Ik ben onvoldoende van het gehele dossier op de hoogte, om afdoende te kunnen beoordelen of alles nu gezegd is. Na dat voorbehoud durf ik wel de volgende balans op te maken over het debat over de Melkveewet op Foodlog:

1. verschillende partijen zeggen grondgebondenheid te willen maar wat het begrip precies inhoudt, blijkt niet eenduidig. Hoe wil je het er dan over hebben?
Wellicht biedt het rapport dat CLM voor het ministerie van I&M maakte het materiaal voor consensus over de uitgangspunten. Nu is 'grondgebondenheid' een moving target. Het lijkt mij in ieder geval de hoogste tijd het erover te hebben voor er besluiten worden genomen die de basis voor alweer nieuwe conflicten en onduidelijkheden tussen boer en overheid in zich dragen.

2. het is nog niet duidelijk bij welke fosfaatoverschotnorm welke groei te verwachten valt en dus wanneer het met Brussel afgesproken fosfaatplafond wordt overschreden. Die onzekerheid leidt tot anticiperend gedrag en is vanuit het oogpunt van goed bestuur onacceptabel.

3. over grondloze groei liggen de meningen ver uiteen. Oud-minister Cees Veerman en voormalig Rabobankier Herman Wijffels willen helemaal geen grondloze groei, LTO wil ruimte bieden tot maar liefst 100 kg fosfaatoverschot per hectare, Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber van de ChristenUnie zet in op slechts 50 kg. Maar ik zie nergens een goede onderbouwing. Daar piept alweer het risico om de hoek van koehandel waar we spijt van krijgen en die een goede bestuurder niet moet willen. Daarmee zijn we weer bij punt 2.

4. er is onvoldoende mestverwerkingscapaciteit, zeggen deskundigen. Toch pleit LTO voor het afsluiten van zogeheten vervangende verwerkingsovereenkomsten voor mest (VVO’s). Die twee kunnen niet samen opgaan en zijn dus inderdaad een basis voor chaos en fraude, zoals Wouter van der Weijden vreest. Die vrees kan in ieder geval niet weggenomen worden en moet dus reëel worden geacht.

Geen basis voor wijze besluitvorming
Gezien al deze onzekerheden, is de conclusie tot zover dat we de vraagpunten helder hebben gekregen, maar dat er geen basis is voor wijze besluitvorming.

Daarom lijken de volgende acties zowel pragmatisch als prudent en wijs:
- regel nu op korte termijn met Brussel wat moet om de portemonnee van Nederland niet nodeloos leeg te laten lopen aan strafmaatregelen: handhaaf het fosfaatplafond en hanteer dierrechten als stok achter de deur om een open proces vorm te geven
- neem als Kamer een maand of twee tijd om in dat open proces tot nadere antwoorden en de bepaling van coherent beleid op de gestelde vragen te komen
- hangende die periode kan grondgebonden groei geen probleem zijn voor uitbreidende boeren
- creëer dat open proces niet zoals tot dusver in een achterkamer - al dan niet met 'wijze mannen' - zodat de tegengestelde belangen van achterbannen die de kern van het probleem zijn, opnieuw de ontstane situatie zich laten herhalen. Maak het dan ook op een open podium, BUITEN Den Haag en laat zowel overheid en politiek de toeschouwers zijn die leren wat de ins en outs van de belangen en hun technische consequenties zijn. Als de zon zo open op het dossier heeft kunnen schijnen, kun je de details rationeel uitwerken zonder dat iemand er op basis van onheldere onderliggende belangen met de bal vandoor kan gaan.
- de ervaring met 'Nijkerk' leert dat dat kan en zelfs productief (draagvlak- en besluitvormend) kan zijn. Ik vermoed dat er vanaf hier 2 maanden voor nodig zijn, als besloten zou worden tot zo'n proces. Een en ander vanuit mijn ervaringen op dit gebied in andere maar soortgelijke processen

Voorkomen van schadelijke wetgeving
Dit voorstel voor wijze tijd geeft de BV Melkveehouderij Nederland de gelegenheid om met zichzelf in het reine te komen. Een verdeelde koers kan immers nogal verkeerd uitpakken, terwijl de standsorganisaties (de LTO's) op dit moment maar beter geen partij en ook geen moderator in het gesprek kunnen zijn.

Melkveehouders zijn zelf aan zet
Er moet ouderwets gekozen worden door de brede maar diverse groep direct betrokken melkveehouders zelf; de kern van het probleem zit bij boeren die hun bedrijf niet zonder uitbreidingsperspectief kunnen overdoen. Zij moeten door elkaar geconfronteerd kunnen worden met elkaars belangen. Een en ander om hun gezamenlijke belang én de manier waarop ze elkaar daarin enorm kunnen hinderen in openheid helder te krijgen. Zo maak je de beste snelkookpan voor geaccepteerde besluitvorming die het risico vermijdt dat melkveehouders nog jaren worden geconfronteerd met ondoordachte en daardoor schadelijke wetgeving.

Uiteraard wil ik van de deelnemers aan het debat hier horen of ze zich in deze gedachten kunnen vinden.

Fotocredits: Koeien in de Eempolder, ednl
Dit artikel afdrukken