Een tijdsbeeld of een gevolg van consequent besturen? LTO Noord Glaskracht, de vakgroep Glastuinbouw van LTO Noord, weet gestaag meer leden aan zich te binden. Voorzitter Nico van Ruiten, die in een vorig leven chrysanten veredelde, is vorig jaar herkozen voor een nieuwe periode. Hij stuurt zijn organisatie door goede en slechte tijden. Vijf jaar geleden verkeerde de glastuinbouwsector nog in euforiestemming en schoten nieuwe bedrijven als paddenstoelen uit de grond. Afgelopen jaar schreef twee derde van de ondernemers rode cijfers. In de groenteteelt 80%, in de bloementeelt 50%.
Van Ruiten spreekt open over de dilemma’s van zijn sector, waarin hij de verstoorde markt wel als grootste struikelblok herkent.
Krijgt u meer dan voorheen telefoontjes van tuinders die op de rand van de afgrond balanceren?
“Nee, die krijg ik niet. Ondernemers zijn terughoudend om hun persoonlijke situatie voor te leggen aan een belangenorganisatie. De traditionele thema’s van LTO Noord Glaskracht liggen op andere terreinen arbeid en onderwijs, energie en CO2, ruimtelijke ordening, water, gewasbescherming, milieu en emissie en innovatie. Mensen zoeken ons niet snel als het gaat om persoonlijke ondersteuning bij financieel economische problemen. En dat is logisch want wij kunnen juist op dat terrein individueel ook niet veel doen.
Vroeger had de standsorganisatie de SEV (Sociaal Economische Voorlichtingsdienst), die veel vragen ontving en ondernemers in moeilijke tijden bijstond. Deze dienst is er niet meer, maar de nood is hoog. Inmiddels is mede op ons initiatief in Westland-Oostland een stoppersloket voor ondernemers ingesteld. Daar kan men een stukje begeleiding krijgen als het moet komen tot bedrijfsbeëindiging.”
Hoe is de stand van zaken in tuindersland?
“De situatie is zorgwekkend. Het weerstandsvermogen van de bedrijven is ernstig aangetast. Ondernemers zoeken nog kansen in de vorm van besparing op kosten; een strategie die ze al jaren volgen. Voor velen is het dit jaar er op of eronder. Laten we dus alsjeblieft een jaar krijgen dat de markt zich beter ontwikkelt, zodat mensen hun reserves iets kunnen aanvullen. Je kunt niet forceren dat er strategische veranderingen komen, maar ze wel in gang zetten. Voor de opbrengsten in 2012 kunnen ondernemers eigenlijk niet veel meer doen dan afwachten.”
Wat doet uw organisatie om de crisis in de glastuinbouw positief te beïnvloeden?
“Onze corebusiness is het beïnvloeden van beleid, zodat ondernemers zich kunnen ontwikkelen en een ondernemersinkomen kunnen verdienen. We zagen in 2008 aankomen dat de tuinbouw het moeilijk zou gaan krijgen. Toen waren het nog de oplopende energieprijzen die de marges onder druk zetten. In 2009 kregen we te maken met de gevolgen van de kredietcrisis. Toen kwam genadeloos bloot te liggen hoe zwak de afzetstructuur van onze sector is.
Op verzoek van toenmalig landbouwminister Gerda Verburg hebben wij samen met ZLTO, DPA(Dutch Produce Association), Frugi Venta, Ministerie LNV, Rabobank Westland, FresQ, Langfruit, Olympic Food Group, The Greenery en ZON het manifest ‘De consument centraal’ opgesteld. Daarin concludeerden we dat er consolidatie moet plaatsvinden in de afzetketen, dus minder telersverenigingen en minder handelshuizen. Samenwerken in de keten en onderscheidend product maken zijn de twee andere noodzakelijke ontwikkelingen.”
En heeft dat geholpen?
“De consolidatie vindt inderdaad schoorvoetend plaats en inmiddels is het telersinitiatief STAP van de grond gekomen. Er is wel aandacht voor de problemen die we hebben gesignaleerd, maar ik constateer ook dat we gebrek aan kennis hebben om het roer om te gooien. Ik zie wel dat er stapjes worden gedaan in de goede richting, maar je wilt eigenlijk naar de situatie dat je zelf meer invloed krijgt op de afzet van je producten. Dat is moeilijk.”
U pleit bij de Overheid voor een goede regeling voor tuinders die hun bedrijf willen beëindigen.
“We vragen de Overheid om ondersteuning om te kunnen stoppen. Tegelijkertijd willen we de concentratiegebieden intact houden en verder verduurzamen. Het is gewoon geen goede zaak dat particulieren voor een appel en een ei tuinbouwbedrijven overnemen om er bijvoorbeeld een paardenwei van te maken. Dan vallen er gaten in gebieden die eigenlijk bedoeld zijn voor tuinbouw. We doen dus een appel op de overheden om samen met sector en het Ministerie ELI te praten over herstructurering in plaats van verrommeling. Maar de oplossing voor de structurele problemen binnen de tuinbouw komt niet uit die richting maar moet uit de markt komen.
In Nederland zijn tuinders in staat om voedselveilige, gezonde en lekkere groenten te telen. Wordt het geen tijd om dat te vertellen?
“Dat is zo en we zijn er niet goed in dit aspect ten gelde te maken. Kijk bijvoorbeeld naar producenten in andere landen, die voor een andere insteek hebben gekozen. De Belgische telers zijn uitstekend geslaagd het merk Flandria in de markt te zetten. De Duitse en Engelse telers zijn vrij ver in productie voor de lokale markt. De Nederlandse telers hebben daar nauwelijks iets tegenover kunnen zetten, terwijl zij toch een uniek product telen.
De GMO subsidie zou een uitstekend instrument zijn om juist de marktpositie te verbeteren. De telersverenigingen ontwikkelen ook plannen in die richting. Maar wat moet je doen als er geen geld is om te investeren? In economisch moeilijke tijden wordt nu eenmaal het eerst bezuinigd op promotie.
Ook de generieke promotie komt op losse schroeven te staan. Het wordt heel spannend als de gelden na 2012 niet meer bij het Productschap Tuinbouw(PT) vandaan komen.”
U speelde een belangrijke rol in het crisisteam tijdens de EHEC-crisis. Is het vertrouwen hersteld?
“Het was bijzonder moeilijk om tijdens het hoogtepunt van de EHEC-crisis te vertellen dat wij hier in Nederland voedselveilige groenten telen. Laten we wel zijn; in Duitsland overleden op dat moment mensen. Enige terughoudendheid was dus gepast.
Toen de crisis over zijn hoogtepunt was besloten wij paginagrote advertenties in dagbladen in te zetten met een budget van € 600.000,-, afkomstig van het PT. Daarin hebben we ‘Kontrolierte Klasse’ onder de aandacht kunnen brengen. In elke doos groente ging een flyer mee. Achteraf kunnen we concluderen dat dit geen weggegooid geld is geweest, maar het heeft veel langer geduurd voordat de argwaan bij onze oosterburen afnam dan wij hadden gehoopt. Dat viel tegen.
Wat mij ook tegen viel is de houding van retailers op het moment dat je de voedselveiligheid van je groentes probeert uit te leggen aan consumenten. Retailers hebben duidelijk laten merken daar moeite mee te hebben, omdat ze dan belemmerd worden in het overschakelen (september) op groenten uit andere landen.
Eigenlijk is dat te zot voor woorden. We hebben hier een heel goed tracking en tracing systeem en moeten dat juist integreren om retailers aan ons te binden. Het kan allemaal.”
Concluderend?
“Wij kunnen met onze glastuinbouwbedrijven de meest gezonde groenten telen onder voedselveilige omstandigheden, maar er dreigt iets ernstig mis gegaan met de beleving van onze producten. De automatisch goede positie die wij decennia lang hadden is er niet meer. Die kunnen we herstellen door dichter naar consumenten te gaan. Ze te laten voelen, ruiken, proeven. Moderne middelen als QR-codes zijn geschikt als hulpmiddel om dat doel te bereiken. Dan breng je de telers dichter bij het winkelschap. Maar er is meer nodig: ambassadeurs die het echte verhaal vertellen.”
Fotocredits: Pieternel van Velden
Dit artikel afdrukken
Krijgt u meer dan voorheen telefoontjes van tuinders die op de rand van de afgrond balanceren?
“Nee, die krijg ik niet. Ondernemers zijn terughoudend om hun persoonlijke situatie voor te leggen aan een belangenorganisatie. De traditionele thema’s van LTO Noord Glaskracht liggen op andere terreinen arbeid en onderwijs, energie en CO2, ruimtelijke ordening, water, gewasbescherming, milieu en emissie en innovatie. Mensen zoeken ons niet snel als het gaat om persoonlijke ondersteuning bij financieel economische problemen. En dat is logisch want wij kunnen juist op dat terrein individueel ook niet veel doen.
Vroeger had de standsorganisatie de SEV (Sociaal Economische Voorlichtingsdienst), die veel vragen ontving en ondernemers in moeilijke tijden bijstond. Deze dienst is er niet meer, maar de nood is hoog. Inmiddels is mede op ons initiatief in Westland-Oostland een stoppersloket voor ondernemers ingesteld. Daar kan men een stukje begeleiding krijgen als het moet komen tot bedrijfsbeëindiging.”
Hoe is de stand van zaken in tuindersland?
“De situatie is zorgwekkend. Het weerstandsvermogen van de bedrijven is ernstig aangetast. Ondernemers zoeken nog kansen in de vorm van besparing op kosten; een strategie die ze al jaren volgen. Voor velen is het dit jaar er op of eronder. Laten we dus alsjeblieft een jaar krijgen dat de markt zich beter ontwikkelt, zodat mensen hun reserves iets kunnen aanvullen. Je kunt niet forceren dat er strategische veranderingen komen, maar ze wel in gang zetten. Voor de opbrengsten in 2012 kunnen ondernemers eigenlijk niet veel meer doen dan afwachten.”
Wat doet uw organisatie om de crisis in de glastuinbouw positief te beïnvloeden?
“Onze corebusiness is het beïnvloeden van beleid, zodat ondernemers zich kunnen ontwikkelen en een ondernemersinkomen kunnen verdienen. We zagen in 2008 aankomen dat de tuinbouw het moeilijk zou gaan krijgen. Toen waren het nog de oplopende energieprijzen die de marges onder druk zetten. In 2009 kregen we te maken met de gevolgen van de kredietcrisis. Toen kwam genadeloos bloot te liggen hoe zwak de afzetstructuur van onze sector is.
Op verzoek van toenmalig landbouwminister Gerda Verburg hebben wij samen met ZLTO, DPA(Dutch Produce Association), Frugi Venta, Ministerie LNV, Rabobank Westland, FresQ, Langfruit, Olympic Food Group, The Greenery en ZON het manifest ‘De consument centraal’ opgesteld. Daarin concludeerden we dat er consolidatie moet plaatsvinden in de afzetketen, dus minder telersverenigingen en minder handelshuizen. Samenwerken in de keten en onderscheidend product maken zijn de twee andere noodzakelijke ontwikkelingen.”
En heeft dat geholpen?
“De consolidatie vindt inderdaad schoorvoetend plaats en inmiddels is het telersinitiatief STAP van de grond gekomen. Er is wel aandacht voor de problemen die we hebben gesignaleerd, maar ik constateer ook dat we gebrek aan kennis hebben om het roer om te gooien. Ik zie wel dat er stapjes worden gedaan in de goede richting, maar je wilt eigenlijk naar de situatie dat je zelf meer invloed krijgt op de afzet van je producten. Dat is moeilijk.”
U pleit bij de Overheid voor een goede regeling voor tuinders die hun bedrijf willen beëindigen.
“We vragen de Overheid om ondersteuning om te kunnen stoppen. Tegelijkertijd willen we de concentratiegebieden intact houden en verder verduurzamen. Het is gewoon geen goede zaak dat particulieren voor een appel en een ei tuinbouwbedrijven overnemen om er bijvoorbeeld een paardenwei van te maken. Dan vallen er gaten in gebieden die eigenlijk bedoeld zijn voor tuinbouw. We doen dus een appel op de overheden om samen met sector en het Ministerie ELI te praten over herstructurering in plaats van verrommeling. Maar de oplossing voor de structurele problemen binnen de tuinbouw komt niet uit die richting maar moet uit de markt komen.
In Nederland zijn tuinders in staat om voedselveilige, gezonde en lekkere groenten te telen. Wordt het geen tijd om dat te vertellen?
“Dat is zo en we zijn er niet goed in dit aspect ten gelde te maken. Kijk bijvoorbeeld naar producenten in andere landen, die voor een andere insteek hebben gekozen. De Belgische telers zijn uitstekend geslaagd het merk Flandria in de markt te zetten. De Duitse en Engelse telers zijn vrij ver in productie voor de lokale markt. De Nederlandse telers hebben daar nauwelijks iets tegenover kunnen zetten, terwijl zij toch een uniek product telen.
De GMO subsidie zou een uitstekend instrument zijn om juist de marktpositie te verbeteren. De telersverenigingen ontwikkelen ook plannen in die richting. Maar wat moet je doen als er geen geld is om te investeren? In economisch moeilijke tijden wordt nu eenmaal het eerst bezuinigd op promotie.
Ook de generieke promotie komt op losse schroeven te staan. Het wordt heel spannend als de gelden na 2012 niet meer bij het Productschap Tuinbouw(PT) vandaan komen.”
U speelde een belangrijke rol in het crisisteam tijdens de EHEC-crisis. Is het vertrouwen hersteld?
“Het was bijzonder moeilijk om tijdens het hoogtepunt van de EHEC-crisis te vertellen dat wij hier in Nederland voedselveilige groenten telen. Laten we wel zijn; in Duitsland overleden op dat moment mensen. Enige terughoudendheid was dus gepast.
Toen de crisis over zijn hoogtepunt was besloten wij paginagrote advertenties in dagbladen in te zetten met een budget van € 600.000,-, afkomstig van het PT. Daarin hebben we ‘Kontrolierte Klasse’ onder de aandacht kunnen brengen. In elke doos groente ging een flyer mee. Achteraf kunnen we concluderen dat dit geen weggegooid geld is geweest, maar het heeft veel langer geduurd voordat de argwaan bij onze oosterburen afnam dan wij hadden gehoopt. Dat viel tegen.
Wat mij ook tegen viel is de houding van retailers op het moment dat je de voedselveiligheid van je groentes probeert uit te leggen aan consumenten. Retailers hebben duidelijk laten merken daar moeite mee te hebben, omdat ze dan belemmerd worden in het overschakelen (september) op groenten uit andere landen.
Eigenlijk is dat te zot voor woorden. We hebben hier een heel goed tracking en tracing systeem en moeten dat juist integreren om retailers aan ons te binden. Het kan allemaal.”
Concluderend?
“Wij kunnen met onze glastuinbouwbedrijven de meest gezonde groenten telen onder voedselveilige omstandigheden, maar er dreigt iets ernstig mis gegaan met de beleving van onze producten. De automatisch goede positie die wij decennia lang hadden is er niet meer. Die kunnen we herstellen door dichter naar consumenten te gaan. Ze te laten voelen, ruiken, proeven. Moderne middelen als QR-codes zijn geschikt als hulpmiddel om dat doel te bereiken. Dan breng je de telers dichter bij het winkelschap. Maar er is meer nodig: ambassadeurs die het echte verhaal vertellen.”
Fotocredits: Pieternel van Velden
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Tergiversatie Nico! Je kunt meer, mag meer en durft vast wel meer met LTO Glaskracht dan dat je hierboven schetst.
Al jaren loopt iedereen de tuinbouw te adviseren om zich meer op de consument te richten. Vrijwel alle tuinders kennen dit riedeltje uit hun hoofd, ze komen alleen niet bij de consument en weten niet hoe dat voor elkaar te krijgen (op een enkeling na). Ik heb nu twee directeuren van verschillende afzet organisaties (eigendom van telers) gesproken, die mij vertelden dat zij hun pogingen om beter met de consument (lees retail) te communiceren gedwarsboomd zagen door hun eigen verkopers. Wat ze ook deden ze kwamen niet door de muur van hun eigen mensen heen. Ik concludeer dat de gehele afzet structuur volkomen vast zit en dat daar voorlopig (ook niet met de inzet van Bleker en zeker niet met een verdere kostprijsverlaging) verandering in komt. Wat we helaas nodig hebben is een zware crisis waarin een fors percentage van het areaal zal uitvallen. Waar ik mijn hart voor vasthoud is, als het stof van die crisis is gaan liggen, dat de overgeblevenen weer vrolijk verder gaan op de oude weg. Als dat gebeurt dan is de tuinbouw in Nederland ten dode opgeschreven. Er zijn voorstellen om tot een organisatie innovatie in de tuinbouw te komen, die moeten leiden tot nieuwe business modellen. Maar iedereen heeft het nu te druk met overleven, helaas.
Olaf ... Ik denk dat je de goede ondernemers niet ten onder moet laten gaan met het 'redden' van de zwakke broeders. The Greenery is een grote vergissing geweest, mede door toedoen van je voormalige baas dhr Veerman. De goede ondernemers in de groentes hebben nooit bij de Greenery gezeten. Deze goede ondernemers hebben een goede financiele positie, hebben de kosten onder controle en zijn een volwaardige partner / supplier van bijvoorbeeld de Duitse discounters. En heel belangrijk: zij kunnen tegen een stootje zoals EHEC en nog belangrijker: zij kunnen het goedkoopste een bulk-product leveren aan de grootste groenteverkopers van Europa. Crisis is prima. Weg met het PT, weg met de Greenery, weg met GMO en laat de echte ondernemers het glas overnemen van de zwakke broeders. Harde boodschap, maar dat is helaas de wereld waarin we leven.
Mijn zakenpartner heeft 12 jaar geleden nogal wat meegemaakt bij AVEBE en vooral de rol van de verkopers aldaar. In onze huidige moderne markteconomie heb je geen dozen-schuif verkopers meer nodig. Verkoop is een vak, en niet iets van volume en prijs. Daarnaast moet een professionele verkoper een juiste gesprekspartner zijn bij supermarkten (die hun inkoop wel sterk hebben geprofessionaliseerd). Tom Poes verzin een list, kijk eens naar de barron van Munshausers. Uiteindelijk moet elk bedrijf zichzelf aan de haren uit het moeras trekken. Daar ligt de werkelijk crux. Geen Bleker of WUR of consultant kan hen daarbij helpen. Ondernemers die wel willen, zijn al lang op zoek. De toekomst is overigens 1:1 (lees de long-tail maar eens). Kortom de analyse van Olaf klopt (spijtig genoeg).
PS vandaag was ik op TEFAF Business Meeting 2012. In een workshop werd te volgende stelling geponeerd "tuinders lopen hetzelfde risico als varkensboeren en hun megastallen. Verbulking en vervreemding van de consument is misschien wel het grootste risico voor de sector". Ik denk dat dat inderdaad zo is. Goed kunnen doen, is niet voldoende. De maatschappij (lees de consument en de publieke opinie) zal bepalen hoever je kunt gaan als sector. Gelukkig wel. Mijn zorg ligt bij het niet leer effect van de sector, ook na een reductie van het arsenaal zullen de overgebleven spelers op de oude voet doorgaan ben ik bang.