Nick maakt zich sterk voor de specialisten op aardbeiengebied, iets waar Jan Robben blij mee kan zijn.

Zeg nooit meer 'aardbei' tegen zo'n rode schijnvrucht met een groen kelkje. Er zit meer achter 'Fragaria spp'.

Vraag het de gemiddelde consument, en hij kent hoogstens twee versies. De... aardbei en eventueel ook nog de bosaardbei, dat dure, zure ding uit delicatessenwinkels. De mensen denken niet in aardbeirassen, alle aardbeien zijn hetzelfde. Maar dat is met appelen en aardappelen toch ook niet zo? O, en dan is er nog zo eentje die hier en daar in Brusselse tuinen opduikt: klein en rood en rond. Ziet er mooi uit en smaakt... helemaal naar niets! Een sieraardbei.
In feite is dát wat wij de voorbije tijd in de handel vonden: sieraardbeien. Al jaren hoor ik de mensen om me heen kreunen en zeuren: "Er zijn geen lekkere aardbeien meer." Het antwoord daarop is: "Waarom zou het ook?" Wij volgen slaafs het aanbod. We krijgen aardbeien te koop aangeboden die voordelig zijn voor de handel. Ze zijn geselecteerd om er mooi uit te zien in de supermarkt, en ze moeten stevig zijn om niet te blutsen tijdens het transport. Al de rest is voor de grootdistributie weggegooid geld (want natuurlijk moeten ze ook nog goedkoop zijn). Tenslotte bepaalt de distributie wat u kunt kopen, niet uzelf, zeker als u zich beperkt tot één soort winkel, één keer per week.

Nu had ik onlangs een workshop over late lenteproducten met een A. Daar hoorden ook aardbeien bij, en ik was van plan om de deelnemers te verrassen met écht lekkere aardbeien. Uit Nederland hoorde ik geruchten over de lambada, een nieuw aardbeiras dat weer smaak zou hebben. Totnogtoe heb ik die niet gevonden (ik begin ook zelden aardbeien te vragen vóór juni). Ik zocht dus naar een plaats waar onafhankelijke distributeurs bij elkaar zitten. Zo'n plek heet de markt, en ik koos die van Vilvoorde, omdat daar altijd veel groente- en fruitstalletjes staan. Ik keek op kisten en doosjes. Vaak stond er geen ras op, en als ik er een vond, dan was het elsanta. Nu is elsanta wat conference is onder de peren: het ziet eruit als een peer, maar daar houdt het meestal op. "Hebt u geen andere soort?" vroeg ik een handelaar. Die vraag had hij nog nooit gekregen, hij wist eerlijk gezegd zelf niet wat hij verkocht. Moest eens gaan kijken. Ja, 't waren elsanta's. Men had mij geleerd dat ik nooit aardbeien mag kopen die ik niet op drie meter afstand kan ruiken. Hier moest ik mijn reukorgaan begraven in een bakje. Geen gezicht.

Ik reed naar Brussegem, waar een vakkundig fruitboer met een grote winkel woont. Alleen zielloze elsanta. "Ik zoek lékkere aardbeien," zei ik aan de winkelierster. Haar ogen glinsterden. "Mijn buurman heeft er lekkere," gniffelde ze, "maar die verkoopt hij niet." Ja, daar was ik vet mee.
Ten einde raad raasde ik naar Pamel. Daar huist het Provinciaal Proefcentrum voor Kleinfruit (PPK), dePajotten kennen het als 'de Tuinbouwschool'. Ik werd er bijzonder vriendelijk ontvangen en wist meteen dat ik goed zat toen de deur open schoof. Een symfonie van aardbeigeur walmde me tegemoet. Neen, het was wat laat voor lambada. Daarenboven hadden ze witziekte... Het meeste fruit van de dag had hij al verkocht, maar er bleef nog wat darselect (foto) en één doosje figaro over. Ik vertelde hem over mijn queeste naar lekkere rassen, maar hij nuanceerde. In het PPK hebben ze niet minder dan veertig variëteiten. Hij wist van iemand in West-Vlaanderen die minstens nog veertig andere had, 'oude' rassen, en dan zijn er ook koppige telers die hun eigen rassen 'op smaak' selecteren, en weigeren te zeggen welke dat zijn. Ik zag verschillende bakjes met vreemde namen, maar eerlijk gezegd, het verschil is niet zo duidelijk als tussen een jonared en een cox bij de appelen. Zelfs de specialist kon ze niet zomaar uit elkaar houden.
Aardbeirassen zijn er dus te keur. Maar distribueren? Ho maar! Het is, zo leerde ik, ook niet alleen het ras dat een aardbei bepaalt: het seizoen, de grond, de teler zelf – het zijn allemaal belangrijke ingrediënten voor een lekkere aardbei, en natuurlijk ook het moment van de oogst. Veel aardbeien worden te vroeg geplukt.

Ik kon fier huiswaarts met vier bakjes perfecte alternatieve aardbeien, de auto vulde zich met een machtig parfum. Thuis kreeg ik commentaren van "Hmmmmmm", maar ik had mijn schamele bakjes nodig voor de workshop en ik heb ze zwaar moeten bewaken.

Daguitstap
De conclusie van het verhaal: als de berg niet tot Mohammed wil komen, dan moet Mohammed naar de berg. Er bestaat een grote keus aan aardbeien, maar u kunt niet op de telers rekenen om ze ook in uw buurt te brengen. Wie echt wat voor een goede aardbei overheeft, die maakt er een daguitstap van. Rondrijden en kijken naar bordjes met: 'Aardbeien te koop'. Zoek in het Pajottenland, rond Hoogstraten of in Wé­pion, maar práát met de telers. Koop met uw neus en vraag om te proeven. Het is ook in hun belang.

Wat je met aardbeien doet? Opeten, en vergeet de suikerreflex! Lekkere aardbeien hebben geen suiker nodig. Maar om helemaal decadent te doen: vul enkele verstuivertjes (zoals voor parfum) met wodka, gin of grappa. Bij elke aardbei een pufje drank. En dan discussiëren met de vrienden wat nu het lekkerst combineert. Smakelijk.



Nick Trachet © Brussel Deze Week
Dit artikel afdrukken