De sterk gestegen voerkosten van de afgelopen jaren brengen pluimveehouders in de problemen. Ze beuren nog dezelfde prijsvoor hun kippen en eieren als tevoren, terwijl hun kostprijs door de gestegen voerkosten van de afgelopen jaren flink omhoog is gegaan. Daardoor vliegt hun toch al niet ruime marge nu volledig rood. Toch zijn hun afnemers niet bereid om meer voor hun kippen en eieren te betalen omdat boeren voorlopig domweg doorgaan met produceren. Kippen en eieren kunnen ze immers overal kopen. Zoveel, dat ze bijna niets kosten. Daarom lijden boeren verlies en kunnen ze er niets tegen doen. Protesteren helpt niet, want er is aanbod meer dan zat.

Per dier en ei wordt dan ook verlies geleden. Als de kippenboeren er niet meer voor krijgen, zullen ze moeten stoppen. Dat zeggen ze ondanks de verwachting van voerprijsanalisten dat de voerprijzen weer zullen dalen. Kennelijk beginnen de heren boeren te voelen dat ze domweg de speelbal zijn van fluctuerende inkoopprijzen en daardoor zo regelmatig langs het randje van de financiële afgrond scheren - en soms in het ravijn vallen - dat ze de pijp liever aan Maarten geven. En dàt is nou precies wat ze er wèl tegen kunnen doen.

In Nederland is het ook kommer en kwel. Het ei deed het even goed toen er in 2012 scharrelschaarste ontstond. Dat is weer over. Onze eieren doen het zelfs nog slechter dan de Ierse. De Ierse boer komt een cent tekort op ieder ei. De Nederlandse zit het op het dubbele tekort. Hij zit 1,5 tot 2,5 cent in de min.

Stel nou dat onze boeren gewoon een baan gaan zoeken en zowel de kip als het ei maar laten omdat ze genoeg hebben van de risico's van hun voerprijsafhankelijke ondernemerschap. Wat zouden de kippen en eieren dan gaan kosten? U staat er vast nooit bij stil.

Fotocredits: Marie Richie
Dit artikel afdrukken