De Autoriteit Consument en Markt (ACM) analyseerde de kosten en baten van de Kip van Morgen (KvM) en concludeerde dat de voordelen niet opwegen tegen de nadelen. Vanuit het perspectief van een expert kwam het oordeel echter te snel, zegt Professor Imke de Boer (WUR)
Peter van Horne, econoom van het LEI van Wageningen UR, berekende de meerkosten van de Kip van Morgen voor een kipfilet, het meest gegeten kipdeel in Nederland. Volgens hem zal één kilo KvM-kipfilet €1,46 duurder zijn dan een gangbare kipfilet. Die meerprijs is het gevolg van onder meer een lagere stalbezetting, een langere groeiperiode, duurder voer, en een hoger voergebruik. Die aspecten hangen samen met de Kip van Morgen.
Opinie
“Wegen deze extra kosten op tegen de voordelen op het gebied van van dierenwelzijn, milieu en volksgezondheid?” vroeg de ACM zich af.
De Autoriteit stelde het welzijnsvoordeel vast aan de hand van een keuze-experiment. Respondenten moesten een keuze maken tussen twee soorten kip, die verschilden in 4 welzijnskenmerken en in prijs. De meegenomen welzijnskenmerken waren:
- levensduur van de kip (oftewel groeiperiode)
- aanwezigheid van een uitloopmogelijkheid
- bewegingsruimte van de kip (oftewel bezettingsgraad)
- verdovingswijze vlak voor de slacht
Geheel volgens verwachting, bleek dat de consument vooral de uitloopmogelijkheid en de verdovingswijze waardeerde.
Stel dat je moet kiezen tussen kipfilet van een kip die mogelijk niet volledig verdoofd is geslacht (waterbadmethode) of kipfilet van een kip die wel volledig verdoofd is geslacht (gasverdoving)? De kans is groot dat je kiest voor volledige verdoving.
Geen onderscheid op verdoven
In haar berekening gaat de ACM uit van het feit dat zowel reguliere kip als de KvM niet volledig verdoofd is geslacht. Dit is een achterhaald feit, zegt Ingrid de Jong van Wageningen UR. Op dit moment maken alle slachterijen die KvM slachten gebruik van gasverdoving. Wanneer je in de ACM berekening aanneemt dat gasverdoving wordt toegepast bij de KvM, dan heeft de consument niet €0.68 maar €7,01 méér over voor één kilo KvM-kipfilet. Dat is ruim meer dan de extra kostprijs van €1,46. Gasverdoving wordt zelfs de realiteit voor alle kippen in de toekomst, ook voor reguliere kip. Op dit aspect is dan ook geen onderscheid meer te behalen.
Ras bepalend voor welzijn
De literatuur laat zien dat de consument dieren graag buiten ziet. Het keuze-experiment van de ACM bevestigt dat opnieuw. Een dergelijk experiment meet dan ook de perceptie van de consument op welzijn. Dat zegt niets over het belang van een uitloop voor het welzijn van de kip.
Tot op heden laat onderzoek zien dat een trager groeiend ras meer doet voor dierenwelzijn dan aanpassingen in houderijcondities, zoals bijvoorbeeld een uitloop. Welzijnsexpert Ingrid de Jong bevestigt dat. Een vleeskuiken dat 45 gram in plaats van 60 gram per dag groeit, heeft een objectief vastgesteld beter dierenwelzijn. Zo’n dier heeft minder voetzoolproblemen, minder bewegingsproblemen en minder gezondheidsproblemen.
Welzijn beoordeel als perceptie, ammoniak niet
De vraag rijst dan ook waarom de ACM zich op percepties in plaats van op expertoordelen heeft willen baseren bij haar oordeel over de welzijnswinst van de KvM. Dat deed de autoriteit wel bij het beoordelen van de milieu- en volksgezondheidsvoordelen voor de mens. De ACM vroeg immers ook niet aan de consument hoe belangrijk zij een lagere ammoniakemissie vindt, maar maakte gebruik van zogenaamde schaduwprijzen. De ACM heeft Ingrid de Jong geconsulteerd op een moment dat de welzijnsvoordelen als gevolg van maximaal 50 gram groei per dag nog niet wetenschappelijk waren aangetoond. Dat waren ze op dat moment al wel voor de 45 grams-groeier. Dat wil echter nog niet zeggen dat ze er niet zijn. Het onderzoek daarover moet nog worden afgerond; een hard bewijs was daarom op het moment van oordelen niet mogelijk.
Is de KvM nu achterhaald?
Het voornemen heeft in elk geval geleid tot de Nieuwe Standaardkip van Jumbo. Die kip groeit maximaal 45 gram per dag, heeft meer ruimte en daglicht, en geen uitloop. Het dier geniet een objectief vastgestelde welzijnswinst door zijn tragere groei. De meerprijs voor het dier wordt aan de kassa betaald, zegt JUMBO-directeur Ed van de Weerd. Over de welzijnswinst van dat dier en de koopbereidheid van consumenten bestaan in ieder geval geen twijfels. De 50-grams groeier moet zijn winst nog aantonen. Hoewel de Nieuwe Standaard van JUMBO de KvM heeft ingehaald, is een heroverweging van de ACM toch wenselijk.
Fotocredits: Imke de Boer tijdens FL's #vleesdebat, Bas Uterwijk/Foodlog
Dit artikel afdrukken
Opinie
“Wegen deze extra kosten op tegen de voordelen op het gebied van van dierenwelzijn, milieu en volksgezondheid?” vroeg de ACM zich af.
De Autoriteit stelde het welzijnsvoordeel vast aan de hand van een keuze-experiment. Respondenten moesten een keuze maken tussen twee soorten kip, die verschilden in 4 welzijnskenmerken en in prijs. De meegenomen welzijnskenmerken waren:
- levensduur van de kip (oftewel groeiperiode)
- aanwezigheid van een uitloopmogelijkheid
- bewegingsruimte van de kip (oftewel bezettingsgraad)
- verdovingswijze vlak voor de slacht
Geheel volgens verwachting, bleek dat de consument vooral de uitloopmogelijkheid en de verdovingswijze waardeerde.
Stel dat je moet kiezen tussen kipfilet van een kip die mogelijk niet volledig verdoofd is geslacht (waterbadmethode) of kipfilet van een kip die wel volledig verdoofd is geslacht (gasverdoving)? De kans is groot dat je kiest voor volledige verdoving.
Geen onderscheid op verdoven
In haar berekening gaat de ACM uit van het feit dat zowel reguliere kip als de KvM niet volledig verdoofd is geslacht. Dit is een achterhaald feit, zegt Ingrid de Jong van Wageningen UR. Op dit moment maken alle slachterijen die KvM slachten gebruik van gasverdoving. Wanneer je in de ACM berekening aanneemt dat gasverdoving wordt toegepast bij de KvM, dan heeft de consument niet €0.68 maar €7,01 méér over voor één kilo KvM-kipfilet. Dat is ruim meer dan de extra kostprijs van €1,46. Gasverdoving wordt zelfs de realiteit voor alle kippen in de toekomst, ook voor reguliere kip. Op dit aspect is dan ook geen onderscheid meer te behalen.
Ras bepalend voor welzijn
De literatuur laat zien dat de consument dieren graag buiten ziet. Het keuze-experiment van de ACM bevestigt dat opnieuw. Een dergelijk experiment meet dan ook de perceptie van de consument op welzijn. Dat zegt niets over het belang van een uitloop voor het welzijn van de kip.
Tot op heden laat onderzoek zien dat een trager groeiend ras meer doet voor dierenwelzijn dan aanpassingen in houderijcondities, zoals bijvoorbeeld een uitloop. Welzijnsexpert Ingrid de Jong bevestigt dat. Een vleeskuiken dat 45 gram in plaats van 60 gram per dag groeit, heeft een objectief vastgesteld beter dierenwelzijn. Zo’n dier heeft minder voetzoolproblemen, minder bewegingsproblemen en minder gezondheidsproblemen.
Welzijn beoordeel als perceptie, ammoniak niet
De vraag rijst dan ook waarom de ACM zich op percepties in plaats van op expertoordelen heeft willen baseren bij haar oordeel over de welzijnswinst van de KvM. Dat deed de autoriteit wel bij het beoordelen van de milieu- en volksgezondheidsvoordelen voor de mens. De ACM vroeg immers ook niet aan de consument hoe belangrijk zij een lagere ammoniakemissie vindt, maar maakte gebruik van zogenaamde schaduwprijzen. De ACM heeft Ingrid de Jong geconsulteerd op een moment dat de welzijnsvoordelen als gevolg van maximaal 50 gram groei per dag nog niet wetenschappelijk waren aangetoond. Dat waren ze op dat moment al wel voor de 45 grams-groeier. Dat wil echter nog niet zeggen dat ze er niet zijn. Het onderzoek daarover moet nog worden afgerond; een hard bewijs was daarom op het moment van oordelen niet mogelijk.
Is de KvM nu achterhaald?
Het voornemen heeft in elk geval geleid tot de Nieuwe Standaardkip van Jumbo. Die kip groeit maximaal 45 gram per dag, heeft meer ruimte en daglicht, en geen uitloop. Het dier geniet een objectief vastgestelde welzijnswinst door zijn tragere groei. De meerprijs voor het dier wordt aan de kassa betaald, zegt JUMBO-directeur Ed van de Weerd. Over de welzijnswinst van dat dier en de koopbereidheid van consumenten bestaan in ieder geval geen twijfels. De 50-grams groeier moet zijn winst nog aantonen. Hoewel de Nieuwe Standaard van JUMBO de KvM heeft ingehaald, is een heroverweging van de ACM toch wenselijk.
Fotocredits: Imke de Boer tijdens FL's #vleesdebat, Bas Uterwijk/Foodlog
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Dick de koopbereidheid van consumenten wordt niet in een experiment of rondvraag bepaald, maar bij een vrije keuze in de winkel.
Misschien dan toch eens een keertje de moeite nemen om die objectieve argumenten, en ook de eigen verbeterpunten van mevrouw de Jong te vergelijken met de in #1 genoemde criteria voor Welfare Quality van de EU, Dick. Een fractie van die 12 welzijnscriteria slechts, in die WUR-monitor.
Primaire levensbehoeften als schone lucht, goed eten en drinken, incidentie van ziekten: ze schitteren door afwezigheid in de vereenvoudigde WUR-monitor: een paar uurtjes voor tienduizenden kippen. Het is mij althans niet geheel duidelijk hoe je op die manier verantwoord uitspraken zoudt kunnen doen over het welzijn van welk levend wezen dan ook.
Nog even, en het welzijn van kippen wordt op de slachterij bepaald: nog sneller, nog simpeler.
Afwezigheid van hakdermatitis is voor mij echter evenmin een bewijs voor goed welzijn als de afwezigheid van blauwe plekken bij potentieel mishandelde vrouwen of kinderen.
Markten functioneren altijd, of het nu coke is of indertijd spijkerbroeken achter het IJzeren Gordijn. De vraag is of de uitkomst maatschappelijk aanvaardbaar is. Als kartelvorming of monopolie dreigt, zou de ACM een rol dienen te spelen. Als de maatschappelijke schade te groot bevonden wordt, kan de overheid normen stellen: veiligheidsgordels, kinderarbeid.
Blijkbaar zijn die 30 Campylobacterdoden en tientallen door ESBL Schippers nog onvoldoende, of is zij te beducht voor, en afhankelijk van (de lobby van) de industrie om afdoende normen te stellen voor voedselveiligheid. Je zou toch denken dat normen voor voedselveiligheid en goede handhaving daarvan tenminste een aardige bezuiniging op haar begroting zouden kunnen opleveren.
Meer dan gratuite aanbevelingen om beter te bakken of mooie woorden op resistentiecongressen.
Inzake preventie van roken laat onze liberale Minister van Tabak het ook al afweten:
elk jaar 20.000 doden. De omzet van de tabaksindustrie gaat haar blijkbaar al evenzeer boven volksgezondheid als de supers hun omzet boven voedselveiligheid.
@Dick B.: mag ik je erop wijzen dat kippen niet onder animals (viervoeters) vallen, want dat heet daar fowl? Maar verder helemaal eens, het is toch ook eigenlijk knots dat ieder europees land weer zijn eigen welzijnseisen heeft? Ik las bij de Duitse Tiergerechtheitsindex dat het daar o.a. ook gaat om geluidsoverlast (voor de kippen dus), zitstokkenkwaliteit, bevedering (dat is bij ons meestal beneden alle voorstelbaar peil, vooral einde legperiode), en Auslaufstunden pro Tag. Zie ook mijn #13, in-Niets staat nieuwe Kip van Morgen inde weg-, mijn ironie lijkt wel (maar dan in het echt) zo door Imke overgenomen! Ken je Toni Hubmann, van Toni's Eier?? Wanneer krijgen we in NL zo iemand??
Dick, mijn stukje was een stukje over de waarde van objectieve argumenten. Niet wat jij ervan maakt. Dat schreef ik je toen ook al.
In werkelijkheid denk ik dat deze juist de kippencase laat zien dat de markt functioneert en de NMA-discussie irrelevant is geworden. Dankzij Wakker Dier.
Was jij met je opinie "Niets staat de Kip van Morgen in de weg" niet óók wat snel, Dick? ;-)
Welzijn is voor mij meer dan het afwezig zijn van "blauwe plekken": hakdermatitis, borstblaren.
Mevrouw de Jong signaleert nota bene zelf de nodige tekortkomingen aan haar welzijnsmonitor. Elementaire zaken als stalklimaat, (langdurige) dorst, kwaliteit van het voer ontbreken geheel, evenals gedragsaspecten.
Incidentie van (besmettelijke) ziekten en antibioticagebruik ontbreken eveneens.
Welzijn wordt overigens ook door het EU-project, waar de Wageningse monitor een uitvloeisel van is, nogal wat ruimer gedefinieerd:
Criteria that underpin the Welfare Quality® assessment systems
1. Animals should not suffer from prolonged hunger, i.e. they should have a sufficient and appropriate diet.
2. Animals should not suffer from prolonged thirst, i.e. they should have a sufficient and accessible water supply.
3. Animals should have comfort around resting.
4. Animals should have thermal comfort, i.e. they should neither be too hot nor too cold.
5. Animals should have enough space to be able to move around freely.
6. Animals should be free of physical injuries.
7. Animals should be free of disease, i.e. farmers should maintain high standards of hygiene and care.
8. Animals should not suffer pain induced by inappropriate management, handling, slaughter, or surgical procedures (e.g. castration, dehorning).
9. Animals should be able to express normal, non-harmful, social behaviours, e.g. grooming. 10. Animals should be able to express other normal behaviours, i.e. it should be possible to express species-specific natural behaviours such as foraging.
11. Animals should be handled well in all
situations, i.e. handlers should promote good human-animal relationships.
12. Negative emotions such as fear, distress, frustration or apathy should be avoided whereas positive emotions such as security or contentment should be promoted.
Waarom resteert in de Wageningse monitor nog voornamelijk punt 6: de "blauwe plekken"?
Niet geheel irrelevant ook in dit kader: het feit dat vogelpest minder pathogeen blijkt voor buitenkippen - met een ook nog eens hogere expositie aan de poepjes van overvliegende smienten - dan voor binnenkippen van hetzelfde ras. Heeft men daar bij de WUR al een verklaring voor?
In de VS, met inmiddels een kleine 50 miljoen slachtoffers van de vogelpest, is men ook al gefixeerd op "flyways" als verklaring voor de verspreiding. Terwijl daar, gezien de problemen met het "wegwerken" van die 50.000.000, aerogene verspreiding, of via insecten, voor de hand ligt. Omwonenden klagen zelfs over vliegenplagen.
Dat ook insecten als vector voor zoönosen onderbelicht zijn, moge blijken uit de effecten van vliegennetten in Denemarken bij de verpreiding van Campylobacter, waarnaar sinds kort ook in Nederland onderzoek gestart is.
Het zou geen kwaad kunnen wat vaker ons licht op te steken bij onze noorderburen: veel betere cijfers, ook qua bacteriologie. Kippen zonder Salmonella, varkens zonder MRSA: gewoon mogelijk.
Zo is Zweden vogelpest bespaard gebleven, terwijl er wel een besmette zwaan werd aangetroffen.