Het paleomenu is omstreden in de medische wereld. Traditionele artsen vinden het dikwijls flauwekul. "Dr. Frank" van Berkum legt uit hoe de theorie erachter in elkaar steekt en dat het een voor-wetenschappelijke methode hanteert om tot zinvolle harde wetenschappelijke uitspraken te kunnen komen.
Onlangs promoveerde Remko Kuiper in Groningen op het Oerdieet (1). Zijn proefschrift heeft als titel Fatty acids in human evolution; contributions to evolutionary medicine. In het kort komt zijn thesis er op neer dat ons Westerse leefstijl en voedingspatroon leiden tot het ontstaan van diabetes mellitus, hart- en vaatziekten en diverse vormen van kanker. Dat is niets nieuws want dat vertelt de WHO ons ook al jaren (2). Wel nieuw is zijn aanvliegroute. Zijn onderbouwing komt namelijk vanuit de evolutionaire geneeskunde. Een stroming die poogt ziekten te verklaren vanuit de evolutietheorie. Ons genetische materiaal is nauwelijks veranderd in de afgelopen 10.000 jaar. Om die reden is onze stofwisseling nog volledig afgesteld op de voeding zoals we die aten in de oertijd.
Vet is niet slecht
De theorie achter het paleolithische dieet stelt dat wij niet zijn geadapteerd aan ons huidige dieet (te veel calorieën, te veel suikers, te weinig omega-3 vetzuren en te veel plantaardige, omega-6 vetzuren). Daardoor ontstaat een laaggradig ontstekingsbeeld dat uiteindelijk leidt tot Insulineresistentie (IR). We eten te veel suikers en te weinig eiwitten, terwijl het eten van verzadigd vet volgens Kuipers helemaal niet zo slecht is. Kuipers gooit nu echt de knuppel in het hoenderhok met zijn stelling: “Dat gezondheidsraden de inname van linolzuur aanbevelen en verzadigd vet ontraden, strookt niet met de uitkomsten van de meest recente meta-analyses” (3,4). Maar Kuipers heeft ook een beetje (room)boter op het hoofd, want een soortgelijke constatering geldt ook voor omega-3. In een deze maand verschenen meta-analyse van de Archives of Internal Medicine werd geen beschermend effect gezien van omega-3 op het optreden van hart- en vaatziekten (5). Kuipers zal aanvoeren dat dat beschermende verdwijnt doordat omega-3 misschien te laat is toegediend of dat hoge omega-6 spiegels het beschermende effect antagoneren. Terwijl de wenkbrauwen van de meeste voedingsdeskundigen van zijn uitspraak over de voedingsraden al gaan fronsen, doet zijn promotor prof. Frits Muskiet daar nog een schepje bovenop.
Vloeken in de kerk van wetenschap
Muskiet schrijft in zijn artikel dat de verstoorde balans tussen onze huidige voeding en ons immuunsysteem de oorzaak is van een laaggradige ontstekingsreactie met het metabool syndroom als resultaat (6). En hij vervolgt: “ Deze balans zal niet worden begrepen via het huidige regerende paradigma van ‘Evidence Based Medicine’ (EBM) en ‘Randomized Controlled Trials’ (RCTs) met aparte nutriënten.”
Een gewaagde uitspraak. Ik zie de alwetende, fundamentalistische ouderlingen al klaar staan met hun persoonlijke EBM bijbel in de hand om Muskiet en zijn kersverse promovendus te veroordelen tot de brandstapel. Uiteraard in naam van het ware geloof. Alleszins reden om eens dieper in te gaan op het oerdieet en de theorie achter het paleolithische eetpatroon.
Voeding, insulineresistentie en encephalisatie
Muskiet betoogt dat insulineresistentie (IR) nu weliswaar een slechte naam heeft en voorloper is van diabetes, atherosclerose en vele andere aandoeningen, maar evolutionair gezien heeft diezelfde IR een belangrijke taak. Namelijk, er zorg voor te dragen dat er voldoende glucose wordt aangeboden aan de hersenen ten tijde van schaarste (6). In de 2 miljoen jaar tijd dat onze herseninhoud groeide van 400 naar 1400 ml heeft een specifiek type voeding dat groeiproces mogelijk gemaakt. Het voedingspatroon van onze voorouders bestond aanvankelijk grotendeels uit complexe koolhydraten. Toen zij overschakelden uit het land-water ecosysteem op voeding uit eiwitten en meervoudig onverzadigde vetzuren, groeiden onze hersenen. Waarschijnlijk was het nuttigen van vis een belangrijke bron van deze vetzuren (7). Het drooggewicht van ons brein bestaat voor 50-60% uit vet en 30% van die vetten is van het meervoudig onverzadigde type (arachidonzuur, AA en docosahexaeenzuur, DHA). Omdat de hersenen 20% van onze energie-inname gebruiken moet de mens gedurende zijn evolutie hebben kunnen beschikken over excellente voedselbronnen met meer dan alleen voldoende hoogwaardige eiwitten en onverzadigde vetten(8). Volgens de evolutionaire geneeskunde die Muskiet en Kuipers als theoretisch model hanteren, diende de insulineresistentie van lever en spieren om de hersenen ook in tijden van koolhydratenschaarste van voldoende energie te voorzien. Eenvoudig gezegd komt het er op neer dat als de lever en spieren minder gevoelig zijn voor insuline en de hersenen gevoelig blijven voor insuline, er meer glucose beschikbaar is voor de energievoorziening van de in omvang toenemende hersenen.
Het Paleolitische dieet in de 21ste eeuw
De evolutie heeft er in 2 miljoen jaar toe geleid dat er een balans is ontstaan tussen ons genoom en onze voeding. De agrarische revolutie, die zo’n 10.000 jaar geleden begon, heeft ons voedingspatroon drastisch veranderd, zonder dat het genoom de tijd heeft gekregen zich aan te passen. Toen we van jager-verzamelaars boeren werden, verschoof ons dieet. We cultiveerden koolhydraatrijke gewassen en gingen meer koolhydraten, minder omega-3 vetzuren en geleidelijk aan ook minder eiwitten eten. De afgelopen 100-200 jaar is dat proces in een nog grotere stroomversnelling gekomen, terwijl de lichamelijke activiteiten minder werden, werd het voedselaanbod groter en veranderde het nog drastischer. Het IR-mechanisme dat onze vitale hersenen in tijden van schaarste en stress preferentieel van energie moet voorzien, keert zich tegen ons nu we door landbouw een situatie van permanente en bovendien koolhydraatrijke voedselovervloed hebben weten te creëren. Uiteindelijk ontstaat een metabool syndroom gevolgd door de Westerse welvaartziekten.
Steunen wetenschappers de Paleo-visie?
De visie van Muskiet en Kuipers wordt ondersteund door Prof. Hanno Pijl uit Leiden. In zijn overzichtsartikel over evolutie en obesitas, stelt hij dat het herintroduceren van vrijwel ongelimiteerde hoeveelheden geraffineerde koolhydraten gecombineerd met verminderde fysieke arbeid leidt tot obesitas en diabetes mellitus type 2, bij hen die genetisch zijn gemaakt om te overleven in tijden van schaarste (9). Ook prof. Jaap Seidell uit Amsterdam, vindt de theorie van het paleolithische dieet en het ontstaat van de moderne Westerse ziekten interessant, maar stelt dat er meer voedingspatronen zijn waarvan bekend is dat daarbij de Westerse ziektebeelden veel minder vaak optreden (persoonlijke mededeling, paleodieet en andere voedingspatronen). Tegenstanders zoals Prof. Martijn Katan zien het niet zo zitten met die evolutie en het oerdieet. Katan stelt dat: ….De evolutie selecteert namelijk niet op levensduur maar op voortplantingssucces. Je genen blijven bestaan als je kinderen krijgt, en hoe meer kinderen je voortbrengt hoe meer jouw genen zich verbreiden. De evolutie selecteert dus op vruchtbaarheid en op de overleving van kinderen en jonge mensen…(9). Tot een discussie tussen Katan en Muskiet is het niet gekomen(10) en Katan zet Muskiet weg met de opmerking: “U blijft gezonder met de saaie adviezen van de officiële wetenschap dan met de aansprekende maar oh zo misleidende beloftes van de Cavemen en andere gelovigen(11).”
De hardcore Paleo's
Sommige aanhangers van het oerdieet zijn mogelijk nog roomser dan de paus. Zij eten geen bewerkt vlees en lopen op blote voeten door de stad(12). Granen zijn uit den boze, want die aten onze voorouders immers ook niet. We moeten, volgens hen, moderne jager-verzamelaars van gezonde oervoeding worden. Op diverse websites wordt melding gemaakt van wonderbaarlijke genezingen, zoals multiple sclerose (MS) bij dr. Terry Wahls(13). Zij gelooft heilig dat haar “genezing” het gevolg is van vitamine B en D plus allerhande micronutriënten verkregen vanuit onbewerkt voedsel tot en met zeewier toe. Overigens noemt zij in één adem de neurotoxiciteit van aspartaam als mede oorzaak van MS. Kortom, er ontstaat een pseudowetenschappelijk brouwseltje van gewone gezonde voeding (vers), reeds uitvoerig weerlegde kritiek op synthetische zoetstoffen (aspartaam) en een flinke dosis oervoeding (rauw vlees). Deze mix gecombineerd met het lopen op blote voeten zorgt ervoor dat ernstige ziektebeelden verdwijnen als sneeuw voor de zon. Misschien wat cynisch gesteld, maar dit soort overdreven uitingen van hardcore paleo's zullen niet bijdragen aan een “open minded” wetenschappelijke discussie over de wel degelijk zinvolle lessen vanuit het paleolithische tijdperk.
Paleodieet en andere voedingspatronen
De gunstige effecten van het paleodieet zijn overigens niet exclusief voor de door Kuipers bestuurde populatie van Oost-Afrikaanse kustbewoners. Want ook in Japan waar weinig vlees (en veel vis) en veel koolhydraten werden gegeten komt betrekkelijk weinig suikerziekte en hart- en vaatziekten voor. Dat geldt ook voor veel van op rijst levende boerengemeenschappen in Azië. Ook het Middellandse zee dieet op het eiland Kreta was een relatief caloriearm dieet met weinig vlees (en wel vis) en veel volkoren producten. Dit waren voedingspatronen van bevolkingen die een karig bestaan hadden en zich veel lichamelijke activiteiten moesten getroosten om überhaupt maar wat te eten te hebben.
Gedurende de evolutie was de eerste prioriteit of de oermens wel voldoende voedsel kon vergaren. Een minimale hoeveelheid te vergaren voedsel was voorwaarde voor overleving, terwijl de samenstelling van het oervoedsel de evolutionaire ontwikkelingen aanstuurde. Het obesitasvraagstuk van de laatste 200 jaar is primair een gevolg van te veel voeding, terwijl het ontstaan van veel Westerse ziektebeelden naast overvloed ook wordt toegeschreven aan de samenstelling van onze voeding.
De waarde van RCT’s voor het obesitasvraagstuk
Het evolutionaire kader van Muskiet en Kuipers is per definitie niet evidence based en daarmee dus niet ‘wetenschappelijk’ te zekeren. Dat maakt de theorie echter niet minder waar of zinvol. De grote verdienste van de evolutionaire geneeskunde is dat vanuit een geheel andere invalshoek wetenschappelijke bewijzen kunnen worden geleverd, die wel degelijk evidence based zijn.
De geschiedenis heeft laten zien dat RCT’s met aparte nutriënten, waardevolle kennis heeft opgeleverd die dagelijks wordt toegepast. EBM heeft een lange traditie binnen de geneeskunde. EBM levert het best mogelijke bewijs of een geneesmiddel dat is uitgetest onder gecontroleerde omstandigheden een zuinige en zinvolle behandeling is. Of EBM ook effectief en zinvol is in een gecompliceerde setting zoals voeding en leefstijl wordt door Muskiet ter discussie gesteld. Ik ben het met Muskiet eens als hij beweert dat het obesitasprobleem zo complex is dat het niet wordt opgelost vanuit enkele RCT’s met aparte nutriënten. Zijn toepassing van de evolutionaire geneeskunde levert misschien wel belangrijke bouwstenen voor slimme en goed opgezette RCT’s met interventies van voedingspatronen als eetgedrag. Muskiet heeft gelijk als hij stelt dat de huidige RCT’s ons niet veel slanker en gezonder hebben gemaakt en dat dus nieuwe paradigma’s nodig zijn. Moeten Muskiet en Kuipers daarom op de brandstapel? Als het zover komt, dan hoop ik u daar ook te ontmoeten, om te helpen blussen.
Referenties:
1. Eten zoals vroeger verbetert gezondheid, Artsennet, 26 maart 2012
2. Diet, nutrition and the prevention of chronic diseases: report of a joint WHO/FAO expert consultation, Geneva, 28 January -- 1 February 2002.
3. Christopher E. Ramsden, Joseph R. Hibbeln, Sharon F. Majchrzak and John M. Davis, n-6 Fatty acid-specific and mixed polyunsaturate dietary interventions have different effects on CHD risk: a meta-analysis of randomised controlled trials, British Journal of Nutrition (2010), 104, 1586–1600
4. Patty W Siri-Tarino, Qi Sun, Frank B Hu, and Ronald M Krauss, Meta-analysis of prospective cohort studies evaluating the association of saturated fat with cardiovascular disease, Am J Clin Nutr 2010 ajcn.27725; First published online January 13, 2010. doi:10.3945/ajcn.2009.27725
5. Sang Mi Kwak; Seung-Kwon Myung; Young Jae Lee; Hong Gwan Seo; for the Korean Meta-analysis Study Group Efficacy of Omega-3 Fatty Acid Supplements (Eicosapentaenoic Acid and Docosahexaenoic Acid) in the Secondary Prevention of Cardiovascular Disease: A Meta-analysis of Randomized, Double-blind, Placebo-Controlled Trials, Arch Intern Med. 2012;0(2012):archinternmed.2012.262.
6. Muskiet, F.A.J., De evolutionaire achtergrond, oorzaak en consequenties van chronische systemische lage graad ontsteking; betekenis voor de klinische chemie, Ned Tijdschr Klin Chem Labgeneesk 2011; 36: 199-214Ned Tijdschr Klin Chem Lab geneesk 2011; 36: 199-214
7. Leigh Broadhurst, Stephen C. Cunnane, Michael A. Crawford Rift Valley lake fish and shellfish provided brain-specific nutrition for early Homo British Journal of Nutrition 1998: 79; 3-21
8. William R. Leonard, J. Josh Snodgrass,and Marcia L. Robertson, Effects of Brain Evolution on Human Nutrition and Metabolism, Annual Review of Nutrition, Vol. 27: 311-327, 2007 DOI: 10.1146/annurev.nutr.27.061406.093659
9. http://www.mkatan.nl/columns-en-kranten/nrc-columns/327-paleodieet.html
10. http://www.foodlog.nl/artikel/katan-versus-muskiet-wie-begrijpt-de-evolutie/
11. http://www.mkatan.nl/columns-en-kranten/nrc-columns/327-paleodieet.html
12. http://www.nytimes.com/2010/01/10/fashion/10caveman.html?_r=1
13. http://articles.mercola.com/sites/articles/archive/2011/12/23/overcoming-multiple-sclerosis-through-diet.aspx
Fotocredits:squattypotty.com
Deze tekst verscheen tevens op artsennet.nl
Dit artikel afdrukken
Vet is niet slecht
De theorie achter het paleolithische dieet stelt dat wij niet zijn geadapteerd aan ons huidige dieet (te veel calorieën, te veel suikers, te weinig omega-3 vetzuren en te veel plantaardige, omega-6 vetzuren). Daardoor ontstaat een laaggradig ontstekingsbeeld dat uiteindelijk leidt tot Insulineresistentie (IR). We eten te veel suikers en te weinig eiwitten, terwijl het eten van verzadigd vet volgens Kuipers helemaal niet zo slecht is. Kuipers gooit nu echt de knuppel in het hoenderhok met zijn stelling: “Dat gezondheidsraden de inname van linolzuur aanbevelen en verzadigd vet ontraden, strookt niet met de uitkomsten van de meest recente meta-analyses” (3,4). Maar Kuipers heeft ook een beetje (room)boter op het hoofd, want een soortgelijke constatering geldt ook voor omega-3. In een deze maand verschenen meta-analyse van de Archives of Internal Medicine werd geen beschermend effect gezien van omega-3 op het optreden van hart- en vaatziekten (5). Kuipers zal aanvoeren dat dat beschermende verdwijnt doordat omega-3 misschien te laat is toegediend of dat hoge omega-6 spiegels het beschermende effect antagoneren. Terwijl de wenkbrauwen van de meeste voedingsdeskundigen van zijn uitspraak over de voedingsraden al gaan fronsen, doet zijn promotor prof. Frits Muskiet daar nog een schepje bovenop.
Vloeken in de kerk van wetenschap
Muskiet schrijft in zijn artikel dat de verstoorde balans tussen onze huidige voeding en ons immuunsysteem de oorzaak is van een laaggradige ontstekingsreactie met het metabool syndroom als resultaat (6). En hij vervolgt: “ Deze balans zal niet worden begrepen via het huidige regerende paradigma van ‘Evidence Based Medicine’ (EBM) en ‘Randomized Controlled Trials’ (RCTs) met aparte nutriënten.”
Een gewaagde uitspraak. Ik zie de alwetende, fundamentalistische ouderlingen al klaar staan met hun persoonlijke EBM bijbel in de hand om Muskiet en zijn kersverse promovendus te veroordelen tot de brandstapel. Uiteraard in naam van het ware geloof. Alleszins reden om eens dieper in te gaan op het oerdieet en de theorie achter het paleolithische eetpatroon.
Voeding, insulineresistentie en encephalisatie
Muskiet betoogt dat insulineresistentie (IR) nu weliswaar een slechte naam heeft en voorloper is van diabetes, atherosclerose en vele andere aandoeningen, maar evolutionair gezien heeft diezelfde IR een belangrijke taak. Namelijk, er zorg voor te dragen dat er voldoende glucose wordt aangeboden aan de hersenen ten tijde van schaarste (6). In de 2 miljoen jaar tijd dat onze herseninhoud groeide van 400 naar 1400 ml heeft een specifiek type voeding dat groeiproces mogelijk gemaakt. Het voedingspatroon van onze voorouders bestond aanvankelijk grotendeels uit complexe koolhydraten. Toen zij overschakelden uit het land-water ecosysteem op voeding uit eiwitten en meervoudig onverzadigde vetzuren, groeiden onze hersenen. Waarschijnlijk was het nuttigen van vis een belangrijke bron van deze vetzuren (7). Het drooggewicht van ons brein bestaat voor 50-60% uit vet en 30% van die vetten is van het meervoudig onverzadigde type (arachidonzuur, AA en docosahexaeenzuur, DHA). Omdat de hersenen 20% van onze energie-inname gebruiken moet de mens gedurende zijn evolutie hebben kunnen beschikken over excellente voedselbronnen met meer dan alleen voldoende hoogwaardige eiwitten en onverzadigde vetten(8). Volgens de evolutionaire geneeskunde die Muskiet en Kuipers als theoretisch model hanteren, diende de insulineresistentie van lever en spieren om de hersenen ook in tijden van koolhydratenschaarste van voldoende energie te voorzien. Eenvoudig gezegd komt het er op neer dat als de lever en spieren minder gevoelig zijn voor insuline en de hersenen gevoelig blijven voor insuline, er meer glucose beschikbaar is voor de energievoorziening van de in omvang toenemende hersenen.
Het Paleolitische dieet in de 21ste eeuw
De evolutie heeft er in 2 miljoen jaar toe geleid dat er een balans is ontstaan tussen ons genoom en onze voeding. De agrarische revolutie, die zo’n 10.000 jaar geleden begon, heeft ons voedingspatroon drastisch veranderd, zonder dat het genoom de tijd heeft gekregen zich aan te passen. Toen we van jager-verzamelaars boeren werden, verschoof ons dieet. We cultiveerden koolhydraatrijke gewassen en gingen meer koolhydraten, minder omega-3 vetzuren en geleidelijk aan ook minder eiwitten eten. De afgelopen 100-200 jaar is dat proces in een nog grotere stroomversnelling gekomen, terwijl de lichamelijke activiteiten minder werden, werd het voedselaanbod groter en veranderde het nog drastischer. Het IR-mechanisme dat onze vitale hersenen in tijden van schaarste en stress preferentieel van energie moet voorzien, keert zich tegen ons nu we door landbouw een situatie van permanente en bovendien koolhydraatrijke voedselovervloed hebben weten te creëren. Uiteindelijk ontstaat een metabool syndroom gevolgd door de Westerse welvaartziekten.
Steunen wetenschappers de Paleo-visie?
De visie van Muskiet en Kuipers wordt ondersteund door Prof. Hanno Pijl uit Leiden. In zijn overzichtsartikel over evolutie en obesitas, stelt hij dat het herintroduceren van vrijwel ongelimiteerde hoeveelheden geraffineerde koolhydraten gecombineerd met verminderde fysieke arbeid leidt tot obesitas en diabetes mellitus type 2, bij hen die genetisch zijn gemaakt om te overleven in tijden van schaarste (9). Ook prof. Jaap Seidell uit Amsterdam, vindt de theorie van het paleolithische dieet en het ontstaat van de moderne Westerse ziekten interessant, maar stelt dat er meer voedingspatronen zijn waarvan bekend is dat daarbij de Westerse ziektebeelden veel minder vaak optreden (persoonlijke mededeling, paleodieet en andere voedingspatronen). Tegenstanders zoals Prof. Martijn Katan zien het niet zo zitten met die evolutie en het oerdieet. Katan stelt dat: ….De evolutie selecteert namelijk niet op levensduur maar op voortplantingssucces. Je genen blijven bestaan als je kinderen krijgt, en hoe meer kinderen je voortbrengt hoe meer jouw genen zich verbreiden. De evolutie selecteert dus op vruchtbaarheid en op de overleving van kinderen en jonge mensen…(9). Tot een discussie tussen Katan en Muskiet is het niet gekomen(10) en Katan zet Muskiet weg met de opmerking: “U blijft gezonder met de saaie adviezen van de officiële wetenschap dan met de aansprekende maar oh zo misleidende beloftes van de Cavemen en andere gelovigen(11).”
De hardcore Paleo's
Sommige aanhangers van het oerdieet zijn mogelijk nog roomser dan de paus. Zij eten geen bewerkt vlees en lopen op blote voeten door de stad(12). Granen zijn uit den boze, want die aten onze voorouders immers ook niet. We moeten, volgens hen, moderne jager-verzamelaars van gezonde oervoeding worden. Op diverse websites wordt melding gemaakt van wonderbaarlijke genezingen, zoals multiple sclerose (MS) bij dr. Terry Wahls(13). Zij gelooft heilig dat haar “genezing” het gevolg is van vitamine B en D plus allerhande micronutriënten verkregen vanuit onbewerkt voedsel tot en met zeewier toe. Overigens noemt zij in één adem de neurotoxiciteit van aspartaam als mede oorzaak van MS. Kortom, er ontstaat een pseudowetenschappelijk brouwseltje van gewone gezonde voeding (vers), reeds uitvoerig weerlegde kritiek op synthetische zoetstoffen (aspartaam) en een flinke dosis oervoeding (rauw vlees). Deze mix gecombineerd met het lopen op blote voeten zorgt ervoor dat ernstige ziektebeelden verdwijnen als sneeuw voor de zon. Misschien wat cynisch gesteld, maar dit soort overdreven uitingen van hardcore paleo's zullen niet bijdragen aan een “open minded” wetenschappelijke discussie over de wel degelijk zinvolle lessen vanuit het paleolithische tijdperk.
Paleodieet en andere voedingspatronen
De gunstige effecten van het paleodieet zijn overigens niet exclusief voor de door Kuipers bestuurde populatie van Oost-Afrikaanse kustbewoners. Want ook in Japan waar weinig vlees (en veel vis) en veel koolhydraten werden gegeten komt betrekkelijk weinig suikerziekte en hart- en vaatziekten voor. Dat geldt ook voor veel van op rijst levende boerengemeenschappen in Azië. Ook het Middellandse zee dieet op het eiland Kreta was een relatief caloriearm dieet met weinig vlees (en wel vis) en veel volkoren producten. Dit waren voedingspatronen van bevolkingen die een karig bestaan hadden en zich veel lichamelijke activiteiten moesten getroosten om überhaupt maar wat te eten te hebben.
Gedurende de evolutie was de eerste prioriteit of de oermens wel voldoende voedsel kon vergaren. Een minimale hoeveelheid te vergaren voedsel was voorwaarde voor overleving, terwijl de samenstelling van het oervoedsel de evolutionaire ontwikkelingen aanstuurde. Het obesitasvraagstuk van de laatste 200 jaar is primair een gevolg van te veel voeding, terwijl het ontstaan van veel Westerse ziektebeelden naast overvloed ook wordt toegeschreven aan de samenstelling van onze voeding.
De waarde van RCT’s voor het obesitasvraagstuk
Het evolutionaire kader van Muskiet en Kuipers is per definitie niet evidence based en daarmee dus niet ‘wetenschappelijk’ te zekeren. Dat maakt de theorie echter niet minder waar of zinvol. De grote verdienste van de evolutionaire geneeskunde is dat vanuit een geheel andere invalshoek wetenschappelijke bewijzen kunnen worden geleverd, die wel degelijk evidence based zijn.
De geschiedenis heeft laten zien dat RCT’s met aparte nutriënten, waardevolle kennis heeft opgeleverd die dagelijks wordt toegepast. EBM heeft een lange traditie binnen de geneeskunde. EBM levert het best mogelijke bewijs of een geneesmiddel dat is uitgetest onder gecontroleerde omstandigheden een zuinige en zinvolle behandeling is. Of EBM ook effectief en zinvol is in een gecompliceerde setting zoals voeding en leefstijl wordt door Muskiet ter discussie gesteld. Ik ben het met Muskiet eens als hij beweert dat het obesitasprobleem zo complex is dat het niet wordt opgelost vanuit enkele RCT’s met aparte nutriënten. Zijn toepassing van de evolutionaire geneeskunde levert misschien wel belangrijke bouwstenen voor slimme en goed opgezette RCT’s met interventies van voedingspatronen als eetgedrag. Muskiet heeft gelijk als hij stelt dat de huidige RCT’s ons niet veel slanker en gezonder hebben gemaakt en dat dus nieuwe paradigma’s nodig zijn. Moeten Muskiet en Kuipers daarom op de brandstapel? Als het zover komt, dan hoop ik u daar ook te ontmoeten, om te helpen blussen.
Referenties:
1. Eten zoals vroeger verbetert gezondheid, Artsennet, 26 maart 2012
2. Diet, nutrition and the prevention of chronic diseases: report of a joint WHO/FAO expert consultation, Geneva, 28 January -- 1 February 2002.
3. Christopher E. Ramsden, Joseph R. Hibbeln, Sharon F. Majchrzak and John M. Davis, n-6 Fatty acid-specific and mixed polyunsaturate dietary interventions have different effects on CHD risk: a meta-analysis of randomised controlled trials, British Journal of Nutrition (2010), 104, 1586–1600
4. Patty W Siri-Tarino, Qi Sun, Frank B Hu, and Ronald M Krauss, Meta-analysis of prospective cohort studies evaluating the association of saturated fat with cardiovascular disease, Am J Clin Nutr 2010 ajcn.27725; First published online January 13, 2010. doi:10.3945/ajcn.2009.27725
5. Sang Mi Kwak; Seung-Kwon Myung; Young Jae Lee; Hong Gwan Seo; for the Korean Meta-analysis Study Group Efficacy of Omega-3 Fatty Acid Supplements (Eicosapentaenoic Acid and Docosahexaenoic Acid) in the Secondary Prevention of Cardiovascular Disease: A Meta-analysis of Randomized, Double-blind, Placebo-Controlled Trials, Arch Intern Med. 2012;0(2012):archinternmed.2012.262.
6. Muskiet, F.A.J., De evolutionaire achtergrond, oorzaak en consequenties van chronische systemische lage graad ontsteking; betekenis voor de klinische chemie, Ned Tijdschr Klin Chem Labgeneesk 2011; 36: 199-214Ned Tijdschr Klin Chem Lab geneesk 2011; 36: 199-214
7. Leigh Broadhurst, Stephen C. Cunnane, Michael A. Crawford Rift Valley lake fish and shellfish provided brain-specific nutrition for early Homo British Journal of Nutrition 1998: 79; 3-21
8. William R. Leonard, J. Josh Snodgrass,and Marcia L. Robertson, Effects of Brain Evolution on Human Nutrition and Metabolism, Annual Review of Nutrition, Vol. 27: 311-327, 2007 DOI: 10.1146/annurev.nutr.27.061406.093659
9. http://www.mkatan.nl/columns-en-kranten/nrc-columns/327-paleodieet.html
10. http://www.foodlog.nl/artikel/katan-versus-muskiet-wie-begrijpt-de-evolutie/
11. http://www.mkatan.nl/columns-en-kranten/nrc-columns/327-paleodieet.html
12. http://www.nytimes.com/2010/01/10/fashion/10caveman.html?_r=1
13. http://articles.mercola.com/sites/articles/archive/2011/12/23/overcoming-multiple-sclerosis-through-diet.aspx
Fotocredits:squattypotty.com
Deze tekst verscheen tevens op artsennet.nl
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
tja, mag ik dan in het kort concluderen dat we vooral wat minder moeten eten. Om met de Japanners te spreken: hara hachi bu, zorg dat je 80 % vol van tafel gaat....
Rudolf Virchow was een 19e eeuwse arts, staatsman, universeel erkend grondlegger van de moderne geneeskunde en uitvinder van de term ' one health'. Met deze (thans weer actuele) term zinspeelde hij op het feit dat ziekte en gezondheid bij mens en dier geen afzonderlijke entiteiten zijn, maar deel uitmaken van eenzelfde continu:um en elkaar sterk be:invloeden (Ergo, one health). Deze ingewikkelde en potsierlijk plechtstatige zin heb ik nodig om duidelijk te maken dat aan het veterinaire en het humane eind van het spectrum zich een paar fenomenen bevinden die verdere ondersteuning bieden aan hetgeen door sponsoren van het paleontholoisch dieet (het door de wijlen cardioloog Atkins ontworpen dieet hierbij inbegrepen) worden geponeerd.
Wilde katten en honden (en zelfs runderen) kennen geen diabetes mellitus (en obesitas), terwijl de door de mens met commerciele en van de ' snelle' koolhydraten (wegens lage prijs en grote winstmarge) vergeven voeders gevoerde honden en katten (en met koolhydraatrijke krachtvoeders overvoerde runderen) dit wel kennen. De strikt traditioneel levende (etende) Inuit (veel eiwitten, en dierlijke vetten en heel weinig (snelle) koolhydraten) hebben weinig tot geen last van diabetes mellitus (en obesitas en cardiovasculaire aandoeningen), terwijl de Inuit die een volledig Westerse levensstijl erop nahouden zowat de hoogste incidentie/prevalentie ter wereld kennen wat betreft diabetes mellitus (> 25%) , obesitas en cardiovasculaire andoeningen. Eenzelfde tori valt op te hangen aan aboriginees in Australie , Indianen in Noord en Zuid Amerika en luitjes uit India en Pakistan.
Evidence based hangt niet alleen af van dubbel geblindeerde clinical trails, een meta analyse van cross sectional studies en/of een prospective cohort study kan net zo goed de benodigde evidence aanleveren. Kortom, is het mogelijk dat humane medici en veterinairen (wij bijvoorbeeld) eens samen zullen bezien of het mogelijk is om te komen tot een onderzoeksvoorstel (voor ZonMw) dat klaarheid in deze materie brengt?
Ik noem mezelf een soft-paleo aanhanger en ben tevens fan van het blog van melchior meijer. Frank maakt tot op zeker hoogte de fout door steeds maar de wetenschappelijk literatuur erbij te willen pakken voor 'bewijs'. Dubbelblind clinical trials zijn een te beperkte onderzoeksmethode voor voeding en gezondheid. En epidemiologie legt weer geen causaliteit uit, maar alleen relaties. Innovatoren en uitvinders lopen vaak voor op de wetenschap, wetenschap analyseert immers wat vernieuwers propageren of aan het DOEN zijn in de praktijk. Ik heb de stellige overtuiging dat dat ook voor low-carb en (soft-) paleo geldt. Tot die tijd zouden we vooral nederig moeten zijn en het open debat over dit onderwerp blijven stimuleren.
De wetenschap hobbelt achter vernieuwers aan? Wat een onzin. Bijna net zo'n onzin als de bewering dat dubbelblinde clinical trials te beperkt zijn wanneer het om gezondheid gaat. Harcore paleo's als Muskiet en Kuipers lijken te beweren dat het volgen van een paleodieet gezonder is. Het beperkt de kans op metabool syndroom. Nou, laten we dat eens toetsen! Men neme een grote groep mensen en verdeelt deze willekeurig over twee groepen: een groep die zeg 1 jaar lang een paleodieet krijgt voorgeschreven en een groep die een jaar lang een WHO-dieet krijgt (gezond volgens het WHO maar niet strikt paleo). De deelnemers leggen we uit dat ze meedoen aan een studie naar de relatie tussen gezondheid en voeding, maar we zeggen ze niet dat ze wel/niet specifiek een paleodieet krijgen. De onderzoeker die uiteindelijk de analyses doet, krijgt pas na de analyses te horen welke groep nu de paleogroep is. De analyse zelf is doodeenvoudig. Aan het einde van het jaar zou er volgens de paleo's een significant verschil moeten bestaan tussen de 2 groepen in de incidentie van het metabool syndroom. Simpel. Een wetenschapper kan de was doen. Waarom is het nu zo belangrijk om te wachten op deze studie alvorens jezelf (heeeel vernieuwend) over te geven aan de paleo way-of-life? Omdat het mogelijk is dat uit deze studie blijkt dat het paleodieet veel ongezonder is dan een WHO-dieet. Om dezelfde reden proppen we ook geen nieuwe medicijnen naar binnen om het even welke ziekte te bestrijden als we nog niet hebben vastgesteld dat deze medicatie beter is dan de oude. Als clinical trials niet zo verdraaid informatief zouden zijn over wat ons beter of meer gezond maakt, dan zou de gehele moderne geneeskunde/gezondheidszorg nagenoeg waardeloos zijn. Kortom, de assumptie dat onze voorouders een totaal ander dieet volgden dan wij valt niet te testen, maar de implicatie van deze vooronderstelling wel.
@Boyd... Een meta-analyse biedt overigens niets anders dan het gewogen gemiddelde van effectgroottes van afzonderlijke studies. Wanneer die studies alleen ongecontroleerde studies betreffen (zoals een cohort-studie), dan levert de meta-analyse nog steeds geen enkel bewijs op. Een meta-analyse is pas interessant wanneer er veel clinical trials van voldoende kwaliteit in worden opgenomen. Stop je er rotzooi in, dan komt er alleen rotzooi uit.
Ik ben het roerend eens met Yneke. De conclusie is dat we vooral wat minder moeten eten.
@Remco, ik ben geen die hard paleo aanhanger zoals ik al schreef, maar vind de denkpistes wel degelijk zeer interessant om tot nieuwe / andere hypothese vorming te komen. Dat is ook een basis van goede wetenschappelijk onderzoek.
Maar je gaat aan een belangrijk fenomeen voorbij. Een veel gemaakte fout met name bij medische geschoolde wetenschappers. Bij gewone clinical trials voeg je medicijn (chemische component, of micro-nutrient) toe en kan je een placebo inzetten. Bij voeding geldt dit niet. Er zijn teveel co-factoren en andere facetten die relevant zijn voor gezondheid. Het door jouw aangehaalde experiment zou ik zeker interessant vinden om uit te (laten) voeren begrijp me niet verkeerd. Maar methodisch ligt dit veel complexer. Neen, voldoende nederigheid rondom dit onderwerp is denk ik op zijn plaats.