Er is politieke moed nodig om genetisch gemodificeerde producten (GMO's) goed te keuren in de EU. Dat zegt Louise Fresco in een open brief.
In NRC Handelsblad van 22 februari schrijft hoogleraar duurzame ontwikkeling Louise Fresco het volgende:
Sta die genetische modificatie toch toe
De EU is tegen genetische modificatie in de landbouw. Doorbreek die impasse en sta het toe, schrijft Louise Fresco in de nieuwsteScience.
In september 2012 werd Europa opgeschrikt door een publicatie van de universiteit van Caen, waarin werd gesteld dat ratten die twee jaar lang waren gevoerd met transgene herbicide-resistente maïs, tumoren ontwikkelden. Weliswaar zijn de uitkomsten als gebrekkig bekritiseerd, maar dit onderzoek wordt nog altijd bejubeld als een bevestiging dat genetisch gemodificeerde organismen in wezen gevaarlijk zijn.
De Europese Unie is in tegenstelling tot het grootste deel van de wereld sterk gekant tegen het gebruik van genetische modificatie in de landbouw. Dit standpunt is de afgelopen vijftien jaar nog verergerd.
Veldproeven met nieuwe genetisch gemodificeerde variëteiten zijn sinds eind jaren negentig afgenomen. Bijna het gehele commerciële EU-areaal van 100.000 hectare bestaat uit Bt-maïs, aangepast om een gifstof van de Bacillus thuringiensis te produceren die giftig voor insecten is; andere genetisch gemodificeerde gewassen zijn niet toegestaan, behalve een aardappel met een hoog zetmeelgehalte.
Zodra de Europese autoriteit voor voedselveiligheid een positief ‘slotoordeel’ heeft geveld inzake de geschiktheid van een nieuwe genetisch gemodificeerd gewas, moet de definitieve goedkeuring komen van de Europese Commissie en de lidstaten die over die goedkeuring stemmen. Minstens een tiental genetisch gemodificeerde gewassen zit ergens in deze pijplijn vast, ofwel bij gebrek aan steun van een meerderheid van de lidstaten, ofwel door een verzuim van de Europese Commissie om de zaak in stemming te brengen.
Een van pogingen om de impasse te doorbreken behelsde een mogelijk akkoord dat een individuele lidstaat zou toestaan om uit veiligheidsoverwegingen de teelt van een bepaald genetisch gemodificeerd gewas op zijn eigen grondgebied te verbieden, terwijl andere EU-landen dan mochten besluiten om het wel te telen. Helaas zijn dergelijke pogingen om de aanvaarding van genetische modificatie te vergemakkelijken mislukt.
Gerespecteerde onafhankelijke instellingen in Europa hebben aangetoond dat genetisch gemodificeerde gewassen kunnen bijdragen aan een duurzame voedselproductie, vooral als ze worden geteeld voor resistentie tegen insecten en ziekten, en dat ze niet meer risico’s opleveren dan conventionele variëteiten.
In 2011 heeft de Europese Commissie verklaard dat de goedkeuringsprocedure wordt beheerst door vooroordelen die een eerlijke herziening in de weg staan van de procedures om genetisch gemodificeerde organismen te evalueren, goed te keuren en te controleren. Maar in reactie op de gebrekkige studie uit Caen heeft de Commissie voor verder uitstel gekozen, in afwachting van meer onderzoek naar de langetermijneffecten van genetisch gemodificeerd diervoeder. Toch zijn op het ogenblik 39 genetisch gemodificeerde gewassen in de EU als voedsel of diervoeder toegestaan en worden er nog veel nieuwe aanvragen verwacht. De Europeanen en hun vee nemen al op aanzienlijke schaal genetisch gemodificeerd voedsel tot zich.
Het Europese gebrek aan vertrouwen in genetisch gemodificeerde organismen weerspiegelt een breder wantrouwen tegen de wetenschap. Eenzelfde houding overheerst inzake schaliegas en kernenergie. Het wrange is dat de generaties die het meest gebaat zijn geweest bij de wetenschappelijke vooruitgang, nu het meest argwanend tegenover de wetenschap staan. De Europeanen hebben de neiging het pre-moderne verleden te romantiseren, zonder stil te staan bij het bijbehorende leed en de voedselschaarste waarmee karige oogsten gepaard gaan.
Dit Europese wantrouwen tegen de wetenschap is van invloed op de uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling en zou ook elders schadelijke gevolgen kunnen hebben. In Afrika vertragen Europese donors en NGO’s onnodig de invoering van ziektebestendige genetisch gemodificeerde planten, zoals de cassave die nodig is ter bestrijding van de groeiende hongersnood als gevolg van het brown streak-virus.
Een wijziging in de Europese houding zal zich niet snel voordoen. Toch bieden de onderhandelingen over de vernieuwing van het gemeenschappelijke EU-landbouwbeleid voor de periode 2014-2020 een kans, als de herziening van de subsidies wordt gekoppeld aan ondersteuning van innovatie, met inbegrip van genetisch gemodificeerde organismen die een duurzame landbouw bevorderen. Alleen politieke moed, zoals getoond bij het verzoek van de Britse regering aan de EU om de teelt van genetisch gemodificeerde organismen te vergemakkelijken, kan een doorbraak brengen in de ideologische impasse.
Fotocredits: Louise Fresco, gefotografeerd door Jeroen Oerlemans
Dit artikel afdrukken
Sta die genetische modificatie toch toe
De EU is tegen genetische modificatie in de landbouw. Doorbreek die impasse en sta het toe, schrijft Louise Fresco in de nieuwsteScience.
In september 2012 werd Europa opgeschrikt door een publicatie van de universiteit van Caen, waarin werd gesteld dat ratten die twee jaar lang waren gevoerd met transgene herbicide-resistente maïs, tumoren ontwikkelden. Weliswaar zijn de uitkomsten als gebrekkig bekritiseerd, maar dit onderzoek wordt nog altijd bejubeld als een bevestiging dat genetisch gemodificeerde organismen in wezen gevaarlijk zijn.
De Europese Unie is in tegenstelling tot het grootste deel van de wereld sterk gekant tegen het gebruik van genetische modificatie in de landbouw. Dit standpunt is de afgelopen vijftien jaar nog verergerd.
Veldproeven met nieuwe genetisch gemodificeerde variëteiten zijn sinds eind jaren negentig afgenomen. Bijna het gehele commerciële EU-areaal van 100.000 hectare bestaat uit Bt-maïs, aangepast om een gifstof van de Bacillus thuringiensis te produceren die giftig voor insecten is; andere genetisch gemodificeerde gewassen zijn niet toegestaan, behalve een aardappel met een hoog zetmeelgehalte.
Zodra de Europese autoriteit voor voedselveiligheid een positief ‘slotoordeel’ heeft geveld inzake de geschiktheid van een nieuwe genetisch gemodificeerd gewas, moet de definitieve goedkeuring komen van de Europese Commissie en de lidstaten die over die goedkeuring stemmen. Minstens een tiental genetisch gemodificeerde gewassen zit ergens in deze pijplijn vast, ofwel bij gebrek aan steun van een meerderheid van de lidstaten, ofwel door een verzuim van de Europese Commissie om de zaak in stemming te brengen.
Een van pogingen om de impasse te doorbreken behelsde een mogelijk akkoord dat een individuele lidstaat zou toestaan om uit veiligheidsoverwegingen de teelt van een bepaald genetisch gemodificeerd gewas op zijn eigen grondgebied te verbieden, terwijl andere EU-landen dan mochten besluiten om het wel te telen. Helaas zijn dergelijke pogingen om de aanvaarding van genetische modificatie te vergemakkelijken mislukt.
Gerespecteerde onafhankelijke instellingen in Europa hebben aangetoond dat genetisch gemodificeerde gewassen kunnen bijdragen aan een duurzame voedselproductie, vooral als ze worden geteeld voor resistentie tegen insecten en ziekten, en dat ze niet meer risico’s opleveren dan conventionele variëteiten.
In 2011 heeft de Europese Commissie verklaard dat de goedkeuringsprocedure wordt beheerst door vooroordelen die een eerlijke herziening in de weg staan van de procedures om genetisch gemodificeerde organismen te evalueren, goed te keuren en te controleren. Maar in reactie op de gebrekkige studie uit Caen heeft de Commissie voor verder uitstel gekozen, in afwachting van meer onderzoek naar de langetermijneffecten van genetisch gemodificeerd diervoeder. Toch zijn op het ogenblik 39 genetisch gemodificeerde gewassen in de EU als voedsel of diervoeder toegestaan en worden er nog veel nieuwe aanvragen verwacht. De Europeanen en hun vee nemen al op aanzienlijke schaal genetisch gemodificeerd voedsel tot zich.
Het Europese gebrek aan vertrouwen in genetisch gemodificeerde organismen weerspiegelt een breder wantrouwen tegen de wetenschap. Eenzelfde houding overheerst inzake schaliegas en kernenergie. Het wrange is dat de generaties die het meest gebaat zijn geweest bij de wetenschappelijke vooruitgang, nu het meest argwanend tegenover de wetenschap staan. De Europeanen hebben de neiging het pre-moderne verleden te romantiseren, zonder stil te staan bij het bijbehorende leed en de voedselschaarste waarmee karige oogsten gepaard gaan.
Dit Europese wantrouwen tegen de wetenschap is van invloed op de uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling en zou ook elders schadelijke gevolgen kunnen hebben. In Afrika vertragen Europese donors en NGO’s onnodig de invoering van ziektebestendige genetisch gemodificeerde planten, zoals de cassave die nodig is ter bestrijding van de groeiende hongersnood als gevolg van het brown streak-virus.
Een wijziging in de Europese houding zal zich niet snel voordoen. Toch bieden de onderhandelingen over de vernieuwing van het gemeenschappelijke EU-landbouwbeleid voor de periode 2014-2020 een kans, als de herziening van de subsidies wordt gekoppeld aan ondersteuning van innovatie, met inbegrip van genetisch gemodificeerde organismen die een duurzame landbouw bevorderen. Alleen politieke moed, zoals getoond bij het verzoek van de Britse regering aan de EU om de teelt van genetisch gemodificeerde organismen te vergemakkelijken, kan een doorbraak brengen in de ideologische impasse.
Fotocredits: Louise Fresco, gefotografeerd door Jeroen Oerlemans
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Als genetische manipulatie door de agrochemie wordt gebruikt om gewassen resistent tegen pesticiden te maken, waardoor een enorme selectiedruk voor resistentie ontstaat, heeft deze techniek in de landbouw ook niets te zoeken. De toepassing van round up ready mais heeft er toe geleid dat nu nog giftigere herbiciden moeten worden gebruikt om onkruid te bestrijden. Dat past niet bij verduurzaming.
Louise Fresco is een in Wageningen geschoolde vooraanstaande voedseldeskundige en tegenwoordig hoogleraar duurzaamheid aan de Universiteit van Amsterdam. Daarnaast is ze onder meer commissaris bij de Rabobank, lid van de raad van bestuur van Unilever, adviseur van de WHO en lid van de Trilaterale Commissie. De Rabobank geldt als een spin in het web van de gentech-industrie in de landbouw. Het helpt bedrijven als Monsanto, Syngenta, Pioneer, Dow Agro Science en Bayer Crop Science om hun GM-zaden te verkopen. In het voorjaar van 2013 pleitte Louise Fresco in het tijdschrift Science voor het versneld toelaten van nieuwe gentech-gewassen, want die zouden de wereld moeten gaan voeden. Het bewijs dat ze dat niet doen en dat er hele andere oplossingen nodig zijn is overweldigend. Zo zeer zelfs dat Rob Janssen van de lobbyorganisatie NIABA in 2008 toegaf dat de biotech-industrie het hongerargument jarenlang had misbruikt en dit niet meer te zullen doen. In die tijd had de industrie grote verwachtingen van de markt voor biobrandstoffen, waardoor voedselzekerheid als argument voor GGO’s niet meer in hun straatje paste. Nu is dat argument weer helemaal terug, waarbij Fresco zelfs zo ver gaat de biologische landbouw ervan te beschuldigen een gevaar te zijn voor de voedselzekerheid.
In haar column in het NRC Handelsblad van 18 december 2013 schrijft Fresco: “De wetenschappelijke transparantie zegevierde dit jaar: de Franse hoogleraar Seralini die zijn monsterlijk misvormde ratten toonde als bewijs van de gevaren van het eten van genetische modificeerde mais, waardoor een vloedgolf van bezorgdheid door de wereld spoelde, moest zijn resultaten terugtrekken. Nederland heeft zijn affaire Bax, de schikking van Stapel en nieuwe ethische codes voor onderzoekers.” Hoe duurzaam is eigenlijk het begrip wetenschappelijke transparantie in de vocabulaire van Louise Fresco? In de theorie van Ann Clark is zij de zogenaamde expert in het spel dat de biotech-industrie speelt. Hoewel Fresco niet over de wetenschappelijke kwalificaties beschikt om het werk van Séralini te kunnen beoordelen, zet zij deze respectabele wetenschapper weg als een fraudeur, als een querulant die het waagt haar business te verzieken. Ze gebruikt haar maatschappelijke status ten faveure van de biotech-industrie. Daarmee is Fresco een belangrijk werktuig in de geraffineerde propaganda van de industrie. Een grote groep mensen volgt blindelings wat zij zegt, inclusief de redactie van het NRC Handelsblad.
Bron: Konfrontatie Digitaal, 27 december 2013
http://www.konfrontatie.nl/blog/content/modificeert-monsanto-niet-alleen...
Het jaar 2013 begon met een opvallende waarschuwing van het Europese Milieuagentschap (EEA): de Europese Unie heeft niets geleerd van milieurampen in het verleden, zoals het gebruik van het insecticide DDT of kernrampen. Als er destijds beter geluisterd was naar de vroege waarschuwingen over de gevaren, hadden er duizenden levens gered kunnen worden en had grote schade aan ecosystemen vermeden kunnen worden, stelt het EEA. Maar nu nog maakt de unie exact dezelfde fouten met nieuwe technologieën, waaronder genetische manipulatie. Dat voorstanders van de genetische manipulatie een harde lobbycampagne voeren, was al bekend. Dit jaar bleek dat het niet enkel om bedrijven gaat, maar ook om een georkestreerde campagne vanuit de Amerikaanse overheid. Diplomaten hebben keihard gelobbyd in Europese en andere landen om het verzet tegen genetisch gewijzigde gewassen te breken.
Het opmerkelijke van gentechnologen in dienst van de grote zaad-manipulerende bedrijven is, dat zij hun ingrepen altijd bagatelliseren en zeggen dat er ‘slechts 1 of 2 onschuldige eigenschappen worden toegevoegd’ (of weggelaten) aan/uit het ontvangende gewas. Hetgeen de multinationals overigens niet belet om niet alleen de techniek, maar direct de hele plant maar te patenteren. De problemen beginnen in de genetische modificatie echter niet met het inbrengen van een nieuw stukje DNA, maar met het openknippen van de oorspronkelijke DNA-streng. Dat laatste is een onbestuurbaar proces, waarbij het DNA wordt opengeknipt op alle plaatsen waar een bepaalde volgorde van aminozuren voorkomt. Die volgorde hangt af van de programmering van het enzym dat voor het openknippen wordt gebruikt. Er kunnen dus meerdere open plaatsen ontstaan waar het nieuwe DNA kan ‘landen’. Daarnaast is het vaststellen of het ‘gewenste’ stukje DNA wel is meegekomen, een zeer belangrijk onderdeel van het proces. In dit stadium vallen heel veel gemanipuleerde cellen al af, wanneer blijkt dat de nieuwe eigenschap niet ‘werkt’. Dat kan komen omdat het juiste DNA gewoon niet is meegekomen, maar het kan ook veroorzaakt worden doordat een ander gen, het promotor gen, het nieuwe gen niet heeft ingeschakeld. De beschreven processen zijn voor cis-genese (het inbrengen van DNA uit verwante soorten) en trans-genese (het inbrengen van DNA uit andere soorten) precies hetzelfde. Het is dus niet zo dat cis-genese de integriteit van de cel minder zou aantasten dan transgenese, want de techniek van de manipulatie is in beide gevallen precies gelijk. Er is dus ook geen grond voor de stelling dat cisgenese in dat opzicht acceptabeler zou zijn dan transgenese.
Wanneer is vastgesteld dat de nieuwe eigenschap inderdaad actief is, komt de vraag naar boven wat precies de wisselwerking is tussen het nieuwe stukje DNA en het ontvangende DNA. Die blijkt sterk afhankelijk te zijn van de plaats op het chromosoom waar het nieuwe DNA terecht is gekomen, en veel ingrijpender dan alleen het inbrengen van 1 of 2 nieuwe kralen in een kralenketting zou doen vermoeden. Alle domino-effecten van het verstoren van de oorspronkelijke DNA-structuur zijn nog nauwelijks in kaart gebracht. Die verstoringen grijpen in op het niveau van de cel-integriteit, die bij de introductie van nieuw DNA wordt geschonden en niet meer wordt hersteld nadien.
Bron: Burgers voor gentechvrij voedsel
http://gentechvrijvoedsel.nl/gm-risicos/gezondheid
@Bram, slechte ontwikkeling. Bestralen van voedsel is ook niet aantoonbaar. Maar moet toch worden gedeclareerd. Als sap gepasteuriseerd is, dan moet dat (terecht) op de verpakking staan. Neen, de basis wetten van de EFSA/VWA zijn simpel: informeer je klant, misleid geen consumenten. En verder moeten consumenten keuze vrijheid behouden. Als klopt wat je zegt, dan is dat echt een slechte ontwikkeling.
@Marten #71. Uit nieuwsgierigheid ben ik vorig jaar bij een presentatie van Don Huber in Wageningen geweest. Ik hield twee gevoelen aan zijn presentatie over:
Huber is erg betrokken met glyfosaat gerelateerd onderzoek. Heeft hier inderdaad veel studies aan gedaan waarin hij naar de rol van glyfosaat als chelator heeft gekeken. Zijn idee is dat door toediening van Roundup minder metalen beschikbaar zijn voor de plant en bij persistente aanwezigheid van Roundup, dus op termijn gebrek bij beesten. Dat deel van zijn presentatie klonk redelijk aannemelijk.
Het tweede deel van de presentatie was pseudowetenschappelijk en raakte wal nog schip. Huber liet foto's zien waaruit moest blijken hoe gevaarlijk Roundup is, door opgesneden magen van beesten uit het slachthuis te laten zien, uit verschillende delen van Amerika, totaal niet onderbouwd met harde data. Daarnaast heeft hij een klein organisme verzonnen dat groter is als een virus en kleiner als een bacterie en zou in haast alle organismen voorkomen die met Roundup in aanraking zijn geweest: een nieuwe zwakte parasiet. Bij de vraag of hij het organisme heeft laten sequencen (dna volgorde bepalen) draaide hij om de hete brij heen met verhalen over tegenwerkingen van hogerhand. Groot onzin verhaal dus. Nu twee jaar later heb ik nog niks over verificatie van het 'nieuwe organisme' gehoord.
Huber is dus een man met een doel en een missie, maar hij lijkt de werkelijkheid meer kwaad dan goed te doen. Ik wou dat hij bij de harde data was gebleven in plaats van als sprookjesverteller de hele wereld af te struinen.