In oktober 2015 verscheen een artikel op de site van Mother Jones dat laat zien welke mogelijkheden moderne genetische technieken als gene silencing en gene editing bieden.

GMO voor koeien zonder hoorns
Het verhaal begint met Scott Fahrenkrug die een video bekeek over het onthoornen van kalveren en daardoor diep geschokt raakte. Dat is opmerkelijk omdat Fahrenkrug geen doorsneeburger maar professor in de dierwetenschappen aan Universteit van Minnesota. Van zo iemand zou je verwachten dat hij geen video van een obscure dierenrechtenorganisatie nodig heeft om te praktijken binnen zijn vakgebied te kennen. Toch leidde de video ertoe dat Fahrenkrug inmiddels CEO is van Recombinetics, een Amerikaans bedrijf dat claimt het dierenwelzijn te verbeteren door via de modernste GMO technieken hoornloze koeien te produceren.

En dat is nog maar het begin, want the sky is the limit. Recombinetics probeert ook de berengeur bij varkens aan te pakken door de puberteit bij de beertjes uit te stellen door genetische aanpassingen. Geen hormonen, geen berengeur én een betere voedselconversie. Ook wordt dierenleed voorkomen, omdat castratie, ook verdoofd, toch altijd een flinke ingreep betekent.

De mogelijkheden voor het verbeteren van de situatie van kinderen van ouders die genetische defecten hebben zijn groot: de erfelijke aanleg voor borstkanker en sikkelcelanemie (om er maar twee te noemen) zouden aangepakt kunnen worden. Maar het zet ook de deur open voor designer baby's
Ethische consequenties
Jennifer Doudna is één van de wetenschappers die aan de wieg van de CRISPR-techniek stond. Ze kent als geen ander de kracht van de techniek. Ze uitte haar twijfels in Nature voor de toepassingen die Recombinetics op de markt brengt. Doudna geeft aan zich grote zorgen te maken over de razendsnelle ontwikkeling van de techniek.

In haar zéér lezenswaardige Nature-artikel (lees het, het is toegankelijk en eerlijk) maakt ze duidelijk dat ze als wetenschapper nooit stil heeft willen staan bij de ethische consequenties van haar werk, maar zich nu gedwongen ziet dat wel te doen.

De eerste ingrijpende experimenten zijn al uitgevoerd bij apen, waarbij het genetisch materiaal van 180 ééncellige embryo’s succesvol gewijzigd werd. Doudna werd gebeld door vrouwen die het BRCA1-gen dragen en daardoor een kans van 60% kans hebben om voor hun 70ste kanker te krijgen. De vrouwen willen weten wat CRISPR voor hen zou kunnen betekenen. De mogelijkheden en vragen brachten Doudna en 17 andere wetenschappers tot een oproep in Science. Ze vinden dat wetenschappers uiterst terughoudend moeten zijn te zijn met het toepassen van de uiterst krachtige genetische techniek op mensen. De mogelijkheden voor het verbeteren van de situatie van kinderen van ouders die genetische defecten hebben zijn groot: de erfelijke aanleg voor borstkanker en sikkelcelanemie (om er maar twee te noemen) zouden aangepakt kunnen worden. Maar het zet ook de deur open voor designer baby's.

Hoe gaan met straks om met planten en dieren?
In mijn eerdere bijdrage over GMO kwam de vraag naar voren of de modernste GMO technieken (gene silencing en gene editing) wezenlijk grotere risico’s voor voedselveiligheid inhouden dan 'traditionele' technieken als mutagenese of zelfs spontane mutaties. Ik heb er oprecht geen aanwijzingen voor kunnen vinden, hoe graag ik dat zelf ook zou willen. Niets is makkelijker dan de ene techniek in het hokje “fout” en de andere in “goed “te stoppen.

Mijn zorg betreft niet zozeer de techniek zelf, maar eerder de gebruiker van de techniek, de individuele wetenschapper, die een roodvlezige of niet-bruinende appel als oplossing van wereldproblemen ziet. De nieuwe GMO technieken maken het veel eenvoudiger om GMO varianten te ontwikkelen.

Recombinetics, het bedrijfje dat de hoornloze koe en het nooit puberende beertje ontwikkelt, is bepaald geen Monsanto. Het heeft maar 11 personeelsleden. Waar het over mensen gaat willen wetenschappers nog wel enige terughoudendheid betrachten, maar hoe gaan straks we om met dieren en planten?

Wat willen we?
Nu het wijzigen van het DNA zo makkelijk is geworden, moeten we ons afvragen wat we eigenlijk willen. Hoe ziet ons ideale varken eruit? Zonder die lastige puberteit, misschien ook staartloos, kleinere oren of andere incourante delen? Het ideale varken heeft altijd honger, kenmerkt zicht door een ongelooflijke voedselconversie en scheidt nauwelijks fosfaat meer uit. Uitschakelen van angstreflexen, wat minder beweeglijkheid, de vierpotige variant van de plofkip? Of wellicht zelfs een dier met vier billen omdat we dan de productie van het aantal hammen kunnen verdubbelen zonder meer dieren te hoeven houden.

Zulke vragen laat ik liever niet over aan individuele wetenschappers. Die zijn daar op niet voorbereid, zoals Doudna aangeeft. Overheden, toezichthouders en belanghebbenden dan? Als het huidige gemodder op het terrein van GMO in Nederland en Europa daarvoor maatgevend moet zijn, is er nog een hele lange weg te gaan. De technische mogelijkheden ontwikkelen zich echter razendsnel. De Duitse Tagesspiegel benadrukte in een tweeluik dat het gebruik van CRISPR zo 'net zo makkelijk is als het bakken van een broodje' en dat het in tegenstelling tot eerdere GMO technieken op geen enkele manier van een natuurlijke mutatie te onderscheiden is.

Over de techniek hoeven we ons geen zorgen te maken. Wel moeten we goed bedenken welke grenzen we stellen aan het extreme antropocentrische denken waarmee wij alles op de wereld in ons belang organiseren en dat nu ook kunnen met de genen van de planten en dieren die we eten en waarmee we ons omringen. De discussie moet niet gaan over GMO als techniek, maar over de ethiek van de toepassingen ervan.

Fotocredits: 'portrait of dairy cow 34', onthoornd, David Young
Dit artikel afdrukken