistisch' te doen. En dan gun je de hardwerkende bestuurder ook z'n lunch met reebout. Want zakenmensen mogen dat. Al blijft de vraag staan: wat is Fair eigenlijk? En wat is eerlijk?
Dit artikel afdrukken