De reacties van het Kenniscentrum Voeding & Suiker (KSV) op mijn stukken op Foodlog waardeer ik zeer. Ze leiden hopelijk tot een transparante discussie waar we verder mee kunnen in de toekomst.

Daarom wil ik proberen een stap verder te komen en de discussie verplaatsen naar een meer maatschappelijk en breder kader.

Kanttekeningen vooraf
In zijn jongste artikel op Foodlog lijkt Andries Olie van het KSV uit te gaan van twee aannames waar op af te dingen valt.

Ten eerste struikel ik over de vergelijkbaarheid van marcronutriënten. De toename van essentiële nutriënten, zoals eiwitten, is hopelijk niet te vergelijken met de toename van “lege” toegevoegde suikers na WO II. Voor en ten tijde van WO II bestond een grote voedingsachterstand. Het is goed dat die achterstand is ingelopen. In tegenstelling tot wat het KSV lijkt te suggereren bestond er echter geen noodzaak voor een verhoging van toegevoegde suikers. Suikers - ‘carbs’ in hun algemeenheid - zijn nu juist de goedkoopste en meest loze bron van voeding. Daarom mogen ze niet gelijk worden gesteld met bijvoorbeeld eiwitbronnen.
Varkensvlees is daarnaast als eiwitbron uitwisselbaar met bijvoorbeeld vis of bonen. In dat geval kan een toename van het ene product gepaard gaan met een afname van het andere. Een dergelijke uitwisselbaarheid, noch een dergelijke essentiële voedende rol geldt voor toegevoegde suikers.

Ten tweede is de door het KSV gehanteerde tijdsspanne van 25 jaar bij het bestuderen van de effecten van suikerinname op bijvoorbeeld obesitas incorrect. Stel dat in jaar 0 een bevolking begint te roken om na 10 jaar een verzadigingspunt te bereiken; wie wil roken, rookt dan. Laten we zeggen dat 50% van de populatie dan rookt. De 40 jaar daarna blijft hun aandeel in de bevolking stabiel. De totale tijdsspanne van de meting beloopt 50 jaar. Pas na 30 jaar begint er een geleidelijke toename op te treden van hart- en vaatziekten en longkanker. Dan kunnen we uiteraard in jaar 50 beargumenteren dat de toename van longkanker niet kan zijn ontstaan door sigaretten, omdat het rokersniveau van 50% gedurende de laatste 25 jaar stabiel is gebleven.

Deze argumentatie gaat uit van de aanname dat een negatief gezondheidseffect van een stof in een relatief korte tijd ontstaat en volledig herkenbaar en herleidbaar is. Wie denkt dat onze fysiologie zo werkt, laat zien dat er een veel grotere integratie van kennis tussen voeding en geneeskunde nodig is. Roken maar ook alcoholgebruik hebben ons al lang laten zien dat het zo niet werkt. Er is geen reden aan te nemen dat het voor toegevoegde suiker anders zou zijn.

Fund hier openbaar aanbesteed onderzoek
Veel belangrijker dan elkaar bestoken met argumenten en tegenargumenten is echter het feit dat we met elkaar in gesprek komen. Nog belangrijker is het dat het KSV ook nieuwsgierig is naar de rol van suiker op onze gezondheid. En dat het zich bewust is van het feit dat er vragen moeten worden beantwoord.
Zoals het KSV ook zelf al opmerkt, is onderzoek naar bijvoorbeeld de verslaving- of programmeringscomponent belangrijk. Of waar ik zelf nieuwsgierig naar ben: verandert het "verzoeten" van voeding ons eetpatroon?

We kennen allemaal het fenomeen van het kind dat het bord met sperziebonen, aardappelen en een gehaktbal niet lust. En de vork van mama die alles fijnprakt, waarna de puree wordt overladen met een laag appelmoes. Et voilà, het wordt smakelijk weggehapt. Dat doet “verzoeten”, het laat ons eten wat we niet willen eten en laat ons eten op momenten dat we eigenlijk verzadigd zijn. Weg is de natuurlijke regulatie.

Het is niet aan mij om dergelijke onderzoeken in te vullen. Anderen zijn daar veel bedrevener in. Maar ik kan mij heel goed voorstellen dat we in Nederland een fonds voor suikeronderzoek introduceren. Gefinancierd door de suikerindustrie in het belang van onze maatschappij en kennisvergroting. De Suiker Unie zou daarvoor jaarlijks onderzoek kunnen funden en de onderzoeksvragen en de methodologie-ontwikkeling hier – op Foodlog - openbaar aanbesteden.
Niet in stille kamertjes en niet rond vragen waarvan het doel voor het grote publiek en de pers onduidelijk blijven Maar hier, participatief en bevraagbaar. Juist omdat de Suiker Unie antwoorden wil op de “hamvragen” en moet willen dat de antwoorden serieus worden genomen. Want welk antwoord de ‘Suikerstichting’ nu ook geeft, ze staat op bij voorbaat op 10-0 achterstand omdat ze een zoet belang heeft.

Hier kan de gewenste objectiviteit worden gewaarborgd door wetenschappers en clinici zoals Jaap Seidell en Frank van Berkum. Zodra er geld ter beschikking komt, zullen zich onmiddellijk meelezende wetenschappers en artsen melden. Zij zouden, gecontroleerd door het publiek, de projecten van een dergelijk onderzoeksfonds kunnen aansturen. Een en ander zonder dat de Suiker Unie zelf, fanatieke tegenstanders van suiker of anderen die kunnen sturen of beïnvloeden. En uiteraard met terugkoppelingen op en publicaties vanaf Foodlog.

Doen?
Het lijkt mij een prachtige gelegenheid voor de suikerindustrie om zich te onderscheiden en haar maatschappelijke verantwoordelijkheid, waartoe ik al eerder opriep, te laten zien door actief deel te nemen aan de participatie-maatschappij.

Wat zegt de Suiker Unie, gaat u het doen? Een simpel ja volstaat. Daarna kunnen we de randvoorwaarden invullen en de hoogte van de jaarlijkse X bepalen. Om de drempel nog lager te maken: misschien moeten we eens beginnen met een proefproject.
Da's toch een mooie gedachte om uit een patstelling te raken. Doen dus?

Fotocredits: opleggers Suiker Unie, Trekkertrek
Dit artikel afdrukken