Het stellen van de diagnose 'Chronisch Vermoeidheidssyndroom' (CVS) is een langdurig en lastig proces, omdat nog veel onbekend is over de oorzaak. Wetenschappers ontdekten dat het darmbioom concrete aanwijzingen geeft.
Onderzoekers van de Cornell University toonden aan dat het microbioom bij mensen met CVS afwijkt van dat van mensen zonder die klachten. Op basis van een aantal biologische markers konden ze 83% van de patiënten met CVS correct diagnostiseren.
Tegelijkertijd zagen de onderzoekers in het bloed specifieke ontstekings-markers, mogelijk als gevolg van darmproblemen waardoor bacteriën in het bloed terecht komen. Bacteriën in het bloed kunnen een immuunreactie oproepen, waardoor de symptomen erger worden.
'Geen psychische stoornis'
Of deze verandering in het microbioom oorzaak of gevolg is, blijft nog onbekend. De onderzoekers hopen dit in volgende onderzoeken te achterhalen. Onderzoeker Maureen Hanson: “Wel vormt deze ontdekking nu al aanvullend bewijs tegen het belachelijke concept dat CVS een psychische stoornis is.”
Dit artikel afdrukken
Deze ontdekking vormt nu al aanvullend bewijs tegen het belachelijke concept dat CVS een psychische stoornis isMensen met CVS worden onevenredig moe van normale inspanning en herstellen daar ook niet van met rust. Om de ziekte vast te stellen, zijn uitgebreide en langdurige testen nodig. De onderzoekers gingen op zoek of CVS niet op een eenvoudigere manier vastgesteld kon worden. Ze bekeken ontlastings- en bloedmonsters van 48 mensen met CVS en 39 gezonde mensen. Bij de patiëntengroep bleek de diversiteit van de types bacteriën in het darmbioom stukken minder te zijn. Bovendien waren er vooral minder bacteriesoorten die bekend staan om hun ontstekingsremmende werking aanwezig.
Tegelijkertijd zagen de onderzoekers in het bloed specifieke ontstekings-markers, mogelijk als gevolg van darmproblemen waardoor bacteriën in het bloed terecht komen. Bacteriën in het bloed kunnen een immuunreactie oproepen, waardoor de symptomen erger worden.
'Geen psychische stoornis'
Of deze verandering in het microbioom oorzaak of gevolg is, blijft nog onbekend. De onderzoekers hopen dit in volgende onderzoeken te achterhalen. Onderzoeker Maureen Hanson: “Wel vormt deze ontdekking nu al aanvullend bewijs tegen het belachelijke concept dat CVS een psychische stoornis is.”
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Nou, volgens de hier niet voor doorgeleerd hebbende Katan is het allemaal maar een hype. En als iemand het kan weten is hij het wel.
Er is al veel onderzoek gedaan naar het effect van pro-biotica. De effecten zijn zo minimaal dat de producent geen gezondheidsclaims op de verpakking mag zetten. Daarmee heeft het de status van een huismiddeltje dat in het kader van de zelfzorg prima gebruikt kan worden, maar ook niet meer dan dat. Voor een terechte gezondheidsclaim is degelijk wetenschappelijk bewijs nodig.
Dick, in de paper zelf zie ik de auteurs niet te snelle conclusies trekken. Het lijkt dus meer te gaan om de verslaggeving die van een brokje informatie iets groters maakt dan het is. In feite zou je kunnen zeggen dat het begrip van de media van de invloed van één zo'n onderzoek op de kennisstatus tekort schiet.
De resultaten zelf een 'flutweetje' noemen vind ik ook niet terecht, het is een stukje van de puzzel, een stukje dat niet bij voorbaat terzijde kan worden gelegd.
Dennis, ik had het vandaag over dit bericht (click even op hele conversatie via de link) met Catherine de Jong en Pepijn van Erp.
Ze hebben een punt. Er wordt slecht over kennisstatus gecommuniceerd. Eens?
Ik denk nl. dat daar de kern van het probleem zit.
Het vinden van een associatie is één ding. Die blijkt in dit onderzoek niet uniek voor patiënten, sommige patiënten vertonen darmflora-indicatoren die 'horen' bij de controls en andersom.
Het gebruik van een afwijkende flora als marker is wat anders. Dat is hier ook niet gebeurd (i.t.t. wat de titel suggereert). Uit de combinatie van bloedwaarden én darmfloraprofiel is een profiel berekend dat een goede voorspellende waarde geeft. Dat totaalprofiel is de 'marker' (en dus niet de darmflora alleen). Belangrijk manco is echter dat het toetsen van de voorspellende waarde van deze samengestelde marker enkel is gedaan met dezelfde populatie, niet met een onafhankelijke andere groep. Dat maakt de toetsing erg zwak, zeker bij een multiparameter marker die berekend is (niet slechts gemeten) uit die nou juist diezelfde populatie.
Het 'oplossen' middels probiotica is nog weer heel wat anders. In mijn beleving is dat een stap (of twee) te ver op grond van deze studie. Dat neemt niet weg dat het wel als hypothese kan worden gebruikt en dat die getoetst zou kunnen (en misschien wel moeten) worden. Enkele pilotstudies zijn overigens jaren geleden al gedaan (zonder wereldschokkende resultaten).
Wat betreft de acceptatie van probiotica, we hebben het geluk en de pech dat probiotica vaak als voedingssupplement geclassificeerd worden. Dit geeft het individu de kans zelf te testen of het iets voor hem/haar kan betekenen. Tegelijk betekent het voor artsen al snel dat het dan vast 'niet zoveel voorstelt'. Aangezien artsen zich niet verdiepen (en het wel heel complexe materie is), voelen veel patiënten zich genoodzaakt om zich te wenden tot therapeuten die door de medische wereld als alternatief worden gezien. Dit versterkt de 'afkeer' van artsen tegen probiotica verder. In Nederland is volgens mij de narkt van alternatief therapeuten groter dan in de ons omringende landen. In Frankrijk is bij weten bijvoorbeeld fytotherapie (kruidengeneeskunde) wettelijk beperkt tot artsen, terwijl in Duitsland de heilpraktiker wat meer aanzien lijkt te hebben dan de Nederlandse alternatief therapeut.
Alhoewel ik hier sterk generaliseer, spelen dit soort processen m.i. wel een belangrijke rol bij de uitblijvende omarming van probiotica als potentieel middel bij diverse aandoeningen.