Het programma, Students for Nutrition and eXercise (SNaX), is een interventie waarbij de hele school gedurende 5 weken verandert in een omgeving die gezonde keuzes stimuleert.

De kinderen krijgen voorlichting over gezond eten, bewegen en hoe ze om moeten gaan met artikelen in de media. Verder zijn er meer gezonde keuzes in de school, zoals gratis water. Daarnaast leren de kinderen dit ook aan hun klasgenoten te vertellen en over te brengen. Bovendien is er een test-station in de school waar kinderen gezonde producten kunnen proeven.

Om fysieke activiteit te stimuleren, krijgen de kinderen een stappenteller en instructies hoe ze eenvoudig thuis en op school actiever konden zijn.

Beginmeting
Vijf scholen in Los Angeles namen deel aan het programma, met in totaal 1.368 kinderen van 12 en 13 jaar. Aan het begin van de studie werden lengte en gewicht van de deelnemers gemeten en twee jaar later nogmaals. De kinderen kregen activiteiten mee om thuis te doen en zowel de kinderen als de ouders kregen instructies hoe ze thuis anders konden gaan eten. Direct na de interventie van 5 weken nam de hoeveelheid fruit en water die kinderen consumeerden toe en kochten de kinderen minder snacks.

Lange termijn
Na twee jaar maten de Amerikaanse onderzoekers nogmaals het gewicht en de lengte van de kinderen. Degenen die aan het begin van het onderzoek obees waren, hadden twee jaar later een minder hoge BMI. Gemiddeld waren zij ruim 4 kilo lichter dan verwacht. Voor de kinderen die bij het begin een gezond gewicht hadden, veranderde er niets in hun BMI.

Onderzoeker Laura Bogart zegt: “Ondanks dat de interventie maar vijf weken duurde, was het doel van het programma om de kinderen vaardigheden te leren die ze over konden brengen op hun ouders en leeftijdsgenootjes. Ook leerden we ze gezondere gewoontes eigen te maken en strategieën te ontwikkelen voor gedragsverandering op lange termijn. Wij denken dat SNaX veranderingen teweeg heeft gebracht in voeding en beweging die de kinderen zijn vol blijven houden en dat daardoor de afname in BMI te zien is.”
Dit artikel afdrukken