En nu?

De criteria voor een 'gezonde' kant-en-klaarmaaltijd die het Voedingscentrum en de Consumentenbond hanteren zijn veel te star. Het eigen karakter van de maaltijd staat een hoger percentage groente soms niet toe. Bovendien heeft de consument zo zijn eigen voorkeuren en kiest deze niet altijd voor de 'best geteste' maaltijd. Dat kwam naar voren tijdens het symposium 'Gezonder kant & klaar' dat het Voedingscentrum 29 oktober organiseerde.

Zo schrijft het Voedingscentrum voor dat maaltijden minstens 150 gram groenten moeten bevatten. Maar een nasi-of bamimaaltijd met deze hoeveelheden is niet te verkopen, aldus Astrid Kühlkamp van Apetito Nederland, een maaltijdenproducent voor de institutionele markt. Daarnaast zijn er productietechnische problemen. Zo past er van volumineuze groenten als broccoli geen 150 gram in een standaard drievaksbakje.Nicole de Horsmans, category manager van supermarktketen Super der Boer, wijst op de rol van de consument. Zo werd een maaltijd onder het Super de Boer huismerk - die door de Consumentenbond als vrij gezond bestempeld werd- door de consument onvoldoende gewaardeerd en moest al vrij snel gesaneerd worden. Trendy introducties met veel groenten moeten het systemantisch afleggen tegen hardlopers als lasagne en bami.


bron: Meat&Meal met dank aan foodholland.nl
Dit artikel afdrukken