Terwijl aan de andere kant van de Atlantische Oceaan een heuse appeloorlog dreigt te ontstaan, wordt Nederland door de regering gevraagd af te zien van een aardappeloorlog. Het gaat over cisgenese.
Amerikaanse appelaars vrezen dat de Arctic Apple hun appels gaat besmetten. De Arctic Apple heeft vlees dat niet meer bruin wordt. Omdat appelbomen bezocht worden door bijen en insecten die geen onderscheid maken tussen wel en niet bruin wordende rassen, vrezen de telers dat die beestjes de genen van de Arctic Apple naar alle appels in de VS zullen uitventen.
De telers, met name de biologische, laten zich luidkeels horen omdat de Amerikaanse regering binnenkort moet besluiten of die appel in de VS geteeld mag worden.
'Gene silencing'
De Arctic Apple is ontwikkeld door Okanagan, een Canadees bedrijf dat gespecialiseerd is in het ontwikkelen van bijzonder fruit. Appels worden bruin door stoten en snijden. Als je ze mee naar huis neemt van de super kan het al gebeuren. En thuis snijd je ze en worden ze bruin als je ze niet snel genoeg opeet.
Okanagan vond er iets op. Ze zetten bepaalde genen 'uit' - gene silencing in technische taal - die voor de chemische verbruiningsreactie zorgen. Er komt geen gen uit een andere soort planten of wezens dan appels aan te pas. Er worden uitsluitend genen van andere appels voor gebruikt. Zo beperk je 'afval' en nodeloos weggooien.
Frankenfood
Maar daar denken Amerikaanse appeltelers dus anders over. Volgens The Washington Post zijn Amerikaanse appeltelers met afschuw vervuld van deze appel die mogelijk in de VS geteeld mag gaan worden. Ze zijn er fel op tegen omdat bomen buiten staan en worden bevrucht door de bijtjes en andere insecten die pollen van de ene naar de andere boom brengen. 'Een ramp', zeggen ze in de krant, want veel mensen zullen onze appels niet meer vertrouwen.
Eén ding is zeker: de genen van de Arctic Apple kunnen zo op alle bomen terecht komen en daar hun tegen food waste gezegende werk doen.
Maar het zou Frankenfood zijn. Genetisch gemodificeerd gevaar, waarvan de Franse onderzoeker Séralini in een omstreden onderzoek aantoonde dat ratten er kanker van krijgen. Dat is niet het geval, want het gaat niet over soja. Het is om nog een andere reden onzin. De techniek gaat niet om de zogenaamde transgenese, die genen van de ene plantsoort in de andere brengt. Dat, vinden sommigen, is échte FrankenGMO-techniek. Dit gaat om slimme cisgenese. Vrij vertaald betekent dat het stoppen van wat handige genen die de ene appelsoort wel heeft, in een andere die ze (nog) niet heeft. In de natuur gebeurt dat immers ook. Jazeker, via diezelfde bijtjes en insecten òf via de veredeling die mensen zelf al gedurende vele eeuwen toepassen.
En inderdaad: er zijn appels die van nature snel bruin worden, en er zijn er die dat niet doen.
Cisgenese: natuurlijk of het werk van de Duivel?
In de VS dreigt een halszaak van deze Apple War te worden gemaakt. Namens de Nederlandse regering pleitte deze week staatssecretaris Mansveld voor toelating van cisgenese binnen Europa. Het moet onder meer helpen de aardappel ziektevrij te houden. Dat is voor Nederland niet onbelangrijk want we hebben een marktaandeel van 60% wereldwijd in pootaardappelen. Dat betekent dat 6 op de 10 aardappelen die ergens in de wereld gegeten worden van Nederlandse komaf zijn. Ook aardappelen groeien in het open veld en worden via de bijtjes en andere beestjes bevrucht. Tijd voor een heuse Dutch Potato War, of vinden we cisgenese inderdaad 'natuurlijk-maar-dan-in-de-snelkookpan'?
Nederland staat niet voor een appel- maar een aardappelvraag: is cisgenese 'puur natuur' met een handje versnelling van slimme lui of is het Frankenfood van de Duivel?
Fotocredits: Arctic Apple, CBC
-- POLL --
Dit artikel afdrukken
De telers, met name de biologische, laten zich luidkeels horen omdat de Amerikaanse regering binnenkort moet besluiten of die appel in de VS geteeld mag worden.
'Gene silencing'
De Arctic Apple is ontwikkeld door Okanagan, een Canadees bedrijf dat gespecialiseerd is in het ontwikkelen van bijzonder fruit. Appels worden bruin door stoten en snijden. Als je ze mee naar huis neemt van de super kan het al gebeuren. En thuis snijd je ze en worden ze bruin als je ze niet snel genoeg opeet.
Okanagan vond er iets op. Ze zetten bepaalde genen 'uit' - gene silencing in technische taal - die voor de chemische verbruiningsreactie zorgen. Er komt geen gen uit een andere soort planten of wezens dan appels aan te pas. Er worden uitsluitend genen van andere appels voor gebruikt. Zo beperk je 'afval' en nodeloos weggooien.
Frankenfood
Maar daar denken Amerikaanse appeltelers dus anders over. Volgens The Washington Post zijn Amerikaanse appeltelers met afschuw vervuld van deze appel die mogelijk in de VS geteeld mag gaan worden. Ze zijn er fel op tegen omdat bomen buiten staan en worden bevrucht door de bijtjes en andere insecten die pollen van de ene naar de andere boom brengen. 'Een ramp', zeggen ze in de krant, want veel mensen zullen onze appels niet meer vertrouwen.
Eén ding is zeker: de genen van de Arctic Apple kunnen zo op alle bomen terecht komen en daar hun tegen food waste gezegende werk doen.
Maar het zou Frankenfood zijn. Genetisch gemodificeerd gevaar, waarvan de Franse onderzoeker Séralini in een omstreden onderzoek aantoonde dat ratten er kanker van krijgen. Dat is niet het geval, want het gaat niet over soja. Het is om nog een andere reden onzin. De techniek gaat niet om de zogenaamde transgenese, die genen van de ene plantsoort in de andere brengt. Dat, vinden sommigen, is échte FrankenGMO-techniek. Dit gaat om slimme cisgenese. Vrij vertaald betekent dat het stoppen van wat handige genen die de ene appelsoort wel heeft, in een andere die ze (nog) niet heeft. In de natuur gebeurt dat immers ook. Jazeker, via diezelfde bijtjes en insecten òf via de veredeling die mensen zelf al gedurende vele eeuwen toepassen.
En inderdaad: er zijn appels die van nature snel bruin worden, en er zijn er die dat niet doen.
Cisgenese: natuurlijk of het werk van de Duivel?
In de VS dreigt een halszaak van deze Apple War te worden gemaakt. Namens de Nederlandse regering pleitte deze week staatssecretaris Mansveld voor toelating van cisgenese binnen Europa. Het moet onder meer helpen de aardappel ziektevrij te houden. Dat is voor Nederland niet onbelangrijk want we hebben een marktaandeel van 60% wereldwijd in pootaardappelen. Dat betekent dat 6 op de 10 aardappelen die ergens in de wereld gegeten worden van Nederlandse komaf zijn. Ook aardappelen groeien in het open veld en worden via de bijtjes en andere beestjes bevrucht. Tijd voor een heuse Dutch Potato War, of vinden we cisgenese inderdaad 'natuurlijk-maar-dan-in-de-snelkookpan'?
Nederland staat niet voor een appel- maar een aardappelvraag: is cisgenese 'puur natuur' met een handje versnelling van slimme lui of is het Frankenfood van de Duivel?
Fotocredits: Arctic Apple, CBC
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Voor Frank #28 info over het BioImpuls project . In Biolandbouw is fytoftora ook een groot probleem, maar vaak verbouwen de boeren volgens mij aardappelen die een vroege oogst geven. Wel is het een risicovolle teelt aangezien bij een nat jaar je haast geen opbrengst kan hebben omdat je bij infectie verplicht loof moet vernietigen.
#Jopie 25. Weet niet heel veel over toxische stoffen in plantgoed en hoe daar mee om wordt gegaan. Ik weet wel dat er stemmen opgaan om ook gangbare veredelingsproducten op voedselveiligheidscriteria te checken, juist omdat er bij klassieke veredeling vaak veel meer in het nieuwe ras verandert als bij genetische modificatie. Wat betreft risico van het introduceren van bijvoorbeeld hoge alkaloïden in lupinen of aardappel: de keuze van de ouders ('klassieke veredeling' dus) zal voor het grootste gedeelte bijdragen aan fluctuaties in dergelijke gehalten. Daarna wellicht mutagenese als er bijvoorbeeld een enzym in een alkaloid pathway uitgeschakeld wordt (waardoor er andere metabolieten gaan ophopen). Bij cis-, trans- en intragenese verwacht ik op dit aandachtspunt geen tot weinig problemen (alhoewel men juist bij dit soort veredelingsproducten fixeert op mogelijke bijeffecten).
Heeft iemand info over het voorkomen van Phytophtora in de biologische aardappelteelt? Is het probleem daar (veel) erger dan in de gif spuitende aardappellandbouw?
Zo niet, dan moet er toch ruimer naar mogelijke oorzaken en oplossingen gekeken worden, zou je zeggen.
#25: Je stelt een interessante vraag Jopie. Alkaloïden zijn één van de manieren waarmee de plant zich beschermt. Maar niet alle alkaloïden zijn zo slecht voor ons (dosisafhankelijk) - de term is slecht gedefinieerd. Een grijs gebied... Nicotinoiden die als bestrijdingsmiddel worden gebruikt zijn een voorbeeld van synthetische alkaloïden.
Over alkaloïden in cisgene aardappelknollen is mij niets bekend, ik ben hier ook nieuwsgierig naar... 'Groene' en gekneusde aardappels bevatten in ieder geval te veel.
Naar aanleiding van #23 over welke inbreng gewenst is. In appels, wijndruiven en volgens mij ook bij aardappel gaat het vooral om resistentie tegen de belangrijkste schimmelziekte. Daarvoor is het inkruisen van resistentiegenen nodig. Als dat via de klassieke veredelingswijze gaat is dit een weg van lange adem. Je kruist natuurlijk allerlei sterk ongewenste genen mee die met meerdere generaties doorkruisen er weer uit gewerkt moeten worden. Nu zijn er inmiddels na decennia kruisen redelijk acceptabele resistente appelrassen met het Vf-resistentiegen. Rassen als Santana en Topaz. Die hebben twee hoofdproblemen. Ten eerste willen we het liefste een resistente Elstar, Kanzi, Junami of ander ras waarmee we goede marktpositie hebben. Ten tweede zijn het bijna allemaal rassen met een monogene resistentie gebaseerd op 1 gen. Groot nadeel van monogene resistentie is dat de schimmelziekte zich ook kan aanpassen waardoor resistentie doorbroken wordt. In feite speelt dit al bij de Vf-resistente rassen. Dat is dan dramatisch want zeer lang veredelingswerk is in korte tijd dan waardeloos. Het mooiste is het in beperkt aantal jaren inbouwen van meerdere resistentiegenen (meerdere sloten op de deur) voor een duurzamere resistentie in een bestaand goed ras dat verder hetzelfde blijft. Dat is gewoon onmogelijk via de klassieke weg maar wel met cisgenese.
@Hendrik, dank je voor deze verhelderende bijdrage.
Waarbij de vraag bij mij opkomt: is het überhaupt mogelijk dat er bij kruisingen van eetbare planten kruisingsprodukten gevonden worden die (te) hoge concentraties giftige stoffen bevatten.
En vervolgens: zijn de risico's daarop in dezelfde orde van grootte bij de verschillende methodes? Is de kans op het vinden van een nieuwe lupine of tuinboon met bijv. een hoog alkaloïd gehalte onafhankelijk van gebruikte veredelingstechniek: traditionele kruising, intragenese, mutagenese, cisgenese. Transgenese laat ik hier buiten beschouwing.
En tenslotte, sorry als ik je overvraag, worden nieuwe variëteiten getest op mogelijk toxische eigenschappen?