Dat zei de Wageningse professor Sander Kersten (WUR) eerder deze week al op Foodlog naar aanleiding van een persbericht dat de medische faculteit van de Rotterdamse Erasmusuniversiteit naar buiten bracht. In het huisblad van zijn universiteit is hij er vandaag explicieter over.
Dierlijke eiwitten zouden de lever schaden. Erasmus MC bracht uitspraken daarover met wat tamtam naar buiten. Ze pakten op Twitter onmiddellijk de aandacht van mensen die nog maar eens wilden onderstrepen hoe ongezond vlees is.
Foodlog nam het berichtje neutraal en verkort over met een commentaar van de hoofdredacteur: "Mocht u het merkwaardig nieuws vinden: dit is echt wat Erasmus MC communiceert."
Op de opmerking van de hoofdredacteur dat het "uiteraard slechts om associatie kan gaan bij dit onderzoek" en dat daarom de formulering van het persbericht opmerkelijk moet heten omdat het nogal op impact gericht is, antwoordt Kersten: "Klopt helemaal. Een schoolvoorbeeld van hoe een persbericht de inhoud van de publicatie slecht dekt. Dat kunnen we mooi voor ons onderwijs gebruiken. En nog van dicht bij huis ook!"
Vandaag fileert Kersten het persbericht in Resource, het huisblad van zijn universiteit. Daar noemt hij de onderzoeksresultaten "totaal uit hun verband gerukt":
‘Dit is een typisch voorbeeld waar de berichtgeving niet aansluit bij de resultaten van het onderzoek, die daardoor totaal uit hun verband worden getrokken. In deze epidemiologische studie is bij een grote groep vrijwilligers gekeken naar hun voedselconsumptie en het voorkomen van leververvetting. Vervolgens is er een verband gevonden tussen dierlijke eiwitten en leververvetting. Maar je mag dan niet concluderen dat er sprake is van een oorzakelijk verband. Bovendien is het bij zo’n studie erg lastig om dierlijk eiwit los te koppelen van dierlijk vet en andere in dierlijke voedingsmiddelen aanwezige stoffen.’
Foodlog heeft deze week op verschillende manieren geprobeerd in contact te komen met onderzoeker dr. Sarwa Darwish Murad van het Erasmus MC. Op haar uitspraken is het persbericht gebaseerd. Ook hebben we geprobeerd de afdeling Persvoorlichting te spreken. Vanmorgen stuurde deze afdeling het bericht dat Sarwa Darwish Murad met vakantie is en een link naar de abstract dat Foodlog al sinds 21 april in de redactielijst had staan, maar liet liggen vanwege de vele vraagtekens die bij het onderzoek te stellen zijn.
Kersten geeft terecht aan dat weliswaar een verband tussen voeding en de lever is gevonden, maar dat op geen enkele manier duidelijk is welke stoffen via welke metabolismen welke effecten hebben. Toch brengt het Erasmus het persbericht naar buiten op een manier die mooi bij het 'minder vlees'-frame aansluit. Wat de onderzoeker er zelf van vindt, is nog onbekend, net als hoe ze tot deze conclusies is gekomen. Uit contacten met andere wetenschappers over het onderzoek proef ik dat ze huiverig zijn om zich over het onderzoek van een collega uit te laten zonder de details van het onderzoek te kennen. Kersten stapt publiekelijk uit die schuchtere traditie. Dat is een goede zaak. Niettemin rest er nog een belangrijke vraag: staat in de onderzoeksresultaten wellicht nog iets dat meer aanwijzing geeft voor een associatie met eiwitten, dan het abstract prijsgeeft?
Dit artikel afdrukken
Foodlog nam het berichtje neutraal en verkort over met een commentaar van de hoofdredacteur: "Mocht u het merkwaardig nieuws vinden: dit is echt wat Erasmus MC communiceert."
Je mag niet concluderen dat er sprake is van een oorzakelijk verband. Bovendien is het bij zo’n studie erg lastig om dierlijk eiwit los te koppelen van dierlijk vet en andere in dierlijke voedingsmiddelen aanwezige stoffenKersten reageerde op het persbericht (waar nog altijd geen onderzoeksresultaten, maar slechts een abstract beschikbaar is): "Het is wel belangrijk om aan te geven dat het hier om een associatie gaat. Dat wil niet zeggen dat deze associatie ook causaal is. Dat zou kunnen, maar daar kan dit onderzoek niets over zeggen. Consumptie van dierlijk eiwit is lastig los te koppelen van andere voedings- en leefgewoonten waarvan we weten dat die minder gunstig zijn. Daarvoor zal zoveel mogelijk zijn gecorrigeerd in de analyse maar dan nog blijft het erg oppassen met de interpretatie."
Op de opmerking van de hoofdredacteur dat het "uiteraard slechts om associatie kan gaan bij dit onderzoek" en dat daarom de formulering van het persbericht opmerkelijk moet heten omdat het nogal op impact gericht is, antwoordt Kersten: "Klopt helemaal. Een schoolvoorbeeld van hoe een persbericht de inhoud van de publicatie slecht dekt. Dat kunnen we mooi voor ons onderwijs gebruiken. En nog van dicht bij huis ook!"
Vandaag fileert Kersten het persbericht in Resource, het huisblad van zijn universiteit. Daar noemt hij de onderzoeksresultaten "totaal uit hun verband gerukt":
‘Dit is een typisch voorbeeld waar de berichtgeving niet aansluit bij de resultaten van het onderzoek, die daardoor totaal uit hun verband worden getrokken. In deze epidemiologische studie is bij een grote groep vrijwilligers gekeken naar hun voedselconsumptie en het voorkomen van leververvetting. Vervolgens is er een verband gevonden tussen dierlijke eiwitten en leververvetting. Maar je mag dan niet concluderen dat er sprake is van een oorzakelijk verband. Bovendien is het bij zo’n studie erg lastig om dierlijk eiwit los te koppelen van dierlijk vet en andere in dierlijke voedingsmiddelen aanwezige stoffen.’
Foodlog heeft deze week op verschillende manieren geprobeerd in contact te komen met onderzoeker dr. Sarwa Darwish Murad van het Erasmus MC. Op haar uitspraken is het persbericht gebaseerd. Ook hebben we geprobeerd de afdeling Persvoorlichting te spreken. Vanmorgen stuurde deze afdeling het bericht dat Sarwa Darwish Murad met vakantie is en een link naar de abstract dat Foodlog al sinds 21 april in de redactielijst had staan, maar liet liggen vanwege de vele vraagtekens die bij het onderzoek te stellen zijn.
Kersten geeft terecht aan dat weliswaar een verband tussen voeding en de lever is gevonden, maar dat op geen enkele manier duidelijk is welke stoffen via welke metabolismen welke effecten hebben. Toch brengt het Erasmus het persbericht naar buiten op een manier die mooi bij het 'minder vlees'-frame aansluit. Wat de onderzoeker er zelf van vindt, is nog onbekend, net als hoe ze tot deze conclusies is gekomen. Uit contacten met andere wetenschappers over het onderzoek proef ik dat ze huiverig zijn om zich over het onderzoek van een collega uit te laten zonder de details van het onderzoek te kennen. Kersten stapt publiekelijk uit die schuchtere traditie. Dat is een goede zaak. Niettemin rest er nog een belangrijke vraag: staat in de onderzoeksresultaten wellicht nog iets dat meer aanwijzing geeft voor een associatie met eiwitten, dan het abstract prijsgeeft?
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Dennis, zoals je in bovenstaande tekst een beetje kunt zien, wil Marjolein dat het liefst door dr. Sarwa Darwish Murad zelf laten uitleggen. Die moet daar de ruimte voor krijgen.
Het is goed - uitstekende zelfs! - het te hebben gesignaleerd. Nu kan zij uitleggen wat de motieven zijn geweest.
Bij het eerdere korte berichtje probeerde ik al aan te geven dat er iets merkwaardigs schuilt in de (abstract van) de publicatie zelf. Het vreemde dat aan dit bericht kleeft, gaat verder dan het persbericht.
Dezelfde groep publiceerde in 2015 een bijna identieke studie met dezelfde Rotterdamse populatie. In die studie was er vrijwel geen correlatie tussen de hoeveelheid van enig van de drie macronutrienten en NAFELD. Die resultaten werden gevonden door te corrigeren voor de totale calorie-inname. Ofwel, als de hoeveelheid calorieën hetzelfde was, gaf een hogere inname van koolhydraten, van vet, noch van eiwit een hoger risico op NAFELD.
In de abstract van de nieuwe studie vonden de onderzoekers ineens wél een verband tussen eiwitinname en het risico op NAFELD, althans zo stellen ze. Maar dat verband vonden ze door níet te corrigeren voor totale calorie-inname. Maar het is zeer waarschijnlijk dat die hogere eiwitinname ook (en nog veel sterker) gecorreleerd is met een hogere calorie-inname. Komt dat verhoogde risico dan door het eten van meer eiwitten, of door iets anders wat tegelijkertijd in grotere hoeveelheid naar binnen komt?
In die nieuwe analyse is ook gekeken naar de risicoverhoging als wél gecorrigeerd wordt calorie-inname. Maar daarvoor worden de getallen niet gegeven in de abstract. Je vraagt je af, zouden die getallen net als in 2015 wijzen op eigenlijk helemaal geen correlatie?
De vraag is: waarom publiceren de onderzoekers dit op deze wijze? Het is niet alleen dat de "berichtgeving niet aansluit bij de resultaten", het is heel bewust een andere focus in het abstract, waardoor er ineens wel correlaties te noemen zijn.
#1, Jan Peter en alle lezers, die laatste zin was (ik heb hem weggehaald omdat hij voor teveel verwarring zorgt voor een niet vakmatig publiek): Het lijkt onwaarschijnlijk omdat eiwitten via een ander systeem worden gemetaboliseerd.
Omdat Marjolein even buiten de deur is, probeer ik het zo goed mogelijk toe te lichten.
Die zin vergt weer een uitwijding op zichzelf, heb ik begrepen. Het onderzoek maakt deel uit van een brede reeks zgn. Non-Alchoholic Fatty LiverDisease (NAFLD) studies.
Eiwitten worden door de lever anders gemetaboliseerd (= afgebroken door het lichaam om als onderhoud of energie te kunnen dienen) dan suikers of vetten.
Wel is denkbaar dat een zieke lever last kan krijgen in zijn omgang met eiwitten. Dat zou dus kunnen betekenen dat de suggesties die in het nieuws zijn gebracht oorzaak en gevolg omdraaien.
Let wel 'zou zou zou'. Ik heb hier verder geen verstand van. Hepatologen - leverspecialisten - moeten zich daarover buigen, maar ... het onderzoek zelf is nog altijd niet beschikbaar. Vandaar dat ? tot slot.
That's life.
Na verloop van tijd neemt je spiermassa af, ga je minder goed zien, je gehoor wordt minder, je reukvermogen neemt af, je smaakwaarneming vlakt af, je kraakbeen wordt harder, je botten brozer, je prostaat groter, je lever wat vetter, je haar dunner, je reactievermogen, vruchtbaarheid, nierfuncties, nagels, . . . . . . normaal toch?
Wat is dat voor rare laatste zin?