In 1896 presenteerde de "Deutsche Automaten Gesellschaft" op de Wereldtentoonstelling in Berlijn het "electrisch-automatisches Restaurant". Het was een blik op de toekomst. Geen wachttijden, fooien of bediening, maar in een schone, heldere omgeving waar je direct je eigen keuze uit de muur kon trekken. De Automatenrestaurants veroverden in korte tijd de wereld.

In geboorteland Duitsland kwam er in de jaren 20 de klad in. Allereerst door de reuzeninflatie die de munten waarmee de automaten gevoed moesten worden waardeloos maakte. Vervolgens omdat het nationaal-socialistische bewind ze een bedreiging voor de werkgelegenheid vond.

Dat laatste was een vergissing. De Automatenrestaurants, zonder zichtbare bediening en met de suggestie dat de vakjes automatisch gevuld werden, vereisten juist extra arbeidsinzet. In de VS bleek dat de nekslag voor de succesvolle automatenketen Horn & Hardart. Zij konden het door hun hogere personeelskosten en kwaliteitseisen niet bolwerken tegen de opkomst van de echte goedkope fastfoodrestaurants in de jaren '50 en legden juist daarom het loodje.

In de jaren '50 en '60 waren er nog twee nieuwe Duitse wederopstandingen van de Automatenrestaurants: in de DDR. Daar smoorde door een ontwerpfout de interesse daadwerkelijk in de kiem - de grepen op de vakjes werden loeiheet. En ook langs de Autobahnen beleefde de automatiek een opleving, tot ze in de jaren 80 als symbool van de 'sozialer Kälte und seelenloser Systeme' weer uit het zicht verdwenen. Dit alles wordt uitgebreid beschreven in Der Spiegel.

Vandaag de dag is er eigenlijk nog maar één land waar de Automatiek welig tiert: Nederland.

Behalve een kroket, kun je bij ons ook een doosje eieren of aardbeien 'uit de muur' halen.
Dit artikel afdrukken