Ik sprak met Paul van Aalst, beheerder horeca van zwembad Dijnselburg in Zeist over de manier waarop de horeca van zijn zwembad is georganiseerd. Zes jaar geleden was zijn zwembad lijdend voorwerp in een heuse patatrel.

Gemeente wilde gezonde zwembadkantine
De gemeente Zeist speelt een belangrijke rol bij het zwembad. Zij zijn immers exploitant van het zwembad. De gemeente besluit over openingstijden, wil dat duurzaamheid wordt meegewogen bij de leverancier-keuze. En besloot in 2010, naar aanleiding van het Convenant Gezond Gewicht van Paul Rosemüller, om uitsluitend gezonde producten aan te bieden in de kantine van het zwembad Dijnselburg.

Bezoekers zeiden: ik wil geen biologische cola, ik wil gewone cola. Of: Ik ben in het zwembad, ik wil een patatje, geen roast potatoes. Ik hoef dat niet.
De radicale aanpak
“Op basis van het besluit van de wethouder is toen gekozen voor een radicale aanpak: hups alles goed, gezond en verantwoord. We zijn toen enthousiast gestart met het concept van ‘TISS gezond’. Dat bedrijfje heeft ons begeleid in gezonde producten. En we hadden hulp van onze leverancier, toen nog Deli-XL en van een diëtiste over bijvoorbeeld goede en slechte Enummers”. Paul merkte toen al wel dat er ‘eindeloze discussies over wat is gezond’ zijn. “Daarom noemen we het nu ook verantwoord.”

Roast potatoes en biologische cola
Dit gebeurde er: “Alles wat ongezond is in de ogen van de mensen is er allemaal uit gegaan: cola, magnums, chips, softijs, frituur, marsjes. Wat bleef erover: waterijs, yoghurt ijs, roast potatoes (aardappelpartjes), fruit en groente spiesjes, biologische cola (dat bedrijf heeft het niet gered), pago drankjes, Gulpener bier: niet zozeer gezond maar het meest duurzame bier van Nederland.” In februari 2010 startte een pilot voor een jaar, waarna ze zouden evalueren.

Betuttelend
Hoewel het idee heel erg goed was volgens Paul, waren reacties niet positief. Men vond het betuttelend: “Bezoekers zeiden: “ik wil geen biologische cola, ik wil gewone cola.” Of: “Ik ben in het zwembad, ik wil een patatje, geen roast potatoes. Ik hoef dat niet.” Het aanbod was niet duurder gemaakt voor de bezoekers.

Actie groep ‘Patat terug in Zwembad Dijnselburg’
“Er werd door vaste klanten van het zwembad een actiegroep in het leven geroepen ‘Patat terug in Zwembad Dijnselburg’.” vertelde Paul. “Die zocht de media op. Ging mensen opjutten, ook hier in het zwembad, enquêtes werden hier uitgedeeld ‘we willen de friet weer terug’. De manier waarop was heel onaangenaam. De wethouder heeft ze er nog op aangesproken.” De actiegroep kreeg overigens wel haar zin: na 5 maanden, in juni 2010 was de patat weer terug in het zwembad, niet meer uit de frituur, maar bereid in de oven.

Paul van Aalst voor zijn ovens


Een zwaar jaar
“We hebben het meer dan een jaar volgehouden. Geëvalueerd en toen besloten om het weer terug te draaien.” Waarom? “Het belangrijkste was: De reactie van bezoekers, de negatieve publiciteit, dat was de nekslag. Dat was belangrijker dan de reductie in de omzet. Daar hadden we misschien nog wel een verbeterslag in kunnen maken, kritischer naar ons assortiment kunnen kijken: Maar die hele negatieve publiciteit: ‘ik mot het niet, ik wil dit niet ik wil gewone cola’, ‘jij bepaalt toch niet wat ik eet’, ‘Ik ben geen Klazien uit Zalk, ik bepaal het zelf wel’. Ik moest me constant verdedigen, het was een zwaar jaar. Mijn collega’s werden er ook af en toe heel verdrietig ervan. Bijna alleen maar negatieve reacties horen, was heel demotiverend.

Wel jammer
Terug naar het oude assortiment is niet breed gecommuniceerd. Waarom niet? “Heeft geen zin”, volgens Paul, “Het is gewoon een afweging geweest.” Hij betreurt het wel dat het zo is gelopen. “We hadden er meer mee kunnen doen. Denk ik. Misschien was het 2 sporenbeleid beter geweest, mensen keuzes geven, dat is niet zo betuttelend.“

Deze tekst verscheen op de website van HAS Hogeschool en maakt deel uit van een serie blogs.

Fotocredits: 'friet', Joost Dikker Hupkes
Dit artikel afdrukken