imageMag het Voedingscentrum aan politiek dierenactivisme doen?

De kritiek op de nieuwe diervriendelijksheidcampagne van het Voedingscentrum dook ook hier al op in de discussie. Het CDA wijst op een aantal realistische argumenten tegen de wel erg PvdD- en Wakker Dier-achtige campagne van het Voedingscentrum. Daarmee oogst de minister van LNV, financier van de VC-campagne, forse kritiek van haar eigen achterban. Het lijkt erop dat LNV zich ernstig in de vingers snijdt door nu - middels het Voedingscentrum - helemaal door te schieten naar de kant van dierenactivisme op basis van louter emotionele argumenten die de massa aanspreken.

Zou er ooit nog eens feitelijk gedreven realisme op de agenda komen?

Ik zou er overigens vooral niet voor willen pleiten alles bij het oude te laten en de stallen dicht doen met een paar dooddoeners. Maar laten we nou toch ophouden, zeker van de kant van het ministerie!
De halfbakken maatregelen die vooral rieken naar de oude katholieke aflaat zijn uit den boze. De varkens (met dank aan het CBL) en de kippen hebben er inmiddels hun bekomst van. Geen hond echter die je in het openbaar de vraag hoort stellen: maar hoe moet het dan?

Daar gingen de dames van het Voedingscentrum weer eens. Ditmaal nemen ze LNV mee in hun gedaas en gebrek aan gezond eigen verstand.

De campagnes nog niet gezien? Hier de kip en hier het varken.

Er moet snel een einde worden gemaakt aan de reclamecampagne 'een kip of varken kan niet kiezen, jij wel!' van het Voedingscentrum, dat vindt het CDA. Het Voedingscentrum wil met de campagne consumenten ervan bewust maken dat zij met hun voedselkeuze kunnen laten zien wat zij belangrijk vinden voor het welzijn van dieren.

Eenzijdig beeld
Volgens het CDA geeft de campagne juist een eenzijdig beeld door de nadruk te leggen op mogelijk negatieve gevolgen voor voedsel dat afkomstig is uit de bio-industrie. De campagne accentueert dat kippen en varkens in kleine ruimtes worden gehouden.
Tweede Kamerleden Joop Atsma (CDA) en Ger Koopmans (CDA) hebben er vandaag op gewezen dat er ook onderzoeken bestaan die aantonen dat meer ruimte voor dieren kan leiden tot een grotere kans op dierziekten. Ook zou er meer dioxine aanwezig zijn en zou de kans op salmonellabesmettingen groter zijn.

Het Voedingscentrum wordt gefinancierd door de ministeries van Landbouw en Volksgezondheid en is opgericht om consumenten wetenschappelijk verantwoorde en eerlijke informatie te geven over voedselkwaliteit en gezonde en veilige voeding.

Taakomschrijving
De CDA’ers hebben schriftelijk vragen gesteld aan de minister van Landbouw Gerda Verburg (CDA). Ze vragen zich af of de campagne ‘een kip of varken kan niet kiezen, jij wel!’ wel binnen de taakomschrijving van het Voedingscentrum valt. Ook willen ze weten of het niet beter zou zijn als het centrum zich wat terughoudender zou opstellen.

Minister Verburg gaf vorige week nog aan dat de bio-industrie wat haar betreft flink mag groeien.



Zo valt de kritiek van het CDA te lezen bij Elsevier.

Het Voedingcentrum gebruikt de volgende teksten:

‘Een kip of varken kan niet kiezen, jij wel: elke keer als je kip of varkensvlees koopt!’ Met deze slogan is het Voedingscentrum 11 juli een campagne over eten en dierenwelzijn gestart op tv, radio en internet. Minister Gerda Verburg (LNV) heeft hiervoor op 9 juli het startsein gegeven. Doel is consumenten ervan bewust te maken dat hun keus in de winkel invloed heeft op het leven van een kip of een varken.

De campagne maakt deel uit van de meerjarige campagne ‘Voedselkwaliteit’, waarbij het Voedingscentrum naast de bekende aspecten veiligheid en gezondheid ook aandacht vraagt voor dierenwelzijn, natuur, milieu en eerlijke handel. De campagne wordt gefinancierd door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV).

Nederlanders letten vooral op prijs
Doel is consumenten bewust te maken van alle aspecten die de waarde van voedsel bepalen, te beginnen met dierenwelzijn. Minister Gerda Verburg benadrukte dat de consument met zijn keus in de winkel het verschil kan maken. Tot nu toe letten de meeste Nederlanders bij het kopen van vlees vooral op de prijs. Maar weinig mensen denken na over de manier waarop een product tot stand is gekomen. Nog minder mensen stemmen daar hun keuze op af.

De campagne richt zich op de groeiende groep mensen die al enige interesse hebben in de meerwaarden van voedsel, maar dit nog niet altijd omzetten in concreet gedrag. Zij zijn het meest ontvankelijk voor de boodschap van de campagne. Deze groep vervult bovendien een voorbeeldfunctie voor andere groepen in de samenleving.

De campagne is vanaf 11 juli gedurende 3 weken te horen en te zien op radio, tv en internet. In september en november krijgt de campagne een vervolg.
Dit artikel afdrukken