Vaak wordt gezegd dat Fransen veel meer dan wij uitgeven aan eten en drinken. Volgens officiële statistieken is dat waar.

Samen gaven Fransen in 2014 € 232 miljard uit aan voeding. Gemiddeld komt dat voor een Frans huishouden neer op € 3.600 voor eten en drinken. Dat blijkt uit cijfers van het Insee, het Institut National de la Statistique et des études économiques. Dat betekent dat huishoudens 20% van hun budget besteed hebben aan voeding. In 1960 was dat nog 35%, toen was voeding de grootste post binnen het huishoudbudget.

voeding onderdeel budget


Eten en drinken vormen een eerste levensbehoefte, die bij een laag welvaartsniveau een groot deel van het beschikbare budget opslokt. Als het welvaartsniveau stijgt, nemen de uitgaven aan eten en drinken niet in gelijke mate toe
De verschuiving is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan het stijgen van het welvaartsniveau en de koopkracht. Eten en drinken vormen een eerste levensbehoefte, die bij een laag welvaartsniveau een groot deel van het beschikbare budget opslokt. Als het welvaartsniveau stijgt, nemen de uitgaven aan eten en drinken niet in gelijke mate toe. Het 'extra' geld wordt aan andere zaken besteed, zoals elektronica, reizen, woongenot en kleding.
In Nederland besteedden huishoudens in 2013 ongeveer 12,5 % van hun budget aan eten en drinken, aldus het CBS.

Het boodschappenmandje veranderde wel. Zo gingen de Fransen de afgelopen 50 jaar minder brood, groenten en fruit eten en minder alcoholhoudende dranken drinken. De consumptie van eieren en zuivel, suikers en niet-alcoholische dranken nam juist toe.

Minder vlees
Het meeste geld geven Fransen uit aan vlees, als onderdeel van hun boodschappenmandje. In 1967 ging 24% van het voedselbudget op aan vlees. In 2000 was dat afgenomen tot 20%. In economisch mindere tijden blijken mensen voor minder of minder duur vlees te kiezen. In geval van een voedselveiligheidscrisis eten Fransen niet minder vlees, maar ander vlees. Zo zorgde de gekke-koeien-ziekte-uitbraak in 1996 er voor dat de consumptie van paardenvlees met 12% toenam.

Minder lang in de keuken, meer gemak
Fransen staan steeds minder lang in de keuken. De afgelopen 30 jaar is de tijd die ze besteden aan de maaltijdbereiding met 25% afgenomen. Ze kiezen steeds vaker voor kant-en-klaar maaltijden, bewerkte producten en gemaksvoeding. "Sinds 1960 is de consumptie van bewerkte voedingsmiddelen jaarlijks met 4,4% per inwoner toegenomen", stelt het rapport. Dat zie je bijvoorbeeld aan de aardappel. De verkoop van hele aardappelen daalt al jaren, maar wordt gecompenseerd door de stijgende verkoop van aardappelen in allerlei bewerkte varianten: de opmars van aardappelpuree, -blokjes, -schijfjes, -partjes, vers voorverpakt of uit de diepvries is onstuitbaar.

Gemeten in geld gaven Fransen in 1960 47% van hun drankbudget uit aan goedkope slobberwijn. In 2014 was dat nog maar 9%
Minder maar duurdere alcohol
Een belangrijk deel van het Franse huishoudbudget gaat op aan wijn en dranken. Ook daarbinnen is sprake van een opvallende verschuiving. Gemeten in geld gaven Fransen in 1960 47% van hun drankbudget uit aan goedkope slobberwijn. In 2014 was dat nog maar 9%. Omgekeerd gaven ze toentertijd maar 8% van hun drankbudget uit aan kwaliteitswijnen, waar dat in 2014 opgelopen is tot 23%.

Gemiddeld gaven Fransen in 2014 aan alcoholische dranken 2 keer zoveel geld uit als in 1960. De afgelopen 50 jaar is de consumptie van bier en champagne stabiel gebleven.

insee voedingsmiddelen


Eten buiten de deur duurder
In 2014 gaven Franse huishoudens € 59 miljard uit aan eten buiten de deur, een kwart van hun totaalbudget aan eten en drinken. De afgelopen 50 jaar is dit bedrag onophoudelijk gestegen. Niet doordat de Fransen steeds meer buiten de deur eten, maar doordat de prijzen van restaurants, kantines en andere eetgelegenheden zijn blijven stijgen. Sinds 1960 met gemiddeld 5,9% per jaar, stelt het Insee vast. In de praktijk betekent dat dat gezinnen die minder ruim in het geld zitten, kinderen hebben én ouderen er de voorkeur aan geven gewoon thuis te eten.

Fotocredits: 'Boulangerie - Alimentation', Frédérique Voisin-Demery
Dit artikel afdrukken