De zee biedt volop ecologische mogelijkheden voor visserij en aquacultuur, zo werd duidelijk tijdens de 5e debatavond #foodfriend in de Rode Hoed. Maar eerst moet dat gekibbel over zeereservaten eens stoppen.
Een eeuw geleden zwommen er vier meter lange blauwvintonijnen in de Noordzee. Als je bij Den Helder ging hengelen, ving je hoogstwaarschijnlijk een rog. Ten noorden van Nederland lag een oesterbank van 20.000 km2. Je kon schollen vangen van 40 jaar oud en een halve meter breed. Maar inmiddels zijn de oesterbank, tonijnen en roggen spoorloos verdwenen. Schollen zijn er meer dan ooit, maar niet ouder dan een jaar of acht.
Han Lindeboom, hoogleraar mariene ecologie, gebruikte de voorbeelden om te laten zien wat de impact van de visserij op het mariene ecosysteem is. Hij hield een helder pleidooi: stel grote zeereservaten in, in 25% van de Noordzee. Lindeboom nam daarbij het Great Barrier Reef in Australie als voorbeeld. Het gepolder tussen ecologen, wetgevers en vissers zorgt nu namelijk voor halfslachtige maatregelen die noch voor de vissers, noch voor de ecologie winst opleveren.
De twee andere sprekers gingen min of meer tegen het pleidooi voor grote zeereservaten in. De innovatieve en als milieubewust bekend staande Urker kottervisser Klaas-Jelle Koffeman bleef hameren op het falen van de scholbox in de Noordzee en hield bedenkingen bij grote reservaten. Onderzoeker Marieke Verweij van de ProSea Foundation pleitte voor meer overleg tussen wetenschappers en vissers. Blijven polderen dus? De slotdiscussie van de avond bleef in het zeereservaat hangen en kwam er niet uit.
Steeds minder vissers ondanks inspanningen
Toch waren er veel andere, interessante thema's die voorbijkwamen. Zo werd duidelijk dat de innovatie van de Nederlandse visserij voor een belangrijk deel werd gedreven door de stijgende olieprijzen. "Op zeker moment zat er 8 liter stookolie in een kilo vis".
Des te schrijnender is Koffemans verslag van de teloorgang van de visserijcultuur. Van zijn schoolfoto uit 1982, een klas vol vissersjongens, werken nog maar 3 jongens in de visserij. Het bedrijf van Koffeman en zijn zes broers is een van de meest succesvolle overlevers in de branche, maar Koffeman moest zijn eigen schip inmiddels ontmantelen, omdat het niet meer uit kon. "Ik ben nu zes, zeven maanden aan wal." Een werkeloos schip kost teveel geld en levert niets op.
Alles is export
Als de vis werkelijk duur betaald werd, zoals het spreekwoord wil, zou de visserij duurzamer kunnen werken. Het is een bekend fenomeen dat vissers blijven doorvissen en minder rendabele vis als bijvangst overboord gooien, om binnen hun visquotum een zo hoog mogelijke opbrengst te realiseren - of boven nul uit te komen. Dat heeft alles met prijzen te maken. "We hadden vorig jaar fantastische visvangsten, maar er was geen afzet in de markt.
Zou er geen markt te creëren zijn voor die ondergewaardeerde soorten? Marieke Verweij noemde het voorbeeld van de North Sea Chefs die een dappere poging doen om juist de minder courante vissoorten culinaire bekendheid te geven; soorten als de rode poon, pieterman of steenbolk. Volgens bezoeker Kees Lankester, adviseur op het gebied van duurzame visserij, schuilen hier veel kansen. "Spa verkoopt ook water ter waarde van een cent voor drie euro." Bezoeker Chris Dutilh, voormalig duurzaamheidsmanager bij Unilever, vult aan: "Veel mensen eten geen vis omdat het herkenbaar is als dier. Het is een interessante uitdaging om daar in de marketing oplossingen voor te verzinnen."
Nu al meer kweekvis dan rundvlees
Het thema met de meeste belofte voor de toekomst was misschien wel de aquacultuur. Marieke Verweij verwoordde het helder: "Men staart zich blind op land. Maar er is ontzettend veel zee." Ze signaleerde dat er nu al meer kweekvis dan rundvlees wordt geproduceerd. "Wereldwijd bestaat 17% van de inname van dierlijke eiwitten uit vis. De visserij zit aan zijn top, dus groei is vooral mogelijk in de kwekerij."
Ook Lindeboom onderkende het potentieel: "Aquacultuur in open zee biedt veel mogelijkheden. Je kunt beginnen in windmolenparken, bijvoorbeeld met mosselen. Daarnaast biedt de zee nog andere mogelijkheden. Op het land ontstaat een tekort aan fosfaat. Maar in de diepe oceaan zit meer dan genoeg fosfaat."
Joop Erhardt, consultant bij Schuttelaar & Partners, geeft er een mooi actueel voorbeeld bij, na afloop: "Samen met een aantal partners waaronder Imaris ontwikkelen wij De Noorzeeboerderij. In open zee, in de buurt van Texel, gaan we de mogelijkheid van zeewierproductie uitwerken. Een zee-akker, dus. We hebben te weinig wereldbollen om met ons huidige voedingspatroon de wereldbevolking te voeden, daarom moeten we de mogelijkheden op zee planmatig en in overleg verkennen. De aquacultuur op het land levert snel problemen op, aquacultuur op open zee is veel natuurlijker. Naar analogie van de landbouw kun je denken aan gemengde teelten op zee, met algen, zeewier en viskweek."
Op 28 april vindt de slotavond van de debatreeks "It's the food, my friend" plaats in De Rode Hoed. Let op: het tijdstip van aanvang is deze keer 19 uur!
Fotocredits: boei, auggie tolosa
Dit artikel afdrukken
Gepolder zorgt voor halfslachtige maatregelen die noch voor de vissers, noch voor de ecologie winst opleverenEchte reservaten of niet?
Han Lindeboom, hoogleraar mariene ecologie, gebruikte de voorbeelden om te laten zien wat de impact van de visserij op het mariene ecosysteem is. Hij hield een helder pleidooi: stel grote zeereservaten in, in 25% van de Noordzee. Lindeboom nam daarbij het Great Barrier Reef in Australie als voorbeeld. Het gepolder tussen ecologen, wetgevers en vissers zorgt nu namelijk voor halfslachtige maatregelen die noch voor de vissers, noch voor de ecologie winst opleveren.
De twee andere sprekers gingen min of meer tegen het pleidooi voor grote zeereservaten in. De innovatieve en als milieubewust bekend staande Urker kottervisser Klaas-Jelle Koffeman bleef hameren op het falen van de scholbox in de Noordzee en hield bedenkingen bij grote reservaten. Onderzoeker Marieke Verweij van de ProSea Foundation pleitte voor meer overleg tussen wetenschappers en vissers. Blijven polderen dus? De slotdiscussie van de avond bleef in het zeereservaat hangen en kwam er niet uit.
Steeds minder vissers ondanks inspanningen
Toch waren er veel andere, interessante thema's die voorbijkwamen. Zo werd duidelijk dat de innovatie van de Nederlandse visserij voor een belangrijk deel werd gedreven door de stijgende olieprijzen. "Op zeker moment zat er 8 liter stookolie in een kilo vis".
Ik ben nu zes, zeven maanden aan walHet bedrijf van Koffeman heeft nu schepen die 30% minder brandstof gebruiken en hij zegt vrijwel CO2-neutraal te werken. Koffeman somt een indrukwekkende lijst innovaties en samenwerkingsverbanden met wetenschappelijke instituten op, zoals het ontwikkelen van ontsnappingspanelen voor bijvangst. "Nederland heeft verreweg de meest innovatieve visserij ter wereld" stelt Lindeboom onomwonden.
Van de klas van @KJKiele vissen er nog maar 3. Allemaal familiebedrijven over de kop... #foodfriend pic.twitter.com/VHhNwfz6a3
— Sarah Verroen (@sarah_lv) April 8, 2015
Des te schrijnender is Koffemans verslag van de teloorgang van de visserijcultuur. Van zijn schoolfoto uit 1982, een klas vol vissersjongens, werken nog maar 3 jongens in de visserij. Het bedrijf van Koffeman en zijn zes broers is een van de meest succesvolle overlevers in de branche, maar Koffeman moest zijn eigen schip inmiddels ontmantelen, omdat het niet meer uit kon. "Ik ben nu zes, zeven maanden aan wal." Een werkeloos schip kost teveel geld en levert niets op.
Alles is export
Als de vis werkelijk duur betaald werd, zoals het spreekwoord wil, zou de visserij duurzamer kunnen werken. Het is een bekend fenomeen dat vissers blijven doorvissen en minder rendabele vis als bijvangst overboord gooien, om binnen hun visquotum een zo hoog mogelijke opbrengst te realiseren - of boven nul uit te komen. Dat heeft alles met prijzen te maken. "We hadden vorig jaar fantastische visvangsten, maar er was geen afzet in de markt.
87% van alle Noordzeevis wordt geëxporteerdWe moesten geld toeleggen" vertelt Koffeman. Van de Nederlandse consument moeten de vissers het niet hebben. Marieke Verweij meldt dat Nederlanders gemiddeld 4,5 kilo vis eten, tegenover 71,3 kg vlees. En de gegeten vissoorten zijn dan vooral geïmporteerde pangasius, tonijn uit blik, vissticks, zalm, koolvis en haring. Veel vissoorten uit de Noordzee zijn in Nederland niet fatsoenlijk te verkopen. 87% van alle vis wordt dan ook geëxporteerd - vooral naar Duitsland, België, Italië en Spanje, vult Wim Zaalmink van het LEI na afloop aan.
Je kunt beginnen in windmolenparken, bijvoorbeeld met mosselen. Op het land ontstaat een tekort aan fosfaat. Maar in de diepe oceaan zit meer dan genoeg fosfaatMarkt voor steenbolk en pieterman
Zou er geen markt te creëren zijn voor die ondergewaardeerde soorten? Marieke Verweij noemde het voorbeeld van de North Sea Chefs die een dappere poging doen om juist de minder courante vissoorten culinaire bekendheid te geven; soorten als de rode poon, pieterman of steenbolk. Volgens bezoeker Kees Lankester, adviseur op het gebied van duurzame visserij, schuilen hier veel kansen. "Spa verkoopt ook water ter waarde van een cent voor drie euro." Bezoeker Chris Dutilh, voormalig duurzaamheidsmanager bij Unilever, vult aan: "Veel mensen eten geen vis omdat het herkenbaar is als dier. Het is een interessante uitdaging om daar in de marketing oplossingen voor te verzinnen."
Nu al meer kweekvis dan rundvlees
Het thema met de meeste belofte voor de toekomst was misschien wel de aquacultuur. Marieke Verweij verwoordde het helder: "Men staart zich blind op land. Maar er is ontzettend veel zee." Ze signaleerde dat er nu al meer kweekvis dan rundvlees wordt geproduceerd. "Wereldwijd bestaat 17% van de inname van dierlijke eiwitten uit vis. De visserij zit aan zijn top, dus groei is vooral mogelijk in de kwekerij."
Ook Lindeboom onderkende het potentieel: "Aquacultuur in open zee biedt veel mogelijkheden. Je kunt beginnen in windmolenparken, bijvoorbeeld met mosselen. Daarnaast biedt de zee nog andere mogelijkheden. Op het land ontstaat een tekort aan fosfaat. Maar in de diepe oceaan zit meer dan genoeg fosfaat."
Je kunt denken aan gemengde teelten op zee, met algen, zeewier en viskweekEen klassiek gemengd landbouwbedrijf op zee
Joop Erhardt, consultant bij Schuttelaar & Partners, geeft er een mooi actueel voorbeeld bij, na afloop: "Samen met een aantal partners waaronder Imaris ontwikkelen wij De Noorzeeboerderij. In open zee, in de buurt van Texel, gaan we de mogelijkheid van zeewierproductie uitwerken. Een zee-akker, dus. We hebben te weinig wereldbollen om met ons huidige voedingspatroon de wereldbevolking te voeden, daarom moeten we de mogelijkheden op zee planmatig en in overleg verkennen. De aquacultuur op het land levert snel problemen op, aquacultuur op open zee is veel natuurlijker. Naar analogie van de landbouw kun je denken aan gemengde teelten op zee, met algen, zeewier en viskweek."
Op 28 april vindt de slotavond van de debatreeks "It's the food, my friend" plaats in De Rode Hoed. Let op: het tijdstip van aanvang is deze keer 19 uur!
Fotocredits: boei, auggie tolosa
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Inmiddels is er een compleet verslag van de avond met veel aanvullingen op bovenstaande. Er komt onder andere een ontwerp van een pomp voorbij die voedselrijk water van de oceaanbodem naar het oppervlak haalt met behulp van een warmtepomp die werkt op het warmteverschil tussen ondiepe en diepe waterlagen (Ocean Thermal Energy Conversion).
En Koffemans duurzame vissersschip van de toekomst, dat kleiner is, 30% minder brandstof gebruikt en aan boord biobrandstof van visafval maakt, waardoor het in potentie CO2-neutraal kan gaan varen. Het eerst pilotschip ligt sinds kort in het water. Ook de ins and outs van de aanlandplicht komen aan bod.
@Alexis en @Wouter Wat betreft het instorten van de scholstand na instellen van de scholbox concluderen wetenschappers dat dit voornamelijk samenhangt met veranderingen in het Noordzee-ecosysteem, gerelateerd aan veranderingen in eutrofiering en temperatuur (zie Beare et al. 2013 Lessons learnt from the plaice box). Daarbij heeft klimaatverandering dus ook een rol gespeeld: doordat de zee is opgewarmd, is de schol meer naar noordelijke wateren verschoven, dus ook van de kustzone weg (waar de scholbox ligt). Het lastige in de discussie in visserijbeheer, is dat er allerlei factoren tegelijk een rol spelen, zowel natuurlijke als menselijke invloeden. De scholbox werd ingesteld in 1989/1995: vlak nadat in 1986 de hoogste recruitment (jonge aanwas) van schol ooit werd gemeten. De scholstand had dus net van nature een enorme boost gehad. Dat de scholstand in de jaren daarna afnam heeft dus ook te maken met het feit dat de aanwas van jonge schol na 1986 weer terugviel naar lagere, ‘normale’ of ‘gemiddelde’ niveaus. Ook is de groeisnelheid van schol afgenomen na instellen van de scholbox. Daarbij is het ook nog eens zo dat schol kan profiteren van enige mate van bodemberoering (zie o.a. van Denderen et al. 2013 ‘When does fishing lead to more fish?’), dus volgens veel vissers is de aanwezigheid van schol in de scholbox vooral teruggelopen doordat er daar minder gevist werd na instellen van de scholbox. Maar als je alle factoren in ogenschouw neemt, concludeert de wetenschappelijke community in elk geval dat dat voor wat betreft de scholbox niet zo simpel ligt.
De zeer hoge scholstand van het moment lijkt vooral te danken aan de enorme terugloop van visserijdruk op allerlei visbestanden in de Noordzee. Dus inderdaad, zoals Wouter zegt: met dank aan adequate vangstquota en een in dat opzicht succesvol visserijbeheer.
Alexis, nog even over #12. Daar vraag je: "Waarom is men er eigenlijk van overtuigd dat de momentele zeer hoge scholstand niet te danken is aan de scholbox?"
Even uit het ongerijmde: als dat zo was had Lindeboom het vast wel gezegd. Hij noemde klimaatverandering als oorzaak.
Ik denk dat de hoge stand vooral te danken is aan adequate vangstquota.
Wat denk jij, Marieke?
Ideetje over die doorgedraaide schol (verwerkt in kattenvoer?), Marieke: in de schepen voor de scholvangst (nog steeds die vreselijke boomkorkotters?)is geinvesteerd toen die pangasius er nog niet was (of veel kleinere rol speelde op de vismarkt), ja dat is even slikken voor die vissers met hun dure schepen, maar de concurrentie met die goedkope pangasiuswitvisfiletjes (panklaar uit lagelonenlanden) is dan een uitgemaakte zaak. Winst voor de zee hier dus; de wereldwijde aquacultuur (monocultuur met visvoer) zit trouwens al 20 jaar in een stijgende lijn, terwijl de wilde vangst al die tijd stagneerde, daar zullen ook die enkele reservaten niet veel aan veranderen. Je kunt het vergelijken met de jacht en de veeteelt op het land; hazen, eenden en fazanten van de poelier al 100 jaar ongeveer gelijk, ook al worden fazanten soms wel eens bijgevoerd, maar kip en varken zijn stormachtig gestegen! en @ Alexis: voor de voedselvoorradigheid/pers./jr is biomassa niet zo'n geschikte maat (denk aan nutteloze opstand tropenbossen), beter is te kijken naar de netto jaarlijkse primaire produktie van een ha land of zee, en daar dan het eetbare deel van na zoveel schakels omzetting (want aan plankton en gras heb je niets).
@Kaput Met 'mooi verhaal' bedoel ik dat Alexis de avond in de rode hoed goed weergegeven. Wat betreft 'de zee als bulkfeeder' en de rol van de zee in de aquacultuur, daar is het laatste duidelijk nog niet over gezegd. Maar als je kijkt naar de visserij, dan waarderen we die momenteel niet tot volle potentie. Waarom eten we bijvoorbeeld in Nederland veel meer gekweekte pangasius uit Azie dan Noordzeeschol (die zo weinig opbrengt dat deze regelmatig doordraait op de afslag)?