Yanzhong Huang is als Senior Fellow verbonden aan het Council on Foreign Relations en associate Professor aan Seton Hall University. Zijn aandachtsgebied is volksgezondheid, met name in China. In zijn opiniestuk geeft hij een verklaring voor de zich steeds vaker voordoende voedselschandalen in China. Hij beschrijft hoe rotte perziken ingemaakt worden in door afval omringde openluchtpoelen, met natriummetabisulfiet (E223) en bleekmiddel en schadelijke hulpstoffen. Hoe de perziken vervolgens in zakken worden gedaan waar eerst veevoer in zat (zonder dat die schoongemaakt zijn) en vervoerd worden naar winkels van naam en faam. Andere schandalen zijn de met melamine besmette babymelk, vlees met clenbuterol, rijst met cadmium, noedels die met inkt en paraffine op smaak gebracht zijn, met bleekmiddelen behandelde paddestoelen en spijsolie die gerecycled bleek te zijn uit straatgoten.

Volgens Yanzhong Huang brengen deze voedselschandalen twee onderliggende problemen aan het licht: de ineenstorting van China´s (zakelijke) ethiek en het falen van de authoriteiten in het bijhouden van de groeiende markteconomie. Hij zegt: 'maar een excessieve focus op slecht overheidstoezicht betekent vaak dat het veel grotere probleem van de uit elkaar vallende burgermoraliteit over het hoofd wordt gezien.'

De authoriteiten doen wel hun best. In juli 2009 voerde China de Voedselveiligheidswet in, in 2010 werd een nationale commissie van onder meer 3 vice-premiers ingesteld en dit jaar kregen de provinciale overheden de opdracht strengere straffen door te voeren voor illegaal crimineel gedrag ten aanzien van voedselveiligheid. Helaas worden deze maatregelen ondermijnd door inefficiëntie en corruptie. De goedbedoelde Voedselveiligheidswet blijkt het toezicht van de staat op de voedingsindustrie verder gefragmenteerd te hebben. Het Ministerie van Gezondheid is eindverantwoordelijk, maar er zijn drie verschillende overheidsinstellingen belast met het toezicht op de voedselproductie, voedseldistributie en consumptie. Daarmee is een vruchtbare bodem ontstaan voor eindeloos bureaucratisch gedoe en het ontwijken van iedere verantwoordelijkheid.

Yanzhong Huang stelt vervolgens dat door dit overheidsfalen ethiek nog belangrijker wordt in hoe mensen in het zakelijk verkeer met elkaar omgaan. Maar ook daar gaat het mis. Van oudsher werden in China commerciële transacties in de hand gehouden door twee staatsideologieën. Eerst het Confucianisme, later het communisme. Uiteraard was er plaats voor het streven naar welvaart, maar de Chinese samenleving stelde: ´Een respectabele man verwerft zijn weelde door eerlijk en ethisch handelen´. De Maoïstische nadruk op het collectief diende ook als een morele beteugeling, individualisme werd niet op prijs gesteld.

De Culturele Revolutie en de uitholling van het communisme zadelden China op met een vacuüm, dat onwaarschijnlijk snel is opgevuld door materialisme. In tegenstelling tot het Westen, waar waardensystemen en zorgvuldige regelgeving duidelijk stellen wat acceptabel is in hoe men zaken doet, kent het moderne kapitalisme in China maar één regel: zo snel mogelijk rijk worden. Met die instelling zetten de Chinezen de bijl aan de wortel van hun morele stelsel. Yanzhong Huang:'In een nationaal, online onderzoek onder 23.000 volwassenen was ongeveer 82 procent van de respondenten het eens met de stelling dat China de afgelopen tien jaar een significant moreel verval heeft gekend. Meer dan 40 procent schreef dit afglijden toe aan het belang dat aan geld toegekend wordt (35 procent aan ontwikkelingsproblemen en onvoldoende wetshandhaving). Maar meer dan de helft van de respondenten zei ook dat zij niet van mening waren dat voldoen aan ethische standaarden een voorwaarde was voor succes.'

Voor zover mogelijk proberen Chinese burgers zelf zeker te stellen dat hun voedsel veilig is. Degenen die dat kunnen, eten zelf geteelde producten, Ruim voor de Olympische Spelen mochten de geselecteerde atleten alleen nog maar vlees eten binnen de officiële trainingsfaciliteiten. Voor de elite zijn er Special Food Supply Centers waar biologisch voedsel te krijgen is. De massa? Die is afhankelijk van de twijfelachtige ethiek van hun voedselproducerende landgenoten.

Minister-president Wen Jiabao noemde recent de voedselschandalen als voorbeelden van 'gebrek aan integriteit en moreel verval'. Hij voegde er aan toe: 'Zonder verbetering in de nationale kwaliteit en morele kracht kan China nooit een werkelijk machtige en gerespecteerde staat worden.' Als zijn gevoel door meer hoge politici gedeeld wordt, gloort er misschien weer wat hoop. Maar dan moet ook de Chinese elite mee in het 'moreel reveil'. De grote burgermassa staat hier helaas nog grotendeels buitenspel.

Fotocredits: foxxyz, officieel document (parkeerbon)
Dit artikel afdrukken